Wat vindt de rechtbank
9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres 60,73% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 1 januari 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
10. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van wat in bezwaar is aangevoerd.
Medische grondslag van het bestreden besluit
11. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Zij heeft de door eiseres ingebrachte medische informatie meegewogen in haar beoordeling. De rechtbank constateert dat alle bekende klachten, onder andere de psychische klachten, incontinentieklachten, pijn- en vermoeidheidsklachten, fysieke klachten en gehoor-, stem- en evenwichtsproblemen, kenbaar zijn meegewogen door de verzekeringsarts B&B. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
12. In het rapport van 1 juni 2022 vermeldt verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 1] dat het door verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 2] op 3 februari 2022 verrichte medisch onderzoek meegenomen zal worden in de oordeelsvorming. Op verzoek van de rechtbank heeft het UWV in beroep het verslag van dit door verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 2] verrichte onderzoek toegezonden. Uit dit verslag volgt dat verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 2] eiseres heeft gesproken en onderzocht. Ook heeft verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 2] in dit rapport zijn tussenconclusies beschreven. Door omstandigheden heeft verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 1] vervolgens het rapport afgerond. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de onderzoeksbevindingen van verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 2] niet meegenomen konden worden in deze beoordeling voor zover deze bevindingen betrekking hebben op de datum in geding.
13. De rechtbank overweegt dat de gang van zaken zoals hiervoor beschreven betekent dat het bestreden besluit een gebrek bevat. Het UWV heeft pas in beroep het verslag van verzekeringsarts B&B [naam verzekeringsarts 2] toegezonden, wat betekent dat niet de volledige motivering van het bestreden besluit bij de bekendmaking ervan is vermeld. Dit is in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank zal dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb passeren, omdat aannemelijk is dat eiseres hierdoor niet is benadeeld. Ook als het gebrek zich niet had voorgedaan, zou een besluit met gelijke uitkomst zijn genomen.
De beoordeling van de belastbaarheid
14. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om te twijfelen aan de medische beoordeling en zal dat uitleggen.
15. Ten aanzien van de psychische klachten heeft de verzekeringsarts B&B toegelicht dat er uit de medische informatie en het psychische onderzoek geen aanwijzingen zijn voor het bestaan van een cognitieve stoornis, leidend tot concentratie- en geheugenproblemen. De verzekeringsarts B&B neemt aanvullende beperkingen aan in verband met de psychische problemen als gevolg van het overlijden van eiseres haar echtgenoot, de rouw en de ervaren belemmeringen hierbij. Ook heeft de verzekeringsarts B&B aanvullende beperkingen aangenomen voor het hanteren van emotionele problemen van anderen en intensieve contacten met derden zoals intensief samenwerken met collega’s, klanten of patiënten en werk met leidinggevende aspecten. Verder heeft de verzekeringsarts B&B aanvullende beperkingen aangenomen in verband met spreken en de noodzaak voor een toilet in de nabijheid van de werkplek. Voor de pijnklachten en de handklachten heeft de verzekeringsarts B&B toegelicht dat hiervoor al beperkingen zijn aangenomen en dat zij geen aanwijzingen ziet voor verdergaande beperkingen. De verzekeringsarts B&B heeft ook toegelicht waarom zij geen reden ziet voor een urenbeperking, indien rekening wordt gehouden met de al aangenomen beperkingen.
16. De rechtbank overweegt dat als iemand het niet eens is met de medische beoordeling, diegene dat dient te onderbouwen met medische informatie. Dat eiseres zelf geen benutbare mogelijkheden, of meer of andere beperkingen ervaart dan aangenomen door de verzekeringsarts B&B is voor de rechtbank onvoldoende om te twijfelen aan de medische beoordeling. In de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. De rechtbank komt tot het oordeel dat de verzekeringsarts B&B ten aanzien van de lichamelijke en psychische klachten van eiseres inzichtelijk en duidelijk heeft gemotiveerd tot welke beperkingen deze leiden. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd en het dossier geen aanknopingspunten om te twijfelen aan deze motivering.
17. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 1 januari 2022 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld in de FML van 1 juni 2022.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 1 juni 2022 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als projectleider, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies opgeleverd.
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie;
- ( sbc-code 111160) Textielproductenmaker;
- ( sbc-code 315100) Administratief ondersteunend medewerker.
19. De rechtbank overweegt dat het de arbeidsdeskundige B&B in het kader van een volledige heroverweging vrij staat om functies (sbc-codes) te wijzigen. Anders dan eiseres, vindt de rechtbank dat de arbeidsdeskundige B&B voldoende heeft gemotiveerd dat de functie van Administratief ondersteunend medewerker (sbc-code 315100) voldoet aan het vereiste dat deze functie drie arbeidsplaatsen vertegenwoordigt. Van ‘geknutsel’, zoals eiseres stelt, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft in haar rapport en de functiebeoordeling uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn.
21. De stelling van eiseres dat zij de functies niet kan verrichten gezien haar klachten en beperkingen aan de handen is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
De rechtbank volgt eiseres ook niet in haar stelling dat de functie van Administratief ondersteunend medewerker (sbc-code 315100) voor haar ongeschikt is omdat er telefonische gesprekken met klanten moeten worden gevoerd terwijl zij nauwelijks is te verstaan. De verzekeringsarts B&B heeft eiseres beperkt geacht voor spreken, waarbij zij onder meer heeft opgenomen: “Eiseres is niet in staat om langdurige gesprekken te voeren, verminderd volume.” Ten aanzien van de functie Administratief ondersteuner (sbc-code 315100) heeft de arbeidsdeskundige B&B in overleg met de verzekeringsarts B&B toegelicht dat het gaat om verdeeld over de dag ongeveer 15 minuten telefonisch spreken met klanten en dat een dergelijke lage belasting voor eiseres mogelijk is. De rechtbank kan dat volgen.
22. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige B&B duidelijk en inzichtelijk gemotiveerd waarom de geduide functies passend zijn. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
23. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 1 januari 2022 met de middelste van de drie geduide functies 39,27% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 60,73% arbeidsongeschikt is.