Wat vindt de rechtbank
10. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht meer heeft op een uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 11 december 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
11. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 11 december 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
12. Anders dan eiseres is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Zij heeft eiseres gesproken tijdens een spreekuur door middel van beeldbellen. Zij heeft informatie opgevraagd bij de behandelaren en de door eiseres ingebrachte medische informatie meegewogen in haar beoordeling. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
13. De grond van eiseres dat zij in de bezwaarfase door een verzekeringsarts B&B tijdens een spreekuurcontact onderzocht had moeten worden, omdat de medische grondslag in bezwaar werd betwist en er in de primaire fase geen spreekuurcontact is geweest met een geregistreerde verzekeringsarts, volgt de rechtbank niet. De rechtbank is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat eiseres bij de primaire beoordeling is gezien door een arts en in bezwaar niet door een verzekeringsarts B&B op een fysiek spreekuur, het medisch onderzoek niet onzorgvuldig maakt. De rechtbank merkt op dat een spreekuurcontact één van de onderzoekshandelingen is om de medische feiten in een concreet geval vast te stellen. Het verrichten van een spreekuurcontact (lichamelijk en/of psychisch onderzoek) behoort niet tot het specifieke specialistische terrein van een geregistreerde verzekeringsarts; iedere afgestudeerde arts is in staat en bevoegd om dit adequaat te doen. Hiervoor is dus wel een arts, maar geen verzekeringsgeneeskundige deskundigheid nodig. Die deskundigheid is wel nodig voor de vertaalslag van die medische feiten naar beperkingen in de FML, maar die is gewaarborgd door de contrasignering door de verzekeringsarts. Het is de rechtbank niet gebleken dat de arts in de primaire beoordeling onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd. Daarbij vindt de rechtbank van belang dat de arts in haar rapport van 5 november 2020 de resultaten van het lichamelijk onderzoek duidelijk heeft beschreven en dat het lichamelijk onderzoek uit meer heeft bestaan dan uit heen en weer lopen, zoals eiseres ter zitting heeft gesteld. De arts heeft beschreven dat eiseres een normaal looppatroon heeft, dat de CWK geen standsafwijkingen vertoont, TWK/LWK geen opvallende standsafwijkingen heeft, de anteflexie en retroflexie zonder problemen gaan, evenals de andere bewegingen. Eiseres kan beide armen volledig abduceren. Ze heeft normale kracht en sensibiliteit in armen en benen. Trendelenburg zakt niet uit. Ook heeft de verzekeringsarts B&B geen aanleiding gezien om een fysiek spreekuur in te plannen omdat haar – zo begrijpt de rechtbank – niet is gebleken dat de lichamelijke problematiek door de arts niet correct zou zijn beschreven en de psychische klachten via beeldbellen zijn te beoordelen. In het geval van eiseres ziet de rechtbank daarom geen toegevoegde waarde in een nieuw onderzoek door een verzekeringsarts B&B. Aan de vraag of aan een spreekuurcontact via beeldbellen, afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval, dezelfde waarde mag worden toegekend als aan een fysiek spreekuurcontact, komt de rechtbank niet meer toe.
De beoordeling van de belastbaarheid
14. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 11 december 2020 in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Zij heeft toegelicht waarom er geen sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden. Er is namelijk geen sprake van ernstig persoonlijk en sociaal disfunctioneren op alle niveaus ten gevolge van een ernstige psychische stoornis, er is geen sprake van opname in een ziekenhuis of AWBZ-erkende instelling, er is geen sprake van bedlegerigheid of ADL-afhankelijkheid en er is geen sprake van sterk wisselende mogelijkheden. De verzekeringsarts B&B ziet wel reden om de FML op een aantal items aan te passen. Een beperking op het omgaan met emotionele problemen van anderen is aan de orde, gezien de beschrijving van de ervaren belemmeringen en de geldende definities van de basisinformatie CBBS. Verder heeft zij een verdergaande beperking voor werk met een hoog handelingstempo aangenomen vanwege het feit dat uit de medische informatie blijkt dat eiseres veel stress ervaart. Ook is het aannemelijk dat frequente en intensieve contacten met derden lastig zijn voor eiseres, vanwege de diagnose borderline. Daarom heeft de verzekeringsarts B&B een aanvullende beperking aangenomen op samenwerken, alsmede intensieve contacten met klachten of patiënten. Op basis van de aanwezige medische gegevens, het ontbreken van een onderliggend medisch substraat ter verklaring van de medische problematiek en het feit dat met de lichamelijke klachten al ruim rekening gehouden is, ziet de verzekeringsarts B&B geen reden om voor het overige verdergaande beperkingen aan te nemen in de FML. Ook ziet de verzekeringsarts B&B geen reden om een urenbeperking aan te nemen, omdat eiseres een actief en gevuld dagverhaal heeft. Ondanks dat eiseres aangeeft slecht te slapen is er geen sprake van een structureel verhoogde slaap- en rustbehoefte overdag. Eiseres is niet verminderd beschikbaar door behandeling, er zijn geen preventieve gronden te duiden en er zijn geen aanwijzingen dat eiseres door fulltime te werken schade zou toebrengen aan haar gezondheid. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen. De rechtbank wil benadrukken begrip te hebben voor het standpunt van eiseres dat zij zichzelf, gezien zowel haar eigen medische klachten als de zorg voor haar zoontje, niet fulltime ziet werken. Ook los van de medische klachten is het wel of niet fulltime werken gecombineerd met zorgtaken altijd een afweging van eiseres zelf en geen verplichting op grond van de wet WIA. In de WIA-beoordeling gaat het om de berekening van het verlies van verdienvermogen waarbij alleen rekening wordt gehouden met klachten die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek leiden tot beperkingen. Of eiseres door weer, al dan niet fulltime, te gaan werken meer klachten krijgt, is een mogelijke gebeurtenis die in de toekomst ligt. Omdat de verzekeringsarts B&B geen reden heeft gezien om eiseres hiervoor preventief te beperken, kan hiermee geen rekening gehouden worden.
15. Omdat eiseres haar standpunt in beroep niet met nieuwe medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld. Bovendien heeft de verzekeringsarts B&B in het nadere rapport van 27 juli 2021 nog toegelicht waarom zij geen aanleiding ziet om aanvullende beperkingen aan te nemen. Zo verwijst eiseres in haar onderbouwing naar ‘mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis’ en ‘mensen met een angststoornis’ zonder dit toe te spitsen op haar eigen medische situatie. Dat eiseres heftige gevoelens ervaart en haar emoties heel hoog zijn, houdt volgens de verzekeringsarts B&B niet in dat op het beoordelingspunt van het uiten van eigen emoties een beperking moet worden aangenomen. Ook beperkingen op concentratie en geheugen kunnen volgens haar niet worden aangenomen, nu eiseres ondanks een wisselend patroon van stabiel/onstabiel, in staat is om als alleenstaande moeder de volledige zorg voor haar zoontje met medische problematiek te verrichten en het huishouden draaiende te houden. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen.
16. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op
11 december 2020 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om een onafhankelijke deskundige te benoemen, zoals eiseres heeft verzocht.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
17. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML van 5 november 2020 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als apothekersassistente, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en twee reservefuncties) opgeleverd.
- ( sbc-code 315133) Administratief medewerker (document scannen);
- ( sbc-code 267051) Monteur printplaten;
- ( sbc-code 267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen.
- ( sbc-code 267053) Wikkelaar (nieuw en revisie);
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten).
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft aan de hand van de aangepaste FML van 9 april 2021 opnieuw bekeken of de geduide functies geschikt zijn. In haar rapport van 22 april 2021 en de resultaat functiebeoordeling van diezelfde datum heeft zij voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat de geduide functies haar belastbaarheid overschrijden. In het aanvullend rapport van 30 juli 2021 heeft de arbeidsdeskundige B&B uitgelegd dat een signalering op item 1.8.2 en 1.8.3 niet betekent dat de functies niet geschikt zijn, maar dat de arbeidsdeskundige moet beoordelen of er sprake is van een overschrijding. In dit geval heeft de arbeidsdeskundige B&B in de resultaat functiebeoordeling van 22 april 2021 gemotiveerd waarom er geen sprake is van een overschrijding van de belastbaarheid. Ook is gemotiveerd waarom er geen sprake is van een overschrijding van de belastbaarheid met betrekking tot een voorspelbare werksituatie. Op de items horen en geluidsbelasting is er in de functie van Assemblage medewerker geen kenmerkende belasting en kan er dus geen sprake zijn van een overschrijding van de belastbaarheid. De auditieve waarneming gaat niet verder dan noodzakelijk voor het dagelijks functioneren en er is geen sprake van een geluidsbelasting van 80 dB(A) of meer. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
19. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. De gronden tegen de reservefunctie Wikkelaar laat de rechtbank onbesproken, omdat deze niet aan de schatting ten grondslag ligt.
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 11 december 2020 met de middelste van de drie geduide functies 96,95% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 3,05% arbeidsongeschikt is.