ECLI:NL:RBLIM:2023:5658

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
ROE 23/1686
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de verzoeker beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert, waarin het college heeft besloten om het Woo-verzoek van de verzoeker niet in behandeling te nemen. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen, maar deze heeft het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang aanwezig was bij het verzoek van de verzoeker.

De verzoeker had in eerste instantie gevraagd om schorsing van het bestreden besluit. De voorzieningenrechter stelde vast dat, zelfs als het bestreden besluit zou worden geschorst, de besluiten die het college in stand heeft gelaten, nog steeds van kracht zouden zijn. Dit zou de verzoeker dus niet helpen, aangezien de schorsing geen effect zou hebben op andere lopende of toekomstige Woo-verzoeken.

Daarnaast vroeg de verzoeker de voorzieningenrechter om het college te verplichten om binnen twee weken na de uitspraak een document te verstrekken waarin staat wie klachten behandelt binnen de gemeentelijke organisatie. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de verzoeker deze informatie niet nodig had om zijn beroep af te wachten, en dat hij ook zonder deze informatie klachten kon indienen bij de gemeente.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat het college het griffierecht hoefde te vergoeden. Tegen de uitspraak staat geen rechtsmiddel open, en partijen ontvangen het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak binnen twee weken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 23/1686

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

6 september 2023 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] uit [woonplaats] , verzoeker,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Motivering van de uitspraak

1. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af omdat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. Een verzoek om een voorlopige voorziening komt niet voor inwilliging in aanmerking als de verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het verzoek. Verzoeker heeft dat belang bij zijn verzoek niet om de volgende redenen.
2. Verzoeker heeft in de eerste plaats om schorsing van het bestreden besluit gevraagd. Zou de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening het bestreden besluit schorsen, gelden de besluiten die het college met het bestreden besluit in stand heeft gelaten, te weten de besluiten van 28 maart 2023 en 25 april 2023, waarbij het college heeft besloten de Woo-verzoeken van verzoeker van 13 maart 2023 en 9 april 2023 niet in behandeling te nemen, nog steeds. Een schorsing van het bestreden besluit levert verzoeker daarom niets op. Schorsing van het bestreden besluit heeft bovendien geen effect op beslissingen van het college op lopende of toekomstige Woo-verzoeken. Over die beslissingen gaat deze voorlopige voorzieningenprocedure namelijk niet. Verzoeker kan daarom met de gevraagde schorsing van het bestreden besluit ook niet voorkomen dat het college nieuwe Woo-verzoeken ook niet in behandeling gaat nemen.
3. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter in de tweede plaats gevraagd het college bij wijze van voorlopige voorziening te verplichten hem binnen twee weken na de uitspraak een document te verstrekken waaruit blijkt wie in de gemeentelijke organisatie klachten behandelt. Nog los van de vraag of het verzoek in zoverre aan de voorwaarde van materiële connexiteit voldoet en dus of het wel een voorlopige voorziening is die de voorzieningenrechter in deze procedure kan treffen, is de voorzieningenrechter niet gebleken dat verzoeker de behandeling van het beroep (AWB 23/1684) niet kan afwachten zonder de naam van de klachtenbehandelaar te weten. Verzoeker kan namelijk ook als hij de naam van de klachtenbehandelaar niet weet, klachten bij de gemeente van het college indienen. Dat verzoeker de naam van de klachtenbehandelaar nodig heeft voor de civiele procedure waarin op 13 oktober 2023 een zitting gepland staat, is de voorzieningenrechter niet gebleken.

Wat verder nog is overwogen of gezegd

4. Omdat het verzoek wordt afgewezen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang bij het verzoek, ziet de voorzieningenrechter geen reden om het college het griffierecht te laten vergoeden dat verzoeker voor de behandeling van het verzoek heeft moeten betalen.
5. De voorzieningenrechter heeft partijen tot slot nog gezegd dat tegen de uitspraak geen rechtsmiddel openstaat en dat partijen het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak binnen twee weken toegestuurd krijgen.
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door mr. G. Leijten, voorzieningenrechter, en mr. A.W.C.M. Frings, griffier.
griffier voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: 20 september 2023
Tegen de uitspraak in dit proces-verbaal staat geen hoger beroep of verzet open.