Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
mede handelend onder de naam [handelsnaam] ,
1.De procedure
- de rolbeschikking van 1 maart 2023
- de akte in reconventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
Rechtbank Limburg
Op 10 mei 2023 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis uitgesproken in de zaak van de vennootschap naar Belgisch recht BV AD Megatec, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, tegen een gedaagde die mede handelend onder een handelsnaam optreedt. De procedure is gestart met een rolbeschikking op 1 maart 2023, waarin de gedaagde in de gelegenheid is gesteld om zich uit te laten over de door Megatec gevorderde proceskostenveroordeling. De gedaagde heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, wat betekent dat hij geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering van Megatec.
In de procedure heeft Megatec een proceskostenveroordeling gevorderd, maar de rechtbank heeft opgemerkt dat een nadere onderbouwing van deze kosten ontbreekt. De rechtbank heeft de kosten die in reconventie vergoed moeten worden, begroot op € 766,- als salaris advocaat, gebaseerd op de proceshandelingen die zijn verricht. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de zaak ambtshalve is doorgehaald en heeft de gedaagde veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Megatec.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.R.M. de Bruijn, die de zaak heeft behandeld. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van faillissementen en de gevolgen daarvan voor lopende procedures.