Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
25 november 2019 een uitkering op grond van de Ziektewet toegekend.
Wat vindt het UWV
Wat vindt eiseres
Wat vindt de rechtbank
1 september 2019 aangegeven dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de werkgever niet bereid is de CAO-verhoging te betalen. De rechtbank merkt ook het antwoord van de werkgever van 15 februari 2019 op:
‘Op jouw loonstrook van 01.2019 is jouw verhoging al aangepast.’Eiseres heeft verder niet aangetoond dat hier, ondanks het antwoord van de werkgever, geen sprake van is. De rechtbank volgt de arbeidsdeskundige B&B in haar standpunt dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de CAO-verhoging per januari 2019 niet is gehanteerd.
11 september 2023 aangegeven dat onvoldoende is vast te stellen dat er sprake is van loon waarop rechtens aanspraak bestond en dat niet geheel is betaald. Er is geen onderbouwing van eventuele mondelinge afspraken. Ook de verwijzing naar de eerdere tredeverhoging in april 2017 is hiervoor onvoldoende. Toepassing kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van functioneren. Verder heeft de werkgever de tredeverhoging toegepast per 1 augustus 2018 en niet per 1 april 2018 en eiseres claimt de verhoging ook per augustus 2018 en niet per april 2018. De rechtbank kan deze motivering volgen. De e-mailberichten van eiseres aan haar werkgever zijn onvoldoende om aan te tonen dat er sprake was van vorderbaar, maar niet inbaar loon. Uit de e-mailberichten valt niet af te leiden dat eiseres daadwerkelijk recht had op een tredeverhoging per 1 april 2018. Ook uit de CAO kan de rechtbank niet afleiden dat eiseres per 1 april 2018 recht had op een tredeverhoging. Voor de rechtbank is doorslaggevend dat uit de berichten van eiseres aan de werkgever niet volgt dat zij per
1 april 2018 een tredeverhoging claimt.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1674,-.