ECLI:NL:RBLIM:2023:5503
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning proceskostenvergoeding na intrekking van het beroep in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en het UWV. De verzoeker had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV, waarin werd medegedeeld dat zijn arbeidsgeschiktheid niet was gewijzigd. De verzoeker was 80 tot 100% arbeidsongeschikt, maar het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond, met de stelling dat de verzoeker onveranderd volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was. Na een intrekking van het bestreden besluit door het UWV op 4 mei 2023, heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, waarop het UWV akkoord ging met de veroordeling in de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien het UWV tegemoet is gekomen aan het beroep van de verzoeker, heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 837,- voor rechtsbijstand door een gemachtigde, en heeft het UWV tevens verplicht om het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is verzonden op 14 september 2023 en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.