ECLI:NL:RBLIM:2023:4680
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek UWV inzake Ziektewet-uitkering en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 4 augustus 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn herzieningsverzoek door het UWV. Eiser had verzocht om terug te komen op een eerder besluit van 10 december 2008, waarin zijn Ziektewet-uitkering per 15 december 2008 werd beëindigd. Het UWV had dit verzoek afgewezen op basis van de conclusie van een verzekeringsarts dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat er wel degelijk nieuwe medische gegevens waren die een herziening rechtvaardigden. Tijdens de zitting op 27 juni 2023 werd het beroep behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die de eerdere beslissing konden ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts B&B voldoende had gemotiveerd dat de medische gegevens van eiser niet relevant waren voor de beoordeling van zijn situatie in 2008. Eiser had ook aangevoerd dat hij niet was gehoord tijdens de bezwaarprocedure, maar de rechtbank oordeelde dat dit gebrek niet tot nietigheid van het besluit leidde, omdat eiser in beroep zijn standpunt had kunnen toelichten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde het UWV in de proceskosten van eiser, die op € 1.674,- werden vastgesteld, en droeg het UWV op het griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden.