Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die op 13 oktober 2023 door de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een kort geding waarin de eiser, vertegenwoordigd door mr. G.J.E. Schoofs, een ontruiming vordert van de woning van de gedaagde wegens huurachterstand. De gedaagde is niet verschenen op de zitting van 9 oktober 2023, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eiser, die een spoedeisend belang heeft, niet onrechtmatig of ongegrond is. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de eiser zijn vordering tot gebruiksvergoeding/huur verminderd van € 850,- naar € 800,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2023. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het pand te ontruimen en aan de eiser een bedrag van € 3.112,90 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.019,57. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.