Op 13 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de Wet open overheid (Woo). Verzoekster, een ondernemer, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat een verzoek om openbaarmaking van documenten gedeeltelijk had toegewezen. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) had op 22 mei 2023 besloten om bepaalde documenten openbaar te maken, maar met de beperking dat identificerende gegevens van verzoekster waren weggelakt. Verzoekster was van mening dat de openbaarmaking van de documenten indirect haar persoonlijke levenssfeer zou schenden, omdat zij meende dat de documenten nog steeds herleidbaar waren tot haar bedrijf.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn voor het Woo-verzoek was overschreden, maar dat dit niet betekende dat de derde-partij geen belang had bij de openbaarmaking. De voorzieningenrechter oordeelde dat het algemeen belang van openbaarheid zwaarder weegt dan de persoonlijke belangen van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de gegevens die niet waren weggelakt, zoals rapportnummers en datums, niet voldoende waren om verzoekster te identificeren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat het bestreden besluit naar verwachting in stand zal blijven.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en openbaarheid van informatie in het kader van de democratische samenleving, zoals vastgelegd in de Woo. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het besluit van de Minister en heeft de belangenafweging die door de Minister was gemaakt, onderschreven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open.