Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
gevestigd te Kerkrade,
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- het e-mailbericht van 8 november 2022 van gedaagden met producties
- het e-mailbericht van 9 november 2022 van eiseres inzake de wijziging van eis
- de mondelinge behandeling gehouden op 10 november 2022, waar partijen zijn verschenen en door gedaagden spreekaantekeningen zijn ingebracht
- de behandeling is aangehouden in afwachting van nader bericht van partijen
- het e-mailbericht van 29 december 2022 van eiseres
- het e-mailbericht van 29 december 2022 van gedaagden.
2.De beoordeling
1 Gedaagde sub 1 zal uiterlijk per 1 september 2023 aan al haar verplichtingen jegens eiseres hebben voldaan. Dit betreft alle huurpenningen, maar ook de wettelijke handelsrente over alle niet-tijdig voldane huurpenningen en de volledige borg. Verplichtingen jegens de rechtsvoorganger van eiseres worden nagekomen jegens eiseres.
door verhuurder[de kantonrechter: eiseres]
kunnen worden uitgewonnen.
In het dictum kunnen beide gedaagden dan worden veroordeeld conform het petitum onder de opschortende voorwaarde dat het vonnis niet feitelijk ten uitvoer wordt gelegd zolang gedaagden tijdig de gemaakte afspraken nakomen.”