ECLI:NL:RBLIM:2023:3762

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
C/03/307215 / HA ZA 22-307
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vernietiging van overeenkomst en bestuurdersaansprakelijkheid in een civiele zaak

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Distro Transport B.V. en twee andere besloten vennootschappen. De zaak betreft de vraag of een overeenkomst van 27 mei 2021, die door de bestuurders van de betrokken vennootschappen was ondertekend, vernietigd kan worden op grond van misbruik van omstandigheden. Distro had een bedrag van € 50.000,00 betaald aan de andere vennootschap, maar vorderde later een factuur van € 380.000,00, die niet werd betaald. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden, omdat de bestuurders niet in een zodanige kwetsbare positie verkeerden dat de overeenkomst niet tot stand had kunnen komen. De rechtbank wees de vorderingen van Distro toe, maar verwierp de vorderingen van de andere vennootschappen in reconventie. Tevens werd de bestuurdersaansprakelijkheid van de betrokkenen besproken, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet aan de orde was, omdat de verplichtingen uit de overeenkomst niet op de bestuurders zelf waren gelegd. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd en het verstekvonnis gedeeltelijk vernietigd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/Bero / HA ZA 22-307
Vonnis in verzet van 21 juni 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DISTRO TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Beek,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gedaagde in het verzet,
2.
[eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. J.M. Wolfs te Maastricht,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1], handelend onder de naam [handelsnaam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
eiseressen in het verzet,
advocaat mr. D.W.H. Rouers te Sittard.
Partijen zullen hierna Distro, [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 28 september 2022,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • het B-formulier van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] van 7 april 2023 waarbij ten behoeve van de mondelinge behandeling nadere producties zijn overgelegd,
  • het B-formulier van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] van 7 april 2023 - ontvangen op 11 april 2023 - waarbij ten behoeve van de mondelinge behandeling nadere producties zijn overgelegd
  • de akte wijziging van eis van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] ,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 april 2023,
  • de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling door mrs. Wolfs en Rouers voorgedragen spreekaantekeningen,
  • het B-formulier van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] van 21 april 2023 behorende bij de hiervoor vermelde akte wijziging van eis,
  • het e-mailbericht van mr. Wolfs van 2 mei 2023.
1.2.
Na het sluiten van de mondelinge behandeling is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] is de bestuurder van Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] is de bestuurder van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] . Zowel Distro als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] voert een transportonderneming. Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] zijn vanaf eind 2018 gaan samenwerken, in die zin dat Distro ritten heeft gereden voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] . Op enig moment hebben [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] een affectieve relatie gekregen, die inmiddels is geëindigd.
2.2.
Vanaf ergens in 2020 tot mei 2021 heeft Distro aangedrongen op schriftelijke vastlegging van afspraken tussen Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en daartoe concept overeenkomsten opgesteld en aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] doen toekomen. Deze zijn niet akkoord bevonden en daarom niet getekend door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] .
2.3.
Op 27 mei 2021 tekenen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] een door [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] /Distro opgesteld stuk dat als volgt luidt:
“Overeenkomst tussen [handelsnaam] en Distro transport bv 27-5-2021
Er wordt een eenmalige betaling gedaan a € 50.000,00 onder de volgende voorwaarden:
 Met de betaling van dit bedrag vervallen alle eerdere gedane voorstellen;
 Met de betaling van dit bedrag vervallen alle eventuele (oude) afspraken/facturen van [handelsnaam] naar Distro Transport en vice versa;
 Hiermee vervalt tevens het transport van Verhoeven per week 22 (laatste uitvoering in week 21-2021).
Met andere woorden.
Deze betaling van € 50.000 is een bevrijdende betaling, oftewel tegen FINALE KWIJTING.
Zowel [handelsnaam] als Distro transport bv hebben totaal NIETS meer van elkaar te vorderen, niet uit het verleden, op dit moment of in de toekomst.
Betaling wordt per omgaande uitgevoerd nadat dit contract ondertekend per mail ontvangen is.
Boeteclausule:
 Op het benaderen van mensen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] staat vanaf heden een boete van € 5.000 per overtreding per direct te voldoen na de constatering; DMM uitgezonderd.
 Op het benaderen van personeel van Distro transport bv staat vanaf heden een boete van € 1.000 per overtreding per direct te voldoen na constatering. uitgezonderd Mohsin
Dhr [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] zal nooit contact opnemen met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] .”
[eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] tekenen namens Distro respectievelijk [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] . Het stuk zal in navolging van partijen hierna ‘de overeenkomst’ worden genoemd.
2.4.
Distro heeft op 27 mei 2021 € 50.000,00 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] betaald.
2.5.
Distro heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] op 27 december 2021 een factuur gestuurd ter hoogte van
€ 380.000,00 en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] tot betaling daarvan gesommeerd. De gestelde grondslag van de factuur zijn handelingen in oktober en november 2021 die op grond van de in de overeenkomst opgenomen boeteclausule tot een betalingsplicht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] zouden hebben geleid. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft de factuur, ook na een volgende sommatie, niet betaald.
2.6.
Op 13 januari 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] strafrechtelijke aangifte gedaan tegen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] in verband met fysieke mishandeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] op 18 augustus 2020 en rond 20 november 2020.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] hebben in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank:
I. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] door het doen van uitlatingen over Distro dan wel [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] in gelijke of soortgelijke bewoordingen als die welke zijn gebruikt in de passages uit de overgelegde stukken als bedoeld in randnummer 6.6. en 6.15. van de dagvaarding toerekenbaar tekort zijn geschoten althans onrechtmatig hebben gehandeld,
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan Distro dan wel [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] van de beperkte vordering als bedoeld in randnummer 5.6. van de dagvaarding van € 96.950,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat met betaling aan Distro de verplichting tot betaling aan [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] komt te vervallen en andersom,
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] veroordeelt tot vergoeding van de door [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] geleden immateriële schade van
€ 3.000,00,
IV. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] veroordeelt tot het zich onthouden van het doen van uitlatingen over Distro dan wel [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] in gelijke of soortgelijke bewoordingen als die welke zijn gebruikt in de passages uit de overgelegde stukken als bedoeld in randnummer 6.6. en 6.15. van de dagvaarding op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere keer dat in strijd wordt gehandeld met deze veroordeling, met een maximum van € 75.000,00,
V. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten te vermeerderen met nakosten.
3.2.
Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] integraal toegewezen.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] vorderen in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] alsnog worden afgewezen, met veroordeling van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] vorderen dat de rechtbank:
I. voor recht verklaart dat de overeenkomst van 27 mei 2021 op grond van misbruik van omstandigheden partieel is vernietigd althans deze overeenkomst partieel te vernietigen voor wat betreft de boeteclausule,
II. voor recht verklaart dat, indien de partiële vernietiging ten aanzien van de boeteclausule niet wordt aangenomen, de overeenkomst volledig te vernietigen (sic) en alsdan het bedrag van € 50.000,00 welke [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft ontvangen van Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] alsdan dient terug betalen (sic) wordt verrekend met het [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] alsdan toe te komen bedrag van € 68.070,00 op grond van de door (sic) nimmer door Distro betaalde factuur (vide productie 7) en Distro te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] van het surplus van € 18.070,00,
III. Distro veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] van het bedrag van door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] door Distro geleden schade nader op te maken bij staat althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vernemen (sic) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening en dit bedrag te verrekenen met het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] door Distro ontvangen bedrag van € 50.000,00 voor zover deze € 50.000,00 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] zou moeten worden terugbetaald na volledige vernietiging van de overeenkomst van 27 mei 2021,
IV. meer subsidiair de uit hoofde van de overeenkomst gevorderde boete wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid matigt tot nihil althans een in goede justitie te bepalen bedrag,
V. Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met nakosten.
3.6.
Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] voeren verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en reconventie

Ontvankelijkheid verzet

4.1.
Namens Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] is de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling verzocht om terug te komen op de beslissing van de rolrechter van 28 september 2022, die kort gezegd inhield dat het bezwaar tegen het op de rol inschrijven van de verzetprocedure tegen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] - op de grond dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] niet was vermeld op het B-formulier waarbij de verzetdagvaarding is aangeboden - niet werd gehonoreerd. Daaraan is tijdens de mondelinge behandeling toegevoegd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] (ook) niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in haar verzet omdat zij ook niet vermeld was op het bedoelde B-formulier. De rechtbank verwerpt de standpunten van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] . Namens onder meer [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] is onder meer [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] gedagvaard middels de verzetdagvaarding die volgde op het verstekvonnis dat tussen onder meer [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] is gewezen. Als die verzetdagvaarding vervolgens wordt aangebracht, mag de griffier ervan uitgaan dat bedoeld wordt de verzetprocedure tussen (ook) [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] te voeren, ook al zijn zij niet op het B-formulier vermeld. Dat is anders wanneer de aanbrenger van de dagvaarding meldt de zaak ten aanzien van een of meerdere partijen niet te willen aanbrengen, maar dat is hier niet aan de orde. De rechtbank ziet geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen, zoals door Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] voorgesteld.
4.2.
Het verzet kan ook overigens geacht worden tijdig en op de juiste wijze te zijn ingesteld, nu het tegendeel gesteld noch gebleken is, zodat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] in hun verzet kunnen worden ontvangen.
Algemene opmerkingen
4.3.
In het navolgende zullen de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk worden besproken, gelet op de verwevenheid van een aantal van die vorderingen.
4.4.
Bij de verdere beoordeling stelt de rechtbank voorop dat partijen het erover eens zijn dat de overeenkomst, hoewel dat niet met zoveel woorden in het op 27 mei 2021 getekende stuk staat, mede een verbod behelst voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] om Distro en personen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] te benaderen, op straffe van de in de overeenkomst vermelde boetes.
Overeenkomst tot stand gekomen door misbruik van omstandigheden?
4.5.
Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] baseren in ieder geval vorderingen I en II op (de boeteclausules uit) de overeenkomst. Het meest verstrekkende verweer van in ieder geval [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] is dat de overeenkomst tot stand is gekomen door misbruik van omstandigheden en om die reden het beroep op (primair) partiële vernietiging van de overeenkomst - te weten voor het deel met de boeteclausules - moet worden gehonoreerd, althans (primair) de partiële vernietiging van de overeenkomst moet worden uitgesproken. De vorderingen I en II van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] zijn ook (mede) op die stelling gebaseerd.
4.6.
Ter onderbouwing van hun standpunt stellen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] al langer psychisch kwetsbaar was, onder meer na en door het overlijden van haar vader in november 2018 en haar beste vriend in januari 2019. Vervolgens heeft Distro volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] gepoogd om de belangrijkste klant van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] , zijnde Hoekflowers, bij haar weg te kapen. In dat kader heeft Distro [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] - in de persoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] - belaagd met (concept) overeenkomsten over (met name) de overname door Distro van Hoekflowers waarbij Distro het ten onrechte deed voorkomen dat er mondeling al afspraken waren gemaakt, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] . Daarbij zou Distro aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] hebben voorgespiegeld dat de klant Hoekflowers niet meer veel waard was. Inmiddels was [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] bang voor [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] , die haar had fysiek en psychisch had mishandeld, zo stellen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] . Verder halen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] aan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] heeft besloten een abortus te ondergaan, stellende dat het kind door [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] was verwekt. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] was de relatie tussen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] toxisch. Onder deze omstandigheden heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] namens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] de overeenkomst getekend. Dit terwijl Distro, in de persoon van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] , op de hoogte was, althans had moeten zijn, van de kwetsbare psychische toestand van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] en niettemin het sluiten van de overeenkomst heeft bevorderd, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] .
4.7.
Distro heeft de stellingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] weersproken. Zij betwist onder meer dat er ten tijde van het sluiten van de overeenkomst sprake was van ‘bijzondere omstandigheden’ als bedoeld in artikel 3:44 lid 4 BW althans dat Distro daarvan kennis had, althans dat de overeenkomst onder invloed daarvan tot stand is gekomen.
4.8.
De rechtbank volgt Distro in haar stelling dat niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die maakten dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] bewogen werd tot het aangaan van de overeenkomst, althans dat Distro dit moest weten of begrijpen en om die reden zich had moeten onthouden van het bevorderen van het tot stand komen van de overeenkomst.
4.8.1.
Naar het oordeel kan op zichzelf de omstandigheid dat Distro concept overeenkomsten aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft voorgehouden - al dan niet in een poging om Hoeklowers te ‘kapen’ - niet als een bijzondere omstandigheid gelden. Vast staat dat Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] op zakelijk gebied samenwerkten en niet is weersproken dat de afspraken daaromtrent niet schriftelijk waren vastgelegd. Dat Distro er naar heeft gestreefd dat wel te doen is niet opmerkelijk. Dat in dat kader onoorbare druk op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] is uitgevoerd, is de rechtbank niet gebleken. Weliswaar heeft Distro op enig moment aangegeven bepaalde ritten voor Hoekflowers mogelijk niet meer uit te voeren, maar dat acht de rechtbank in de gegeven omstandigheden niet onoorbaar. Belangrijker nog is dat - zonder duidelijke toelichting, die ontbreekt - niet aannemelijk is geworden dat er een verband is tussen de pogingen van Distro om afspraken over de samenwerking - met name ten aanzien van Hoekflowers - vast te leggen en het sluiten van de overeenkomst op 27 mei 2021. De overeenkomst vermeldt immers niets over Hoekflowers en markeert juist het einde van de samenwerking. Anders gezegd: in de redenering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] dat het aandringen op het vastleggen van afspraken een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 3:44 lid 4 BW is, zou passen dat de overeenkomst van 27 mei 2021 betrekking had op (onder meer) de samenwerking ten aanzien van Hoekflowers. Nu dat niet zo is, mocht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] een nadere toelichting worden verwacht op de stelling dat de eerdere discussies over de samenwerking omtrent Hoekflowers heeft gemaakt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] de overeenkomst is aangegaan. Die toelichting is niet gegeven. Daarbij laat de rechtbank nog in midden hoe in de redenering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] past bij de omstandigheid dat zij het deel van de overeenkomst dat wel gaat over (het einde van) de samenwerking, in stand wil laten gelet op haar wens om ‘de zakelijke activiteiten met Distro voorgoed afgerond te zien en daar een vergoeding voor te ontvangen’ (randnummer 33 verzetdagvaarding).
4.8.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] bedoelen kennelijk ook te stellen dat het voorhouden van concept overeenkomsten van negatieve invloed is geweest op de psychische conditie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] , net als de gestelde mishandeling en (daardoor ontstane) angst van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] voor [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] ondergane abortus, een en ander in combinatie met haar toch al sinds eind 2018 fragiele psychische toestand. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] hebben een verklaring overgelegd van een GZ-psycholoog van 27 juni 2022 waarin staat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] vanaf 14 februari 2022 onder behandeling is vanwege een posttraumatische stressstoornis. Distro heeft terecht gesteld dat daarmee niet vast staat dat zij daaraan ook al leed op 27 mei 2021, maar dat kan evenmin worden uitgesloten. Duidelijk is ook dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] zich voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst naar de mening van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] te vaak tot Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en werknemers van Distro wendde. Dat is ook de achtergrond van de boeteclausule in de overeenkomst en de in een eerder aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] voorgehouden concept overeenkomst opgenomen verplichting op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] om alleen met [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en één andere medewerker van Distro te communiceren. Mogelijk was (en is) de handelwijze van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] een uiting van psychische problematiek, die in dat geval ook al rond het sluiten van de overeenkomst speelde. De rechtbank is echter van oordeel dat, ook daarvan uitgaande, niet kan worden aangenomen dat Distro op 27 mei 2021 wist van een psychische toestand van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] die van invloed was op haar besluit om de overeenkomst te sluiten. Daarvoor zijn geen aanwijzingen. Vast staat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] eerdere concept overeenkomsten - die met name over de samenwerking rondom Hoekflowers gingen - niet tekende omdat de inhoud daarvan niet akkoord was. Terecht heeft Distro aangevoerd dat zij daaruit mocht afleiden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] niet zomaar zou worden bewogen tot het sluiten van een overeenkomst terwijl de wil daartoe gebrekkig was gevormd. De uiteindelijk getekende overeenkomst wijkt ook in belangrijke mate af van de eerdere concepten, alleen al omdat er niets in staat over Hoekflowers. Waar het alsnog overstag gaan met eerder afgewezen concepten, wellicht vraagtekens bij Distro had moeten oproepen speelt dat hier dus niet. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] hebben in dit kader nog verwezen naar een e-mailbericht van 9 april 2021 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] aan Distro waarin onder meer het volgende staat: ‘Ik ben moe, ik slaap niet meer’ en ‘Ik kijk uit naar een goede reactie, niet te gecompliceerd, ik kan het niet meer volgen’ en ‘Kosten Therapie zijn nu 2500 euro geweest vanaf nov.’ Deze zinsnedes uit de e-mail leidden de rechtbank niet tot een andere conclusie. Er valt weliswaar een aanwijzing in te lezen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] stelt te kampen met problemen van psychische aard, maar niet dat (Distro wist of moest begrijpen dat) het tekenen van de overeenkomst daardoor is beïnvloed. Daarbij merkt de rechtbank op dat tussen deze e-mail en het tekenen van de overeenkomst door Distro nog een concept overeenkomst is opgesteld die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] geweigerd heeft te tekenen omdat zij het er niet mee eens was. Dat het vervolgens tekenen van de overeenkomst van 27 mei 2021 het gevolg was de psychische toestand van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] hoefde Distro te weten of te begrijpen omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] weldegelijk in staat was gebleken om concept overeenkomsten naast zich neer te leggen als zij het er niet mee eens was.
De gestelde mishandeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] door [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] maakt de conclusie niet anders. Zonder te willen afdoen aan de impact die een mishandeling kan hebben, moet worden geconstateerd dat, als deze heeft plaatsgevonden, dit negen respectievelijk zes maanden voor het tekenen van de overeenkomst heeft plaatsgevonden. In die periode is verschillende malen door Distro gepoogd om te komen tot schriftelijke vastlegging van afspraken en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft daaraan de medewerking onthouden omdat zij het met de inhoud van de voorstellen niet eens was. Onder deze omstandigheden kan niet worden geconcludeerd dat het vervolgens tekenen van de overeenkomst op 27 mei 2021 beïnvloed is door wat er op en voor november 2020 zou zijn gebeurd, althans dat Distro dit wist of moest begrijpen. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] bang was voor [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] , is de rechtbank evenmin gebleken. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] verwijzen daartoe naar een e-mailbericht van 24 maart 2021 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] aan - kennelijk - Distro waarin [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] onder meer schrijft: ‘Ik ben gewoon bang dat ik niet alleen alles verlies maar dat ie me zo gek hefet daar ik voor sleutels en schades betaal en ik gene geld heb en vervolgens new busienss en oppertunteiten door zijn aan uit spel ok nu nu allemala misloop.’ Zonder verdere toelichting, die ontbreekt, is dit een moeilijk te duiden bericht. De term ‘bang’ wordt erin genoemd, maar niet blijkt dat dit gaat over een angst voor de persoon [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] . Het lijkt eerder te gaan om een gevreesd verlies van omzet(potentieel). Een verband met het aangaan van de overeenkomst kan dan ook niet worden gelegd.
4.9.
De slotsom is dat het beroep van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] op vernietiging van de overeenkomst op grond van misbruik van omstandigheden niet opgaat. Dit betekent dat de vorderingen I en II in reconventie moeten worden afgewezen en dat hierna zal moeten worden onderzocht of de op de overeenkomst gebaseerde vorderingen I en II in conventie geheel of gedeeltelijk toewijsbaar zijn jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] .
4.10.
Ook vordering III in reconventie moet worden afgewezen. Die vordering is gebaseerd op de stelling dat ‘ [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] door toedoen van de heer [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] van Distro haar belangrijkste klant, Hoekflowers, op slinkse wijze aan Distro [heeft] verloren (randnummer 61 verzetdagvaarding)’. Distro heeft er bij conclusie van antwoord in reconventie terecht op gewezen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] geen juridische grondslag noemt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] vervolgens gesteld dat deze grondslag onrechtmatige daad is, die Distro zou hebben gepleegd jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] door misbruik van omstandigheden te maken en de overeenkomst te sluiten. De op onrechtmatige daad gebaseerde vordering is dus kennelijk gekoppeld aan de stelling dat er sprake is geweest van misbruik van omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst. Onder verwijzing naar het hiervoor overwogene, moet die stelling worden verworpen. Dit nog afgezien van het feit dat niet door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] is uitgelegd waarom de overeenkomst - waarin niets staat over Hoekflowers - in verband kan worden gebracht met het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] verliezen van Hoekflowers als klant. Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft willen stellen dat bij het sluiten van een andere overeenkomst sprake is geweest van misbruik van omstandigheden als gevolg waarvan Distro onrechtmatig handelen kan worden verweten, heeft zij dat standpunt (ook) onvoldoende onderbouwd. Geeneens is gesteld om welke overeenkomst het dan specifiek zou gaan.
Kan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] worden aangesproken op basis of naar aanleiding van de overeenkomst?
4.11.
Alle partijen hebben expliciet gesteld dat alleen Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] de partijen zijn bij de overeenkomst, zodat de rechtbank dat als vaststaand moet aannemen. Niettemin spreekt Distro ook [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] aan op betaling van boetes vanwege de gestelde niet nakoming van de overeenkomst middels het overtreden van de boeteclausules. Die aanspraak kan niet worden gehonoreerd. Als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] geen partij is bij de overeenkomst - zoals partijen volhouden - dan kunnen er voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] immers niet rechtstreeks verbintenissen uit voortvloeien. De omstandigheid dat de nakoming van het betreffende deel van de overeenkomst de facto bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] - als enige bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] betrokken natuurlijk persoon - ligt, maakt dat niet anders. Ook bij een eenpersoonsvennootschap moet het onderscheid tussen natuurlijke en rechtspersonen worden gehandhaafd.
4.12.
Subsidiair heeft Distro gesteld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] aangesproken kan worden op bestuurdersaansprakelijkheid. Ook die grondslag kan echter niet leiden tot veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] tot betaling van de contractuele boetes.
De rechtbank stelt daarbij voorop dat in beginsel alleen de betrokken rechtspersoon - hier: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] - aansprakelijk is voor niet-nakoming van op de rechtspersoon rustende verbintenissen en dat slechts in uitzonderingsgevallen de bestuurder van de rechtspersoon naast de rechtspersoon aansprakelijk kan zijn. Distro heeft in de dagvaarding weliswaar de in de jurisprudentie ontwikkelde regels over (de meest voorkomende vormen van) bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW weergegeven, maar aldaar geen duidelijke koppeling gelegd met de feiten van de onderhavige zaak. Tijdens de mondelinge behandeling is namens Distro de verwijtbaarheid benadrukt, in die zin dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] er volgens Distro op uit is om aan de wereld kenbaar te maken hoe fout [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] /Distro is. Dat maakt echter niet dat van bestuurdersaansprakelijkheid kan worden gesproken. Partijen hebben er volgens hun eigen stellingen voor gekozen om een verplichting die de facto alleen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] persoonlijk kan worden nagekomen vast te leggen in een overeenkomst tussen Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] . Iedere niet nakoming door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] betreft daarmee per definitie een handeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] . Dat de niet nakoming gepaard gaat met een handeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] is daarom niet bijzonder of uitzonderlijk, integendeel, terwijl voor bestuurdersaansprakelijkheid vereist is dat er méér aan de hand is dan het enkele niet nakomen door de rechtspersoon. Het gestelde oogmerk van het handelen maakt dit in dit specifieke geval niet anders. De mogelijkheid dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] ’s handelen die achtergrond had, moet immers geacht worden te zijn verdisconteerd in de overeenkomst, meer in het bijzonder in het overeenkomen van een boete en de hoogte daarvan, terwijl - het zij herhaald - partijen er ook expliciet voor hebben gekozen om de verplichting niet op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] te leggen maar op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] . In zoverre is het standpunt van Distro daarom onvoldoende onderbouwd.
Hierbij komt dat, indien er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid, de betreffende bestuurder aansprakelijk is voor de schade die de wederpartij van de rechtspersoon lijdt als gevolg van de niet nakoming van de verbintenis die de rechtspersoon had moeten nakomen. De partijen gaan ervan uit dat de overeenkomst behelst dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] verplicht is zich te onthouden van contact met de in de overeenkomst genoemde personen. Als het niet nakomen van die verplichting zou leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid, zou dat tot gevolg hebben dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] als bestuurder van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] de schade moet vergoeden die Distro heeft geleden als gevolg van de niet nakoming door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] . Die schade kan niet gelijk worden gesteld met een bedrag ter hoogte van de boetes, welke boetes kennelijk het karakter van aansporing tot nakoming hebben en niet van vaststelling van de schade als gevolg van de niet nakoming. Dat laatste is immers niet gesteld en is, mede gelet op de omvang van de boetes, ook niet aannemelijk. Distro baseert de omvang van een mogelijke vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid dan ook ten onrechte op het bedrag van de boetes. Over de eventueel daadwerkelijk door Distro geleden schade is niets gesteld en daarom is ook in zoverre de vordering van Distro op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] onvoldoende onderbouwd.
4.13.
Vorderingen I en II in conventie, voor zover gericht tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] , dienen derhalve alsnog te worden afgewezen.
Is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] gehouden boetes te betalen op grond van de overeenkomst en zo ja, tot welk bedrag?
4.14.
In dit onderdeel van het vonnis zal worden voortgeborduurd op hetgeen hiervoor is overwogen. Daaraan kan worden toegevoegd dat, nu ook [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] geen partij is bij de overeenkomst, vordering II in conventie zal worden afgewezen voor zover deze is gebaseerd op de mogelijkheid dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] aanspraak kan maken op betalingen op grond van de overeenkomst. Hierna zal dus alleen de aanspraak van Distro op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] op grond van de overeenkomst worden onderzocht. Stellingen die gaan over [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] zullen buiten beschouwing worden gelaten.
4.15.
Distro stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] onder meer in oktober en november 2021 [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] per e-mail heeft benaderd en ook personen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en personeel van Distro. Volgens Distro betekent dit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] op grond van de boeteclausules in de overeenkomst € 380.000,00 aan Distro verschuldigd is. Distro heeft dit voorgerekend middels een overzicht dat is opgenomen in randnummer 3.10. van de oorspronkelijke dagvaarding. Het daarin vermelde totaal van 69 overtredingen berust kennelijk op een verschrijving, nu het overzicht 98 overtredingen vermeldt. Op basis daarvan wordt een totaal verschuldigde boete van
€ 366.000,00 voorgerekend. Het daarvan afwijkende bedrag van € 380.000,00 is niet toegelicht, zodat de rechtbank zal uitgaan van een maximaal in oktober en november 2021 verschuldigde boete van 366.000,00. In deze procedure heeft Distro haar vordering ter zake beperkt tot € 96.950,00 inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
4.16.
Distro stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] zich in de betreffende periode 67 keer per e-mail heeft gewend tot mensen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] . Daarvan maken deel uit 30 e-mails aan [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] zelf. Distro stelt dat op het benaderen van mensen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] een hogere boete staat vanwege de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die daarmee gepaard gaat. Volgens Distro brengt daarom een redelijke uitleg van de boeteclausule met zich dat op het benaderen van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] dezelfde boete staat.
Daarnaast zou [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] zich 31 keer per e-mail hebben gewend tot werknemers van Distro, waarvan 2 keer tot [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] .
4.17.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] stelt dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] buiten de beide categorieën valt waarop de boeteclausule van toepassing is. Zij voert aan dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] niet iemand is uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en evenmin behoort tot het personeel van Distro (waarvan hij alleen de bestuurder zou zijn). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] stelt dat als het de bedoeling van Distro was geweest om het benaderen van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] ook onder de boeteclausule te brengen, zij dat, als opsteller van de overeenkomst, eenvoudig daarin had kunnen opnemen.
Verder voert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] aan dat niet duidelijk is welk gedrag volgens de overeenkomst te gelden heeft als een voor boete vatbare overtreding. Concreet benoemt zij het geval dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] reageert op een e-mail van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] waardoor, volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] , weer een reactie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] wordt uitgelokt. Verder voert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] aan dat niet duidelijk is op welke overtredingen de ingestelde vordering van € 96.950,00 ziet. Tot slot stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] dat uit de overeenkomst niet blijkt dat degenen op grond van het benaderen van wie Distro de boetes van € 5.000,00 claimt behoren tot de kring ‘privé-omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] ’.
4.18.
De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] in haar stelling dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] niet valt onder de categorie ‘mensen uit de privé omgeving [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] ’. Daarbij is allereerst van belang dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] taalkundig gezien niet iemand is uit zijn eigen omgeving. Weliswaar kan wat tussen partijen overeen is gekomen niet zonder meer enkel worden bepaald door wat schriftelijk is vastgelegd, maar bij de vaststelling van wat tussen partijen geldt is hetgeen schriftelijk is vastgelegd wel vaak van grote praktische betekenis. In dit geval is dat ook zo, omdat er geen aanwijzingen zijn dat partijen over en weer moesten begrijpen dat er iets anders werd overeengekomen dan er staat. Daarbij is van belang dat Distro, in reactie op het standpunt van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] , slechts heeft herhaald dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] ook valt onder de categorie van personen ‘mensen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] ’, zonder dat standpunt verder toe te lichten. Verder acht de rechtbank de aard van de overeenkomst van belang, in die zin dat daarin op ieder contact - ook wanneer dat niet als onbehoorlijk of onrechtmatig kan worden geduid - een boete wordt gesteld. Dat rechtvaardigt een restrictieve uitleg van de kring van de personen waarmee contact verboden is. Indien Distro had gewild dat het verbod ook voor [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] zelf zou gelden had zij dat, als opsteller van de overeenkomst, daarin kunnen opnemen zodat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] vervolgens de afweging had kunnen maken of zij zich daaraan zou willen conformeren. Bij gebreke daarvan kan niet worden aangenomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] moest begrijpen dat een verbod tot het benaderen van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] privé ook onderdeel van de overeenkomst zou moeten uitmaken en kon Distro daar dus niet op vertrouwen. Alles samennemend volgt de rechtbank [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] dus in haar stelling dat contact met [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] privé niet leidt de verplichting een boete te betalen. Daarmee hoeft niet mee te worden ingegaan op de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] gestelde uitlokking, omdat dit mogelijk alleen heeft gespeeld in de contacten tussen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] privé en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] .
4.19.
Het benaderen van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] op zijn e-mailadres bij Distro ( [e-mailadres 1] ) leidt wel tot het verbeuren van een boete omdat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] alsdan kennelijk is benaderd in zijn hoedanigheid van personeelslid van Distro, ten aanzien waarvan expliciet is vastgelegd dat het benaderen daarvan leidt tot een boete van € 1.000,00 per keer. Dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] mogelijk geen werknemer, maar ‘enkel’ bestuurder, is van Distro maakt dat niet anders. Naar het oordeel van de rechtbank moest [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] begrijpen dat met ‘personeel van Distro’ wordt gedoeld op de bij Distro werkzame personen, [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] incluis. Dit mede vanwege de achtergrond van de overeenkomst, die een einde van de samenwerking tussen Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] markeert en de duidelijk kenbare wens van Distro om niet meer met berichten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] te worden geconfronteerd. Als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] met succes had willen betogen dat deze contacten niet zouden mogen vallen onder de boeteclausule omdat deze het gevolg waren van ‘uitlokking’ had zij dat concreet moeten duiden aan de hand van de inhoud van de berichten. Bij gebreke daarvan heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] haar standpunt onvoldoende onderbouwd.
Ook met het benaderen van een (andere) werknemer van Distro (‘ [naam 1] ’ via [e-mailadres 2] ) heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] de boeteclausule die geldt voor personeel van Distro overtreden.
4.20.
Distro heeft in de oorspronkelijke dagvaarding opgesomd hoe vaak [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en ‘ [naam 1] ’ via hun e-mailadres bij Distro zouden zijn benaderd (respectievelijk 2 en 29 keer) en daarbij verwezen naar bewijzen van communicatie die als productie 7 zijn overgelegd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft niet betwist dat er berichten aan voormelde e-mailadressen zijn verzonden en de door Distro gestelde omvang daarvan evenmin. Derhalve moet worden vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] in oktober en november 2021 in totaal 31 keer personeel van Distro heeft benaderd.
4.21.
De overige gestelde overtredingen van de boeteclausule hebben betrekking op, volgens Distro, ‘mensen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] ’. In reactie op de stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] dat niet blijkt dat door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] benaderde personen behoren tot die kring, heeft Distro gesteld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] bekend was met de mensen waar [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] in privé contact mee had omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] gedurende enige tijd een relatie met [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] heeft gehad. Distro verwijst naar WhatsApp verkeer tussen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] (door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] overgelegd als productie 14) waarin de naam wordt genoemd van de vrouw met wie [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] een relatie heeft. Het betreft ‘ [naam 2] ’, zijnde kennelijk de persoon die in het overzicht van Distro als ‘ [naam 2] ’ wordt vermeld. Ten aanzien van deze aldus voldoende concreet gemaakte beweerdelijke overtreding van de boeteclausule had van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] verwacht mogen worden dat zij daarop concreet zou reageren. Dat deed zij niet terwijl zij evenmin het benaderen van deze persoon en het door Distro gestelde aantal keer (14) heeft betwist. In zoverre wordt dus als vaststaand aangenomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] de boeteclausule ten aanzien van personen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] heeft overtreden.
4.22.
Ten aanzien van de overig gestelde keren dat personen uit de privé omgeving van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] zouden zijn benaderd, heeft Distro in reactie op het verweer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] niets concreets aangevoerd. Een verdere toelichting - die zou moeten inhouden welke relatie de bedoelde personen tot [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] , voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] kenbaar, hebben waardoor zij kunnen worden geacht te behoren tot zijn privé omgeving - ontbreekt derhalve, wat gezien het verweer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] wel van Distro verwacht mocht worden. Buiten het benaderen van [naam 2] kan dus geen overtreding van de boeteclausule ‘privé’ worden vastgesteld.
4.23.
De tussenconclusie is dat Distro op basis van de boeteclausules in de overeenkomst van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] ([31 x € 1.000,00] + [14 x € 5.000,00] =) € 101.000,00 te vorderen heeft.
4.24.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] heeft nog gesteld dat een eventueel verschuldigde boete zou moeten worden gematigd. Zij heeft daartoe echter alleen gesteld dat de boete ‘torenhoog’ is en in strijd met de redelijkheid en billijkheid ‘ex artikel 6:2 BW’. Dat is echter een te algemene en daarmee onvoldoende onderbouwing van een beroep op matiging, waarvoor (ex artikel 6:94 lid 1 BW) is vereist dat de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Het beroep op matiging wordt dus niet gehonoreerd, wat ook betekent dat vordering IV in reconventie zal worden afgewezen (voor zover dat al kan worden gezien als een zelfstandige vordering).
4.25.
De eindconclusie is dat de vorderingen I (primair) en II in conventie ten aanzien van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] toewijsbaar zijn tot het gevorderde bedrag van € 96.950,00. Daarvan maakt deel uit een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten waarvan door Distro onweersproken is gesteld dat dit € 1.744,50 bedraagt en tegen de verschuldigdheid waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] geen verweer heeft gevoerd. Ook maakt van dit bedrag deel uit de (niet nader gespecificeerde) wettelijke rente tot aan de dag van dagvaarding.
Dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] immateriële schade van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] te vergoeden?
4.26.
[eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] vordert tevens veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] tot vergoeding aan hem van geleden immateriële schade ter hoogte van € 3.000,00, althans zo moet vordering III in conventie kennelijk worden begrepen. [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] stelt dat de uitlatingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] een aantasting in de eer en goede naam van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] opleveren. Hij verwijst daartoe concreet naar twee zinsnedes uit e-mails van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] (al dan niet namens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] ) van 31 januari en 1 februari 2022. Het betreft de zinsnedes ‘En in een bizarre toestand waarbij deze oplichter me alles ontnam! Ik herhaal oplichter’ respectievelijk ‘Je pikt. Je sexueel intimideert… Liegt jaren en misbruikt vrouwen’
4.27.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] heeft ten verwere aangevoerd dat de gestelde immateriële schade op geen enkele wijze is onderbouwd. [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] heeft deze vordering vervolgens niet meer toegelicht.
4.28.
De rechtbank is het met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] eens dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] zijn aanspraak onvoldoende heeft onderbouwd. Daarop wordt voorop gesteld dat [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] deze aanspraak kennelijk baseert op een veelheid van berichten en de gevolgen die dat voor hem heeft gehad. Bij de onderbouwing van de vordering verwijst [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] echter alleen naar de twee hiervoor geciteerde zinsnedes uit twee berichten. De inhoud van overige in dit kader mogelijk relevante berichten is niet geciteerd of anderszins concreet geduid, zodat die berichten geen rol kunnen spelen bij de beoordeling van de hier besproken vordering. Verder is van belang dat van aantasting van eer of goed naam slechts sprake kan zijn als derden van de betreffende uitingen kennis nemen. Het citaat uit de e-mail van 1 februari 2022 lijkt te komen uit een bericht dat aan [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] is gericht. In ieder geval had het op de weg van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] gelegen om op dit punt duidelijkheid te verschaffen, bij gebreke waarvan hij zijn standpunt in zoverre onvoldoende heeft onderbouwd. Wat overblijft is de zinsnede uit het e-mailbericht van 31 januari 2022. Van dat bericht kan worden aangenomen dat het (mede) aan een ander dan [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] is gericht. Ook is het duidelijk diffamerend van aard. De rechtbank kan bij de beantwoording van de vraag of er aanleiding is een immateriële schadevergoeding toe te kennen zoals gezegd echter alleen acht slaan op dit bericht en moet verder vaststellen dat over de gevolgen niet meer is gesteld dan dat het werkplezier van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] er door verminderd is. Over alle uitlatingen tijdens de mondelinge behandeling nog gezegd dat deze ten koste gaan van de reputatie van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] en dat het impact heeft op zijn psychische gesteldheid. Deze algemene toelichting in combinatie met het ene hier in aanmerking te nemen concrete bericht, acht de rechtbank geen aanleiding geven voor het toekennen van een immateriële schadevergoeding.
4.29.
Vordering III in conventie zal dus alsnog worden afgewezen.
Verbod tot het doen van uitlatingen
4.30.
Tegen vordering IV in conventie is ook in de verzetprocedure geen enkel verweer gevoerd, zodat deze aldus nog immer onweersproken vordering in stand zal moeten blijven.
Tot slot
4.31.
Aangezien de buitengerechtelijke werkzaamheden namens Distro en/of [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] kennelijk zijn verricht ten behoeve van de verzekering van de rechten van deze partijen op basis van de overeenkomst en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] geen partij is bij die overeenkomst, is er geen aanleiding om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] te veroordelen tot het vergoeden van de gemaakte kosten. De vordering ter zake voor zover gericht tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] zal dus worden afgewezen.
4.32.
In conventie worden Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] deels in het ongelijk gesteld. Tussen hen zullen daarom de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder zowel in de verstekprocedure als in de verzetprocedure de eigen kosten draagt. De vorderingen van Distro op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] zoals toegewezen in het verstekvonnis blijven in stand, zodat datzelfde moet gelden voor de proceskostenveroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] ten gunste van Distro. Daarnaast wordt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] veroordeeld in de proceskosten in conventie in de verzetprocedure, die worden begroot op
€ 1.183,00 aan salaris advocaat (1 punt x tarief € € 1.183,00). De vorderingen van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] worden alsnog afgewezen. [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] zal daarom veroordeeld moeten worden in de proceskosten. Aangezien echter nagenoeg geen proceshandelingen zijn verricht ter zake van vorderingen van alleen [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] , zullen de proceskosten worden begroot op nihil.
4.33.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden vernietigd, voor zover daarin vorderingen zijn toegewezen die alsnog moeten worden afgewezen. Voor het overige zal dit vonnis op genoemde gronden worden bekrachtigd.
4.34.
In reconventie zullen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] worden begroot op € 598,00 salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 598,00).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
vernietigt het door deze rechtbank op 25 mei 2022 onder zaaknummer / rolnummer 304282 / HA ZA 22/183 gewezen verstekvonnis, voor zover daarin:
- onder 3.1., 3.2., 3.3., 3.5. en 3.6. vorderingen tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] zijn toegewezen,
- onder 3.2., 3.5. en 3.6. vorderingen van [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] zijn toegewezen,
en wijst het betreffende deel van de vorderingen alsnog af,
5.2.
bekrachtigt het verstekvonnis voor het overige,
5.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen Distro en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] , in die zin dat iedere partij zowel in de verstekprocedure als in de verzetprocedure de eigen kosten draagt,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] in de proceskosten van Distro in de verzetprocedure, tot op heden begroot op € 1.183,00,
5.5.
veroordeelt [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] in de proceskosten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] in de verstekprocedure en de verzetprocedure, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] tot op heden begroot op nihil,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het verzet sub 2] in de proceskosten, aan de zijde van Distro en [eiser inconventie, gedaagde in het verzet sub 2] tot op heden begroot op € 598,00,
5.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op
21 juni 2023. [1]

Voetnoten

1.type: BdB