ECLI:NL:RBLIM:2023:3210

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
ROE 21/1537
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van WIA-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om haar WIA-uitkering te beëindigen. Eiseres, die voorheen als apothekersassistente werkte, had zich op 8 maart 2021 ziekgemeld en een WIA-uitkering aangevraagd. Het UWV heeft na een herbeoordeling vastgesteld dat haar arbeidsongeschiktheid per 11 december 2020 was gewijzigd naar 3,05%, wat leidde tot de beëindiging van haar WGA-loonaanvullingsuitkering. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.

De rechtbank heeft de zaak op 8 mei 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. Eiseres betwistte de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en stelde dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV terecht had besloten dat eiseres op 11 december 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank vond dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts B&B alle relevante informatie had meegewogen.

De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan de vastgestelde FML van de verzekeringsarts te twijfelen en dat eiseres in staat was om de geduide functies te vervullen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd op dezelfde dag verzonden en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ROE 21/1537

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.R. Meulenberg-ten Hoor),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. A. Hogeveen).

Inleiding

Het UWV heeft na een herbeoordeling vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres vanaf 11 december 2020 is gewijzigd naar 3,05%. Vanaf 11 februari 2021 zal haar WGA [1] -loonaanvullingsuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) daarom worden beëindigd.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 29 april 2021.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift met daarbij een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B).
De rechtbank heeft het beroep op 8 mei 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft voor het laatst gewerkt als apothekersassistente voor gemiddeld 35,86 uur per week. Op 8 maart 2021 heeft eiseres zich ziekgemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten. Vervolgens heeft eiseres een WIA-uitkering aangevraagd. Bij de laatste beoordeling werd de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 100% op basis van medische gronden.
2. Het UWV heeft eiseres opgeroepen voor een herbeoordeling. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres op 11 december 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om haar WGA-loonaanvullingsuitkering met ingang van 12 februari 2021 te beëindigen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts B&B van 9 april 2021. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van die datum.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige B&B van 22 april 2021
.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Primair stelt zij dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is verricht. Met een verwijzing naar de uitspraak [2] van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) stelt zij dat zij in de bezwaarfase door een verzekeringsarts B&B tijdens een spreekuurcontact onderzocht had moeten worden, omdat de medische grondslag van het bezwaar werd betwist en er in de primaire fase geen spreekuurcontact is geweest met een geregistreerde verzekeringsarts. De verzekeringsarts B&B heeft het spreekuurcontact afgedaan via beeldbellen. Ter zitting voegt eiseres hieraan toe dat zij het lichamelijk onderzoek door de primaire arts bovendien onvoldoende uitgebreid vond om de beperkingen van eiseres juist vast te stellen.
7. Subsidiair vindt eiseres dat het bestreden besluit op medische en arbeidsdeskundige gronden geen stand kan houden. Zij is meer beperkt dan aangenomen door de verzekeringsarts B&B. Uit de medische informatie blijkt dat bij eiseres sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) en een angststoornis. Uit het verzekeringsgeneeskundig protocol BPS zou blijken dat zij hierdoor verdergaande beperkt is. Tevens vindt eiseres dat er sprake is van een urenbeperking op grond van de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid, omdat sprake is van een verstoring van de energiehouding en verminderde mogelijkheid tot recuperatie. Eiseres verwijst hierbij naar de medische informatie van Amacura van 24 mei 2018 en het eindverslag van juli 2018. Ook blijkt uit de medische informatie van 2019 dat eiseres weer hulp gaat zoeken voor haar lichamelijke klachten. Eiseres verzoekt de rechtbank om een onafhankelijke – zo begrijpt de rechtbank – medische deskundige te benoemen.
8. Eiseres kan zich niet verenigen met de geduide functies, aangezien zij van mening is dat zij medisch meer beperkt is. Ondanks signaleringen op de items 1.8.2
(voorspelbare werksituatie)en 1.8.3
(werk zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen)in een aantal functies, worden deze functies toch geschikt geacht. In de functie van Medewerker post wordt haar belastbaarheid overschreden op aandacht vasthouden en verdeling van aandacht. Dat geldt ook voor de functie van Monteur printplaten. In die functie is sprake van een overschrijding op een voorspelbare werksituatie. In de functie van Elektrotechnisch medewerker is een overschrijding op item 1.8.1
(afleiding door anderen)en op item horen, omdat eiseres door haar hoortoestellen problemen ervaart in een omgeving met veel divers omgevingsgeluid, zoals in de functie van Elektrotechnisch medewerker het geval is. De functie van Wikkelaar is ongeschikt omdat er wel degelijk sprake is van deadlines en een hoog handelingstempo en er in zeer grote mate sprake is van het vasthouden van de aandacht.
9. Tot slot vindt eiseres dat zij aanspraak maakt op een vergoeding van de kosten van bezwaar en beroep alsmede op de wettelijke rente over de na te betalen uitkering.

Wat vindt de rechtbank

10. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht meer heeft op een uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 11 december 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
11. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 11 december 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
12. Anders dan eiseres is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Zij heeft eiseres gesproken tijdens een spreekuur door middel van beeldbellen. Zij heeft informatie opgevraagd bij de behandelaren en de door eiseres ingebrachte medische informatie meegewogen in haar beoordeling. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
13. De grond van eiseres dat zij in de bezwaarfase door een verzekeringsarts B&B tijdens een spreekuurcontact onderzocht had moeten worden, omdat de medische grondslag in bezwaar werd betwist en er in de primaire fase geen spreekuurcontact is geweest met een geregistreerde verzekeringsarts, volgt de rechtbank niet. De rechtbank is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat eiseres bij de primaire beoordeling is gezien door een arts en in bezwaar niet door een verzekeringsarts B&B op een fysiek spreekuur, het medisch onderzoek niet onzorgvuldig maakt. De rechtbank merkt op dat een spreekuurcontact één van de onderzoekshandelingen is om de medische feiten in een concreet geval vast te stellen. Het verrichten van een spreekuurcontact (lichamelijk en/of psychisch onderzoek) behoort niet tot het specifieke specialistische terrein van een geregistreerde verzekeringsarts; iedere afgestudeerde arts is in staat en bevoegd om dit adequaat te doen. Hiervoor is dus wel een arts, maar geen verzekeringsgeneeskundige deskundigheid nodig. Die deskundigheid is wel nodig voor de vertaalslag van die medische feiten naar beperkingen in de FML, maar die is gewaarborgd door de contrasignering door de verzekeringsarts. Het is de rechtbank niet gebleken dat de arts in de primaire beoordeling onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd. Daarbij vindt de rechtbank van belang dat de arts in haar rapport van 5 november 2020 de resultaten van het lichamelijk onderzoek duidelijk heeft beschreven en dat het lichamelijk onderzoek uit meer heeft bestaan dan uit heen en weer lopen, zoals eiseres ter zitting heeft gesteld. De arts heeft beschreven dat eiseres een normaal looppatroon heeft, dat de CWK geen standsafwijkingen vertoont, TWK/LWK geen opvallende standsafwijkingen heeft, de anteflexie en retroflexie zonder problemen gaan, evenals de andere bewegingen. Eiseres kan beide armen volledig abduceren. Ze heeft normale kracht en sensibiliteit in armen en benen. Trendelenburg zakt niet uit. Ook heeft de verzekeringsarts B&B geen aanleiding gezien om een fysiek spreekuur in te plannen omdat haar – zo begrijpt de rechtbank – niet is gebleken dat de lichamelijke problematiek door de arts niet correct zou zijn beschreven en de psychische klachten via beeldbellen zijn te beoordelen. In het geval van eiseres ziet de rechtbank daarom geen toegevoegde waarde in een nieuw onderzoek door een verzekeringsarts B&B. Aan de vraag of aan een spreekuurcontact via beeldbellen, afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval, dezelfde waarde mag worden toegekend als aan een fysiek spreekuurcontact, komt de rechtbank niet meer toe.
De beoordeling van de belastbaarheid
14. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 11 december 2020 in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Zij heeft toegelicht waarom er geen sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden. Er is namelijk geen sprake van ernstig persoonlijk en sociaal disfunctioneren op alle niveaus ten gevolge van een ernstige psychische stoornis, er is geen sprake van opname in een ziekenhuis of AWBZ-erkende instelling, er is geen sprake van bedlegerigheid of ADL-afhankelijkheid en er is geen sprake van sterk wisselende mogelijkheden. De verzekeringsarts B&B ziet wel reden om de FML op een aantal items aan te passen. Een beperking op het omgaan met emotionele problemen van anderen is aan de orde, gezien de beschrijving van de ervaren belemmeringen en de geldende definities van de basisinformatie CBBS. Verder heeft zij een verdergaande beperking voor werk met een hoog handelingstempo aangenomen vanwege het feit dat uit de medische informatie blijkt dat eiseres veel stress ervaart. Ook is het aannemelijk dat frequente en intensieve contacten met derden lastig zijn voor eiseres, vanwege de diagnose borderline. Daarom heeft de verzekeringsarts B&B een aanvullende beperking aangenomen op samenwerken, alsmede intensieve contacten met klachten of patiënten. Op basis van de aanwezige medische gegevens, het ontbreken van een onderliggend medisch substraat ter verklaring van de medische problematiek en het feit dat met de lichamelijke klachten al ruim rekening gehouden is, ziet de verzekeringsarts B&B geen reden om voor het overige verdergaande beperkingen aan te nemen in de FML. Ook ziet de verzekeringsarts B&B geen reden om een urenbeperking aan te nemen, omdat eiseres een actief en gevuld dagverhaal heeft. Ondanks dat eiseres aangeeft slecht te slapen is er geen sprake van een structureel verhoogde slaap- en rustbehoefte overdag. Eiseres is niet verminderd beschikbaar door behandeling, er zijn geen preventieve gronden te duiden en er zijn geen aanwijzingen dat eiseres door fulltime te werken schade zou toebrengen aan haar gezondheid. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen. De rechtbank wil benadrukken begrip te hebben voor het standpunt van eiseres dat zij zichzelf, gezien zowel haar eigen medische klachten als de zorg voor haar zoontje, niet fulltime ziet werken. Ook los van de medische klachten is het wel of niet fulltime werken gecombineerd met zorgtaken altijd een afweging van eiseres zelf en geen verplichting op grond van de wet WIA. In de WIA-beoordeling gaat het om de berekening van het verlies van verdienvermogen waarbij alleen rekening wordt gehouden met klachten die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek leiden tot beperkingen. Of eiseres door weer, al dan niet fulltime, te gaan werken meer klachten krijgt, is een mogelijke gebeurtenis die in de toekomst ligt. Omdat de verzekeringsarts B&B geen reden heeft gezien om eiseres hiervoor preventief te beperken, kan hiermee geen rekening gehouden worden.
15. Omdat eiseres haar standpunt in beroep niet met nieuwe medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld. Bovendien heeft de verzekeringsarts B&B in het nadere rapport van 27 juli 2021 nog toegelicht waarom zij geen aanleiding ziet om aanvullende beperkingen aan te nemen. Zo verwijst eiseres in haar onderbouwing naar ‘mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis’ en ‘mensen met een angststoornis’ zonder dit toe te spitsen op haar eigen medische situatie. Dat eiseres heftige gevoelens ervaart en haar emoties heel hoog zijn, houdt volgens de verzekeringsarts B&B niet in dat op het beoordelingspunt van het uiten van eigen emoties een beperking moet worden aangenomen. Ook beperkingen op concentratie en geheugen kunnen volgens haar niet worden aangenomen, nu eiseres ondanks een wisselend patroon van stabiel/onstabiel, in staat is om als alleenstaande moeder de volledige zorg voor haar zoontje met medische problematiek te verrichten en het huishouden draaiende te houden. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen.
16. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op
11 december 2020 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om een onafhankelijke deskundige te benoemen, zoals eiseres heeft verzocht.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
17. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML van 5 november 2020 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als apothekersassistente, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en twee reservefuncties) opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code 315133) Administratief medewerker (document scannen);
- ( sbc-code 267051) Monteur printplaten;
- ( sbc-code 267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen.
De reservefuncties zijn:
- ( sbc-code 267053) Wikkelaar (nieuw en revisie);
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten).
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft aan de hand van de aangepaste FML van 9 april 2021 opnieuw bekeken of de geduide functies geschikt zijn. In haar rapport van 22 april 2021 en de resultaat functiebeoordeling van diezelfde datum heeft zij voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat de geduide functies haar belastbaarheid overschrijden. In het aanvullend rapport van 30 juli 2021 heeft de arbeidsdeskundige B&B uitgelegd dat een signalering op item 1.8.2 en 1.8.3 niet betekent dat de functies niet geschikt zijn, maar dat de arbeidsdeskundige moet beoordelen of er sprake is van een overschrijding. In dit geval heeft de arbeidsdeskundige B&B in de resultaat functiebeoordeling van 22 april 2021 gemotiveerd waarom er geen sprake is van een overschrijding van de belastbaarheid. Ook is gemotiveerd waarom er geen sprake is van een overschrijding van de belastbaarheid met betrekking tot een voorspelbare werksituatie. Op de items horen en geluidsbelasting is er in de functie van Assemblage medewerker geen kenmerkende belasting en kan er dus geen sprake zijn van een overschrijding van de belastbaarheid. De auditieve waarneming gaat niet verder dan noodzakelijk voor het dagelijks functioneren en er is geen sprake van een geluidsbelasting van 80 dB(A) of meer. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
19. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. De gronden tegen de reservefunctie Wikkelaar laat de rechtbank onbesproken, omdat deze niet aan de schatting ten grondslag ligt.
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 11 december 2020 met de middelste van de drie geduide functies 96,95% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 3,05% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

21. Het UWV heeft terecht besloten om de WIA-uitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij per 11 december 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
22. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, wijst de rechtbank het verzoek om schadevergoeding af en worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 25 mei 2023 door mr. R.J. van Lochem, rechter, in aanwezigheid van mr. J.B.C. Hoeksel, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op 25 mei 2023.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.WGA = Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.
2.Zie uitspraak van de Raad van 23 juni 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1491.