Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
UNIVERSITEIT MAASTRICHT,
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 22 mei 2023
- de conclusie van antwoord
- de van de zijde van [eiser] ingebrachte nadere producties
- de van de zijde van de UM ingbrachte nadere productie
- de mondelinge behandeling ter zitting van 8 juni 2023 waar beide partijen de respectieve standpunten aan de hand van pleitnota’s nader hebben toegelicht.
2.De feiten
Beste [naam bestuursvoorzitter] ,
Geachte decaan, vice-decaan, cc instituutsdirecteur, voorzitter CVB,
Beste allen,
1. De sociale onveiligheid waarvan men melding maakt deze te ervaren, is gekoppeld aan een persoonlijke interpretatie en motief en niet aan een algemeen geldende of afgesproken definitie. Van sociale onveiligheid in de zin van de hedendaagse reikwijdte, met in het uiterste geval ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’, blijkt geen enkele sprake te zijn of te zijn geweest.
Dag [eiser]
Je werkt volledig mee aan een traject waarbij je volledig ziekgemeld blijft. Je laat je begeleiden door de
Op basis van deze huidige situatie zie ik geen ruimte om jou gedurende het nog op te starten onderzoek te laten terugkeren naar de werkplek. De onrust is enorm en de gevolgen zijn niet te overzien. Ook hier heb ik een belangenafweging moeten maken: Jouw individuele belang om het werk op een “normale” manier, of door jou voorgestelde aangepaste manier te hervatten, tegenover de belangen van een grote groep medewerkers die zich gekwetst of beschadigd voelen, en/of grote spanningen ervaren. Reguliere werkhervatting is volstrekt onmogelijk, gelet op al het voorgaande.
3.De vordering
- de veroordeling van de UM om hem binnen 24 uur na betekening van dit vonnis zonder beperkingen toe te laten tot de overeengekomen arbeid, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- de veroordeling van de UM om een e-mail te verzenden aan iedereen die is geïnformeerd over de op non-actiefstelling waarin de UM te kennen geeft dat de op non-actiefstelling berust heeft op een onterecht genomen beslissing, zulks eveneens op straffe van verbeurte van een dwangsom;