ECLI:NL:RBLIM:2023:6145

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
C/03/311017 / HA ZA 22-489
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aannemingsovereenkomst en gebreken bij uitvoering van werkzaamheden in de woning

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een geschil tussen een opdrachtgever en een aannemer over de uitvoering van werkzaamheden aan een woning. De opdrachtgever, aangeduid als [eiser in conventie, verweerder in reconventie], heeft de aannemer, aangeduid als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], opdracht gegeven voor het uitvoeren van diverse werkzaamheden aan een in 1925 gebouwde woning. De werkzaamheden omvatten onder andere het leveren en monteren van kozijnen, het aanbrengen van isolatie, en het plaatsen van een trap. De opdrachtgever heeft echter geconstateerd dat de werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd en heeft de aannemer in gebreke gesteld. Na meerdere ingebrekestellingen en een deskundigenonderzoek, waaruit bleek dat de kwaliteit van het uitgevoerde werk onvoldoende was, heeft de opdrachtgever schadevergoeding geëist. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aannemer tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en dat de opdrachtgever recht heeft op vervangende schadevergoeding. De rechtbank heeft tevens een deskundigenonderzoek gelast om de gebreken en de kosten van herstel vast te stellen. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en het indienen van een deskundigenrapport.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/311017 / HA ZA 22-489
Vonnis van 4 oktober 2023
in de zaak van

1.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1]

2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
advocaat: mr. D. Dronkers te Roermond,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende en zaakdoende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
advocaat: mr. J.F.G. Godart te Heerlen (toevoeging).
Eisers worden hierna samen in enkelvoud “ [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ” en gedaagde “ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ” genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 oktober 2022 met de productie 1 t/m 13
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie met de
producties 1 t/m 29
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de beslissing van 15 februari 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 23 mei 2023, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt
- de spreekaantekeningen van partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] exploiteert een bouwonderneming en verricht onder andere reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan woningen (productie 1 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ).
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft in 2021 een woning aan de [adres] te [woonplaats 1] gekocht. De woning betreft een in 1925 gebouwde hoekwoning. Bij aankoop bleek dat er (herstel-) werkzaamheden aan de woning moesten worden verricht.
2.3.
Partijen hebben onderhandeld over de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in opdracht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in/aan de woning te verrichten werkzaamheden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de overeengekomen werkzaamheden en aanneemsom bij e-mail van 2 maart 2021 bevestigd (productie 1, eerste deel, dagvaarding en productie 6 / randnr. 15 bij conclusie van antwoord in conventie):
“Hallo [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
even het volgende met betrekking tot de facturatie:
• Leveren en monteren van kozijnen €20.000 inclusief BTW, zou fijn zijn als je op de offerte de U waarde van 0.7 voor het tripple glas kunt benoemen, het monteren van tripple glas, de rc waarde
van de deuren en bij voorkeur de afmetingen van de kozijnen. Ik moet namelijk ook het aantal
ramen en het aantal m2 kunnen verantwoorden voor de subsidie. Kostprijs €17300 inclusief BTW
• Leveren en monteren van plafond, 75m2 bg, 68m2 le, 75m2 zolder à €45 inclusief BTW inclusief
80mm isolatie, totaal kostprijs €4335. Factuurbedrag €4700 inclusief BTW
• Isolatie wanden inclusief zetten profielen en gipsplaten, Factuur en kostprijs €9800 inclusief BTW. Ik heb aangehouden dat jij alles inclusief de isolatie van 80mm levert en monteert voor een prijs
van €45 inclusief BTW per m2. 75m2 bg, 68m2 le, 75m2 zolder
• Plinten heb ik een kostprijs van €1330 opgenomen echter deze wil ik niet apart benoemd hebben
op een factuur
• Binnendeuren 2 stuks totaal kostprijs €500 inclusief btw en montage, deze ook niet te benoemen
op factuur
• Elektra materialen €1380 kostprijs voor mij en €1380 euro te factureren
• Fronten keuken €1500 niet te benoemen op factuur
• Vensterbanken €1500 niet te benoemen op factuur
• Leveren overige materialen €1000 (zwaluwstaartplaten etc)
• Leveren en monteren vaste trap kostprijs €904, 4500€ op factuur
Kortom een totaal te leveren bedrag van €40.009, op factuur €40380
Facturen:
• Kozijnen 20.000, denk aan U- en RC waardes en graag omschrijven welke maten en dat het Tripple glas is
• Plafond 4700
• Isolatie 9800 denk aan m2 en omschrijving SPOUWmuurisolatie met bijbehorende RD waarde
• Electra materialen 1380
• Vaste trap 4500
Dus de overige punten zou ik graag zonder verdere omschrijving willen hebben gemaakt zonder dat deze op de facturen worden omschreven maar zoals te zien is worden deze dus wel uitbetaald.
Hoop dat je hier even mee vooruit kunt, mochten er vragen zijn verneem ik dat graag.
Groet,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ”
2.4.
Partijen zijn als meerwerk overeengekomen het leveren en monteren van een eikenhouten trap van de begane grond naar de eerste verdieping door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen betaling van € 7.800,00 door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (randnr. 9 dagvaarding en offerte [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] 4621, productie 5, conclusie van antwoord in conventie).
2.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gestart met de werkzaamheden in maart 2021.
2.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 29 juli 2021 in gebreke gesteld en gesommeerd de (resterende) werkzaamheden uiterlijk in week 33 2021 op te leveren (productie 3, tweede helft, dagvaarding).
2.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft in reactie op de bovenstaande ingebrekestelling op 30 juli 2021 per e-mail aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bericht dat hij - kort gezegd - de opleverpunten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal opnemen en afhandelen (productie 13, conclusie van antwoord in conventie).
2.8.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij e-mail van 8 augustus 2021 (productie 14, conclusie van antwoord) bericht:
“Zoals u weet en al eerder vernoemd is,
Zijn de meerwerken in de prijs nog niet opgenomen. Deze laten wij dan ook per mail toe komen. gezien deze werken zijn afgerond, kan dit ook afgehandeld worden.
Betreft raamdorpels buiten zullen geen kosten op ons verhaald kunnen worden, gezien deze nog niet betaald zijn.
Dan is er conform onze voorwaarden ook geen akkoord offerte.”
2.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft bij brief van 15 augustus 2021 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] opnieuw in gebreke gesteld (productie 5, dagvaarding). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarbij twee opties voorgehouden (inzake einde werkzaamheden) en de betalingen van de meerwerk factuur en nog openstaande facturen opgeschort.
2.10.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft bij brief van zijn gemachtigde van 12 oktober 2021 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een lijst met gebreken/schades/opleverpunten doen toekomen en een deskundigenonderzoek aangekondigd (productie 6, dagvaarding). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] volhardt in de opschorting van betalingen van facturen.
2.11.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op 14 oktober 2021 EMN te Capelle aan den IJssel opdracht gegeven tot - kort gezegd - onderzoek van het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] opgeleverde werk. EMN heeft op 5 november 2021 ter plaatse van de woning een inspectie verricht. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] was daarbij niet aanwezig. EMN heeft aan de hand van haar bevindingen en de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] beschikbaar gestelde informatie een rapport van expertise d.d. 10 maart 2022 opgemaakt (productie 8, dagvaarding) (hierna: rapport EMN). EMN concludeert - kort gezegd - dat de kwaliteit van het uitgevoerde aanneemwerk onvoldoende is (p. 7 EMN Rapport, onder 1).
2.12.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 15 maart 2022 gesommeerd om uiterlijk voor 10 mei 2022 de (door EMN geconstateerde) gebreken deugdelijk te herstellen en de nog resterende werkzaamheden uit te voeren, alsmede om uiterlijk binnen veertien dagen na dagtekening brief met een voorstel schadevergoeding te komen (productie 9, dagvaarding).
2.13.
Nadat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aan de bovenstaande sommatie heeft voldaan, heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , bij brief van zijn gemachtigde van 22 juni 2022, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder andere bericht dat hij niet langer nakoming doch (vervangende) schadevergoeding vordert, alsmede dat die brief als omzettingsverklaring ex artikel 6:87 BW moet worden aangemerkt (productie 11, dagvaarding).
2.14.
Bij brief van 9 augustus 2022 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesommeerd € 121.880,47 aan vervangende schadevergoeding te voldoen (productie 12, dagvaarding).

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt - samengevat - dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het aanneemwerk deels ondeugdelijke en onvolledig heeft verricht en ook na ingebrekestelling en sommaties niet alsnog volledig aan de verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst heeft voldaan. Gelet hierop, vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te kort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en aansprakelijk is voor de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geleden schade;
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de kosten van het herstel van de door EMN geconstateerde gebreken ten bedrage van € 121.880,47, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2022, althans 22 juni 2022, althans een in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
III. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen tot betaling van een aanvullende schadevergoeding, voor zover deze niet valt onder II en nog niet te begroten is, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
IV. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede de nakosten.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat de gebreken en herstelkosten genoegzaam blijken uit het rapport EMN, waarnaar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] integraal heeft verwezen (o.a. pagina’s 4 t/m 7 EMN) (randnr. 22 dagvaarding). De aanvullende schadevergoeding voor tijdelijke opslag en verhuizing tijdens de herstelwerkzaamheden blijkt uit pagina 8 van dat rapport, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van deze procedure in conventie.
in reconventie
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert - samengevat en na verminderingen van eis bij spreekaantekeningen, randnummers 1.4, 6.25 en 7.3 - veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (hoofdelijk) tot betaling van € 16.180,51, vermeerderd met rente en kosten (p. 2, zesde alinea, proces-verbaal).
De eis in reconventie - na verminderingen van eis - is gegrond op de volgende nog niet door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betaalde facturen inclusief btw (productie 10 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ):
a. factuur 1621 ad € 9.800,00 (montage kozijnen) (offerte 821, betreft alleen het materiaal)
b. factuur 18421 ad € 4.605,00 (montagekosten diverse), bestaande uit (productie 14, bijlage, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ):
- plaatsen trap beneden verdieping eiken 1.800,00
- kantlijsten trap beneden verdieping eiken 390,00
- montage kantlijsten 360,00
- montage vensterbanken 470,00
- montage keukenfronten 370,00
- meerwerk spots en stopcontacten 790,00
- nis zolder 370,00
- afvoerkosten 55,00
c. factuur 4921 ad € 3.900,00 (trap naar de 1e verdieping 50%) (totaal € 7800,- excl. montage)
d. factuur 4821 ad € 1.520,00 (hardstenen dorpels) (levering opgeschort)
e. factuur 1921 ad € 450,00 MDF lakplaat en deur.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt - kort gezegd - dat de vervaldatum van de facturen (telkens) zeven dagen na de datum van de betreffende factuur is. De verschuldigde rente over de hoofdsom vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf de datum van de dagvaarding (20 oktober 2022), omdat toen in ieder geval duidelijk was dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet zou betalen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij eis in reconventie, randnummer 131.
3.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure in reconventie.
in conventie en reconventie
3.5.
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang van de vorderingen in conventie en reconventie zullen die vorderingen hierna, voor zoveel mogelijk, tezamen worden behandeld.
Aannemingsovereenkomst
4.2.
Partijen zijn mondeling een overeenkomst van aanneming van werk overeengekomen. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld (artikel 7:750 BW).
4.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] (de opdrachtgever) heeft bij e-mail van 2 maart 2021 de inhoud van het werk - zoals zijns inziens door partijen is overeengekomen - uiteengezet (zie rov. 2.3). Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (de aannemer) bevestigd dat de opsomming in die e-mail van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] grotendeels juist is. Gelet hierop, met inachtneming van de (nadere) stellingen en weren van partijen, wordt de aannemingsovereenkomst als volgt vastgesteld.
4.4.
Partijen zijn het er over eens dat zij in ieder geval het volgende - als te lezen in de e-mail van 2 maart 2021 - zijn overeengekomen:
- het leveren en monteren van in totaal 16 kozijnen voor de voor- en achterdeuren voor
€ 20.000,00 inclusief btw (met in achtneming van de voorlaatste alinea van de e-mail van
2 maart 2021),
- het leveren en monteren van het plafond (75m2 bg, 68m2 le, 75m2 zolder), inclusief 80
mm isolatie, voor € 4.700,00 inclusief btw (met in achtneming van de voorlaatste alinea
van de e-mail van 2 maart 2021),
- de isolatie van wanden, inclusief zetten profielen en gipsplaten, voor kostprijs € 9.800,00
inclusief btw (75m2 bg, 68m2 le, 75m2 zolder),
- het leveren en monteren van 2 binnen deuren (trap/zolder en trap/kelder) voor een totale
kostprijs van € 500,00 inclusief btw,
- het werk elektra materialen voor kostprijs € 1.380,00 inclusief btw,
- het leveren van fronten van de keuken en vensterbank,
- het leveren van overig klein materieel (zwaluwstaartplaten etc.) voor kostprijs € 1.000,00
inclusief btw,
- het leveren en monteren van de vaste trap naar de zolder voor € 4.500,00 (met in
achtneming van de voorlaatste alinea van de e-mail van 2 maart 2021).
Het aanneemwerk ‘
Plinten’, vermeld bij bullet point vier in de e-mail van 2 maart 2021, is door partijen uit de aannemingsovereenkomst gehaald en maakt geen deel uit van het uiteindelijk overeengekomen aanneemwerk.
4.5.
Over de reikwijdte van de uitvoering van het bovenstaande aanneemwerk “
het leveren van fronten van de keuken en vensterbank” en “
het leveren en monteren van de vaste trap naar de zolder (…)” zijn partijen het niet eens. De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende.
- het leveren van fronten van de keuken en vensterbank (bullet point 7 en 8, e-mail 2 maart 2021)
4.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt - kort gezegd - dat partijen zijn overeengekomen dat het leveren van fronten en vensterbank, tevens betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de geleverde fronten en vensterbank zou monteren in de woning. De kostprijs (aanneemsom) is inclusief dit monteren, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist die stelling en heeft op de mondelinge behandeling aangevoerd dat de montage van de fronten en vensterbank niet is inbegrepen. Voor eventuele montages zou door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] achteraf kosten worden berekend, zodra hij deze kon inschatten, dan wel zouden die kosten niet worden berekend in het geval het monteren door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zelf zou worden gedaan, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.8.
De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende. Voor de beantwoording van de vraag of tussen partijen ook ‘monteren’ is overeengekomen geldt, nu partijen daarover van mening verschillen, dat het aan komt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en uitlatingen ter zake mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zijn de omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, van beslissende betekenis. Daarbij kunnen ook gedragingen van partijen na het sluiten van de overeenkomst van belang zijn voor de aan die overeenkomst te geven uitleg.
4.9.
In het licht van de e-mail van 2 maart 2021 en het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met inachtneming van de bovenstaande maatstaf, moet de stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden verworpen. Hiertoe wordt overwogen dat de e-mail van 2 maart 2021 (de aannemingsovereenkomst) bij de bullet points 1, 2, 3, 5 en 10 expliciet vermeld dat het aanneemwerk ook monteren betreft en dat dit bij de bullet points 7 en 8 niet het geval is. De e-mail van 2 maart 2021 is van de hand van de opdrachtgever en de tekst ervan is door hem gedeeld met de aannemer. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vervolgens onvoldoende toegelicht waarom hij bij de posten 7 en 8 niet expliciet ‘en monteren’ heeft vermeld, terwijl hij dat bij andere posten wel uitdrukkelijk heeft gedaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mocht er derhalve van uitgaan dat hij de fronten van de keuken en vensterbank (alleen) moest leveren en dat een redelijke uitleg van de aannemingsovereenkomst (ad bullet point 7 en 8, e-mail 2 maart 2021) niet tevens met zich brengt ‘het monteren’ van de fronten en vensterbank. De nadere toelichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de mondelinge behandeling dat de werkzaamheden ‘monteren’ in het geval van de bullet points 7 en 8 stelposten zijn, die, indien door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verricht, als meerwerk door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening zouden worden gebracht slaagt derhalve.
- leveren en monteren vaste trap (e-mail 2 maart 2021, bullet point 10)
4.10.
Bij het aanneemwerk als vermeld bij bullet point 10 is naast het leveren van de vaste trap expliciet vermeld het monteren ervan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat het monteren van de trap betekent ‘het plaatsen ervan in de woning’. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat het monteren van de trap inhoudt ‘het in elkaar zetten van de houten onderdelen van de trap in de werkplaats en het afleveren van die ‘gemonteerde’ trap bij de woning van de opdrachtgever’.
4.11.
De rechtbank acht, met in achtneming van de bovenstaande maatstaf (rov. 4.8), die uitleg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , welke gemotiveerd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is weersproken, geen redelijke uitleg van het overeengekomen aanneemwerk ‘monteren vaste trap’. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft een trap gekocht en niet een bouwpakket. Een opdrachtgever die een aannemer opdracht geeft tot het monteren van een vaste trap, mag er in beginsel van uitgaan, bij gebreke van een andersluidende voldoende toelichting van dit werk door de aannemer, dat hij een trap geleverd krijgt die wordt geplaatst in zijn woning. Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een dergelijke, voor de hand liggende uitleg van het monteren van de trap niet had bedoeld, had hij dit als aannemer expliciet moeten toelichten en uitleggen dat het te verrichten werk enkel zou inhouden het ineenzetten van die trap in de werkplaats en niet tevens het plaatsen ervan in de woning van de opdrachtgever. Het overeengekomen ‘monteren’ betekent dus ook het plaatsen van die trap in de woning.
Aanneemsom
4.12.
Partijen zijn, blijkens de tekst van de e-mail van 2 maart 2021, waarover partijen het eens zijn, een aanneemsom van in totaal € 40.009,00 overeengekomen. Dat partijen om hen moverende redenen een ander fictief totaal bedrag hebben gefactureerd (zie e-mail 2 maart 2021:
“op factuur €40380”) doet niet af aan het bedrag dat zij feitelijk als aanneemsom zijn overeengekomen.
verder in conventie
4.13.
De stellingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie houden in hoofdzaak in dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor een groot deel ondeugdelijk werk heeft geleverd en ook na ingebrekestellingen niet tot herstel van dat ondeugdelijk werk, dan wel tot de voltooiing van al het werk is overgegaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert - onder andere - een vervangende schadevergoeding ex artikel 6:87 BW. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist een schadevergoeding verschuldigd te zijn.
De rechtbank zal hierna beoordelen of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een opeisbare vordering op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft als bedoeld in artikel 6:87 BW. Zij overweegt daartoe allereerst het navolgende.
Is het aanneemwerk opgeleverd?
4.14.
Tussen partijen staat ter discussie of het aanneemwerk - al dan niet - is opgeleverd. Het aanneemwerk wordt als opgeleverd beschouwd na de (stilzwijgende) aanvaarding daarvan door de opdrachtgever (artikel 7:758 BW). Voor het antwoord op de vraag of het aanneemwerk als opgeleverd moet worden beschouwd, zijn de volgende omstandigheden relevant.
4.15.
In het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde chronologisch overzicht (productie 5, p. 11, dagvaarding), van de hand van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , is te lezen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 29 juli 2021 [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft meegedeeld dat de werkzaamheden gereed zijn. Deze mededeling is naar het oordeel van de rechtbank een (eerste) kennisgeving van de aannemer als bedoeld in artikel 7:758 lid 1 BW.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] was het met deze kennisgeving kennelijk niet eens, nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het werk niet heeft aanvaard en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de slag is gegaan met opleverpunten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bij e-mail van 30 juli 2021 (productie 13, 1e p., conclusie van antwoord) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bericht de opleverpunten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op te nemen en af te handelen op dinsdag (3 augustus 2021).
4.16.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bij e-mail van 8 augustus 2021 (zie rov. 2.8) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] opnieuw bericht dat de werken zijn afgerond. In die e-mail van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 8 augustus 2021 is tevens vermeld dat de raamdorpels buiten niet door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] conform de offerte waren betaald en dat op dat punt geen akkoord tussen partijen tot stand is gekomen.
4.17.
Gelet op die tweede kennisgeving van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , waarbij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de opdrachtgever berichtte dat het werk was afgerond, moet het ervoor worden gehouden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ervan uitging dat hij definitief aan de verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst had voldaan. Van een expliciete aanvaarding van het werk door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , en daarmee een rechtens relevante oplevering, was in augustus 2021 echter geen sprake.
4.18.
De aanvaarding van het werk door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt geacht eerst in september 2021 te hebben plaatsgevonden, en wel op grond van de navolgende feiten en omstandigheden:
- In het chronologische overzicht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is op pagina 3 te lezen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de opleverdatum week 37 2021 (rechtbank: 13 t/m 19 september 2021) houdt. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft bij ingebrekestelling van 15 augustus 2021 in die opleverperiode volhard.
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vervolgens, ondanks dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] na 15 augustus 2021 geen werkzaamheden meer heeft verricht en hij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] melde dat hij definitief klaar was, het werk in gebruik genomen.
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vervolgens ook, bijvoorbeeld bij de aangetekende brief van 12 oktober 2021 (ingebrekestelling, productie 6, p. 1 derde alinea, dagvaarding), [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangezegd dat bepaalde zaken met schade zijn
opgeleverden er gebreken waren in
de oplevering.
Gelet op die handelwijze van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , met inachtneming van de kennisgevingen van de aannemer, moet het ervoor worden gehouden dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het werk in september 2021 alsnog stilzwijgend heeft aanvaard. Daar doet niet aan af dat de kwaliteit van het werk tussen partijen ter discussie stond en er naar de stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] sprake is van oplevergebreken.
Het werk wordt derhalve geacht in september 2021 te zijn opgeleverd ex artikel 7:758 lid 1 BW. Indien sprake is van gebreken, heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een opeisbare vordering op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond van tekortkomingen in de nakoming van de aannemingsovereenkomst, met in achtneming van het navolgende.
Gebreken
- Heeft de opdrachtgever voldoende gelegenheid tot herstel gegeven?
4.19.
Indien het werk gebreken vertoont waarvoor de aannemer aansprakelijk is dient ingevolge artikel 7:759 lid 1 BW de opdrachtgever, tenzij zulks in verband met de omstandigheden niet van hem kan worden gevergd, de aannemer de gelegenheid te geven de gebreken binnen redelijke termijn weg te nemen, onverminderd de aansprakelijkheid van de aannemer voor schade ten gevolge van de gebrekkige oplevering.
4.20.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 12 oktober 2021 en 15 maart 2022 (na het rapport EMN) (opnieuw) gesommeerd de gebreken te herstellen. Bij die laatste ingebrekestelling heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesommeerd om uiterlijk voor 10 mei 2022 de gebreken deugdelijk te herstellen en de nog resterende werkzaamheden uit te voeren, alsmede om uiterlijk binnen veertien dagen na dagtekening brief met een voorstel schadevergoeding te komen (productie 9, dagvaarding). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen inhoudelijke argumenten aangevoerd op grond waarvan de te verrichten werkzaamheden door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in die termijn van bijna twee maanden niet zouden kunnen worden uitgevoerd. De termijn van twee maanden acht de rechtbank dan ook redelijk. Bovendien volhardde [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals ook op de mondelinge behandeling is komen vast te staan, sinds de e-mail van 8 augustus 2021 in zijn standpunt dat hij geen nadere nakomingverplichting had. Een nadere termijnstelling door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] was reeds daarom nodeloos. Geen van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde gebreken zijn door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerepareerd (p. 5 proces-verbaal) en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is daardoor vanaf 10 mei 2022 in verzuim,
voor zover komt vast te staandat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst onvoldoende is nagekomen, doordat het betreffende opgeleverde werk gebrekkig was.
- Vervangende schadevergoeding i.p.v. nakoming
4.21.
Indien komt vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in verzuim is met een deugdelijke uitvoering van het aanneemwerk, zoals hiervoor overwogen, zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , in het licht van de omzettingsverklaring van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van 22 juni 2022 (productie 11, dagvaarding), op grond van artikel 6:87 BW een vervangende schadevergoeding aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moeten voldoen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had immers - om hem moverende redenen - geen gebruik gemaakt van de door de opdrachtgever geboden mogelijkheid tot herstel van gebreken. De omvang van die schadevergoeding zal aan de hand van een objectieve waardering moeten worden bepaald en zal in beginsel een vergoeding van de waarde van de uitgebleven prestatie van de aannemer inhouden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet betwist dat de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde schadeposten betrekking hebben op vervangende schadevergoeding in de zin van artikel 6:87 BW.
4.22.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de gestelde gebreken en de verschuldigdheid van vervangende schadevergoeding echter wel betwist.
- Heeft de opdrachtgever de klachtplicht geschonden?
4.23.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] over de gestelde gebreken 1 t/m 5, 11, 12, 14, 15, 17, 18 en 21 t/m 23 rapport EMN te laat heeft geklaagd en dat daardoor de vordering niet meer toewijsbaar is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] die gebreken niet heeft genoemd in de brief van 15 augustus 2021 (productie 5, dagvaarding). Kennelijk bedoelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat dit wel had gemoeten. Bij gebrek 5 geeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die toelichting overigens niet, noch geeft hij een andere toelichting over waarom [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te laat zou hebben geklaagd.
4.24.
Dit verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt verworpen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet met feiten onderbouwd waarom [eiser in conventie, verweerder in reconventie] al op 15 augustus 2021 over die gebreken zou moeten hebben geklaagd. Bovendien is het aanneemwerk eerst in september 2021 opgeleverd en geldt tussen partijen op grond van artikel 7:758 lid 3 BW dat de aannemer is ontslagen van aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft voldoende gesteld dat hij al tijdens het werk over gebreken had geklaagd en dat hij, nadat hij nader onderzoek heeft laten instellen, aan de hand van het rapport EMN opnieuw aan de bel heeft getrokken bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De rechtbank zal de gestelde gebreken dan ook, voor zoveel mogelijk, beoordelen.
- Heeft de aannemer een deel van zijn werkzaamheden terecht opgeschort?
4.25.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bij conclusie van antwoord, ter zake de gebreken 5, 14, 19 en 20, onder andere een beroep op opschorting van de verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst gedaan ‘omdat de betalingen uitbleven’. Dit beroep is te algemeen geformuleerd en wordt gepasseerd bij gebreke van een concrete onderbouwing van het gestelde verzuim van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft immers onbestreden aangevoerd de aanneemsom volledig te hebben voldaan.
- Inhoudelijke beoordeling (aansprakelijkheid) gebreken
4.26.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betwist aansprakelijk te zijn voor de gestelde gebreken. De rechtbank overweegt allereerst dat, voor zover de gestelde gebreken niet hierna al kunnen worden vastgesteld, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv, nader bewijs zal moeten leveren van de betreffende gebreken en schades. Het rapport EMN is - in hoofdzaak -gemotiveerd door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weersproken. EMN beschikte bij haar onderzoek bovendien niet over de aannemingsovereenkomst en is getreden buiten de reikwijdte van die aannemingsovereenkomst en afspraken tussen partijen over meerwerk.
4.27.
Het volgende (meer)werk - waarbij de rechtbank de nummers en gebreken overneemt uit het rapport EMN - staat tussen partijen ter discussie:
Keuken(fronten): gebreken 1 t/m 4
Voordeurkozijn: gebreken 5 t/m 10
Nieuwe eikenhouten trap naar de eerste verdieping: gebreken 11 t/m 14
Trapkast: gebrek 15
Badkamer: gebrek 16
Trap bovenste verdieping: gebrek 17
Slaapkamer bovenste verdieping: gebrek 18
Vensterbanken/voorzetwanden binnenzijde/gevelkozijnen: gebreken 19 t/m 22
Gevelkozijnen:gebrek 23.
Gebreken 2 t/m 4, 9, 12 (lat) en 16
4.28.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat de gebreken 2 t/m 4, 9, 12 (lat) en 16 - voor zover daarvan al sprake is - geen tussen partijen overeengekomen aanneemwerk betreft en betwist dat die gebreken op goede grond aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kunnen worden tegengeworpen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op de mondelinge behandeling opnieuw integraal verwezen naar het EMN rapport.
4.29.
Door die enkele verwijzing heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onvoldoende nader toegelicht dat de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] / EMN geconstateerde gebreken aanneemwerk betreffen. Die nadere toelichting had wel gemoeten, aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onweersproken heeft aangevoerd, niet de enige (aannemer) was die in de woning heeft gewerkt en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] al bij conclusie van antwoord heeft betwist tot het betreffende werk opdracht te hebben gekregen en dat werk te hebben uitgevoerd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft niet voldaan aan de (nadere) stelplicht van de gestelde verplichtingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond van de aannemingsovereenkomst, terwijl (zoals onder rechtsoverweging 4.9 is geoordeeld) ‘monteren fronten keuken’ niet tussen partijen is overeengekomen en de onder 2 t/m 4 gestelde gebreken nu juist zien op dat monteren. Ook het werk ‘afwerking voordeurkozijn’, als bedoeld bij gebrek 9, blijkt niet uit de aannemingsovereenkomst. In de e-mail van 2 maart 2021, bij bullet point 1, is alleen is te lezen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de kozijnen voor de voor- en achterdeuren moest leveren en monteren. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bij conclusie van antwoord toegelicht dat de bovenzijde van het voordeurkozijn niet door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] diende te worden afgewerkt, aangezien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de intentie had om een afdak boven de betreffende voordeur te plaatsen. Het werk ‘badkamer’ (gebrek 16) staat evenmin in de aannemingsovereenkomst. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de betonvloer niet heeft gestort en de deur niet heeft afgezaagd. Ook de lat als bedoeld bij gebrek 12 behoorde niet tot de overeenkomst, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij conclusie van antwoord. Slotsom moet derhalve zijn dat niet is gebleken dat het werk, zoals bedoeld bij de gebreken 2 t/m 4, 9, 12 en 16 onderdeel was van de aannemingsovereenkomst. Een, na conclusie van antwoord, opnieuw integraal refereren aan het EMN rapport is onvoldoende gebleken ter nadere onderbouwing van de andersluidende stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Het uit dien hoofde gevorderde zal worden afgewezen.
Gebrek 14
4.30.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft erkend dat de trap naar de eerste verdieping niet is gefixeerd (als bedoeld bij gebrek 14 rapport EMN) en dat er enkel houten wiggen zijn geplaatst om de trap (waterpas) te stellen. Het fixeren was naar de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nog niet mogelijk omdat de onderliggende cementdekvloer op dat moment nog gebroken was. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft voorts aangevoerd dat zolang [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de tweede helft van de trap niet heeft betaald [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het meerwerk opschort. Dan wel dat de redelijke kosten voor dit werk moeten worden verrekend met openstaande facturen.
4.31.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] is niet inhoudelijk ingegaan op het gemotiveerde verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Gelet daarop heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onvoldoende gesteld ter onderbouwing van zijn stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op dit punt tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. Voor zover de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op die stelling zijn gebaseerd, zullen deze bij eindvonnis worden afgewezen.
Gebreken 19 en 20
4.32.
In het rapport EMN is te lezen dat de beglazing in het linker voorgevelkozijn is gescheurd en zal vervangen moeten worden (gebrek 19) en dat de raamrubbers van het rechter voorgevelkozijn niet aaneengesloten op dit glas zijn gemonteerd (gebrek 20).
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft die gebreken niet inhoudelijk bestreden en aangevoerd dat hij zijn werkzaamheden heeft opgeschort. Zoals onder rechtsoverweging 4.25 is overwogen dient dit beroep op opschorting te worden verworpen en zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vervangende schadevergoeding aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moeten voldoen. Niet bestreden is dat het door [naam] geoffreerde kosten voor het herstel ad € 575,00 (bijlage rapport EMN, offerte 14 december 2021, p. 3 onderaan) redelijk zijn, zodat dit deel van de gevorderde vervangende schadevergoeding in ieder geval bij eindvonnis zal worden toegewezen. Een vervangende schadevergoeding voor herstel gebrek 20 is niet apart door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onderbouwd en wordt begroot op nihil, aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onweersproken heeft aangevoerd dat dit is inbegrepen in herstel van gebrek 19 (vernieuwen glas) en de rechtbank die uitleg, die niet is weersproken, voldoende acht.
Gebreken 1, 5 t/m 8, 10, 11, 13, 15, 17, 18, 21 t/m 23
4.33.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de gebreken 1, 5 t/m 7, 11, 13, 15, 17, 18, 21 t/m 23 gemotiveerd bestreden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal gelet hierop, zoals onder 4.26 is overwogen, nader moeten bewijzen dat het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verrichte aanneemwerk gebrekkig is, met dien verstande dat gebrek 1 alleen kan zien op de gestelde onjuiste maatvoering van de geleverde fronten en niet op de (gebrekkige) montage ervan. Het monteren ervan maakte immers, zoals hiervoor al is overwogen, geen deel uit van de aannemingsovereenkomst en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat het nabehandelen (zoals lakken) van de fronten en het definitief monteren en afhangen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zelf zou doen.
4.33.1.
De rechtbank overweegt bovendien, ter zake gebrek 11, dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nader zal moeten bewijzen dat de breedte-maatvoering van de eikenhouten trap naar de eerste verdieping, non-conform is en dat dit gebrek alleen op een voldoende deugdelijke wijze kan worden hersteld door de trap te verwijderen en een nieuwe trap te plaatsen. Hiertoe wordt overwogen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] - kort gezegd - heeft gesteld dat die trap, zoals is te lezen in het rapport EMN op pagina 5, slechts 75 cm breed is en dus niet voldoet aan de tussen partijen overeengekomen trapbreedte. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft echter betwist dat de maatvoering van de trap niet juist is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter onderbouwing van zijn verweer onder andere WhatsApp berichten overgelegd (productie 8). Daarin is te lezen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op 27 juli 2021 om 11:37 uur [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meedeelt dat de trap 82 cm breed is, terwijl afgesproken is 90 cm. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat die maatvoering zou zijn afgesproken en stelt dat de breedte van de trap, als te lezen op bouwtekening van de trap (productie 20), is aangepast en dat die aanpassing op 28 juni 2021 (21:48 uur) door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is geaccordeerd. Daarmee is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voldoende gemotiveerd betwist dat door partijen de breedte-maatvoering was overeengekomen zoals [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt. Wat er wel precies is afgesproken blijkt vervolgens onvoldoende. De stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat de nadere meerwerk afspraak tussen partijen inhield dat een breedte van 90 cm is overeengekomen kan daardoor niet voorshands worden vastgesteld en zal op grond van artikel 150 Rv nader door hem moeten worden bewezen. De rechtbank zal de zaak dienaangaande naar de rol verwijzen als hierna bepaald (beslissing 5.3). Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
Indien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] erin slaagt om het bewijs van zijn stelling te leveren, zal hij bovendien moeten aantonen dat dit gebrek alleen, op een voldoende deugdelijke wijze, naar de maatstaven van goed vakmanschap, kan worden hersteld door het volledig vervangen van die trap, zoals door EMN geconcludeerd en begroot. Ter zake van onder meer dit laatste punt is de rechtbank voornemens een deskundigenbericht te gelasten (zie hierna). Om redenen van proceseconomie zal reeds nu een bewijsopdracht aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden verstrekt en tegelijkertijd het traject van het (overleg over het) deskundigenbericht worden gestart. In de voorgenomen vraagstelling aan de deskundige zal rekening worden gehouden met de verschillende mogelijke uitkomsten van de bewijsopdracht.
4.33.2.
De rechtbank overweegt voorts, inzake gebrek 22, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond van de aannemingsovereenkomst (bullet point 3 van de e-mail van 2 maart 2021) diende zorg te dragen voor de isolatie van de wanden inclusief zetten profielen en gipsplaten, en dat partijen het er over eens zijn dat een deugdelijke uitvoer van dit werk met zich brengt dat de constructie ervan vochtwerend is. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vervolgens gesteld dat een vochtwerende constructie ontbreekt en dat dit genoegzaam blijkt uit het rapport EMN. In dit rapport is op pagina 6, ad punt 22, onder andere te lezen:

Partij 2 heeft door de gehele woning voorzetwanden aangebracht middels staanders waartussen isolatiemateriaal is aangebracht, die vervolgens zijn dichtgezet middels gipsplaten. Als isolatiemateriaal is steenwol toegepast.
Wij constateerden dat er achter de gipsplaten geen dampscherm is aangebracht.
Dit is niet juist, er moet achter de gipsplaten en tussen de isolatie een dampscherm aanwezig zijn. De reden hiervoor is dat een dampscherm doorgang van waterdamp door de gipsplaten en isolatie tegenhoudt, waardoor dit vocht niet wordt opgenomen door het isolatiemateriaal of ter plaatse van koudebruggen zal condenseren.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betwist dat de isolatie van de wanden niet correct zou zijn uitgevoerd, respectievelijk dat het overeengekomen werk isolatie wanden automatisch zou moeten inhouden het aanbrengen van een extra folie (damp-werende laag). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op de mondelinge behandeling toegelicht dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de wanden zo dicht mogelijk op de muren geplaatst wilde hebben om ruimte te besparen en dat die wanden correct door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn gezet. Een damp-werende laag wordt alleen toegepast als er geen spouw aanwezig is, en die was voldoende aanwezig, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat het aangebrachte isolatiemateriaal bovendien al een damp-werende laag heeft (proces-verbaal mondelinge behandeling, p. 4, tweede alinea). Gelet op dit gemotiveerde verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dient [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , zoals hiervoor al is overwogen op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv, nader bewijs te leveren van de stelling dat een deugdelijke uitvoering van het aanneemwerk ad bullet point 3 van de e-mail van 2 maart 2021 mede inhoudt het aanbrengen van een damp-werende laag (een dampscherm) achter de gipsplaten.
Deskundigenonderzoek
4.34.
De rechtbank, die geen bouwkundige is, zal ter zake de laatstgenoemde gebreken 1, 5 t/m 8, 10, 11, 13, 15, 17, 18, 21 t/m 23 zich nader moeten laten voorlichten door een deskundige. De rechtbank overweegt dan ook om een onderzoek door een onafhankelijke deskundige in te laten stellen. Voordat daartoe wordt overgegaan, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over:
- de wenselijkheid van een deskundigenbericht;
- het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n);
- de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
4.35.
De rechtbank is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van bouwkunde en dat de volgende vragen moeten worden gesteld:
1. Is sprake van gebrekkig werk als bedoeld ad gebreken 1, 5 t/m 7, 11, 13, 15, 17, 18, 21 t/m 23 in het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als productie 8 overgelegde rapport van EMN (rechtsoverweging 4.33), met dien verstande dat gebrek 1 alleen kan zien op de gestelde onjuiste maatvoering van de geleverde fronten en niet op de montage ervan.
Kunt u daarbij aangeven of die gebreken nog kunnen worden beoordeeld ter plaatse en zo nee of nog andere informatie voorhanden is (bijv. foto’s) aan de hand waarvan een beoordeling kan plaatsvinden?
2. Aannemend dat bij de eikenhouten trap van de begane grond naar de eerste verdieping een verkeerd maatvoering is toegepast, in die zin dat er een te smalle trap is geplaatst (gebrek 11): beoordeelt u de wijze waarop de trap is verbreed als gebrekkig?
3. Is het, gelet op de situatie ter plaatse, voor een voldoende vochtwerende constructie, noodzakelijk dat bij de isolatie van de wanden, zoals door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitgevoerd, een (extra) damp-werende laag had moeten worden aangebracht? Dan wel voldoet de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangebrachte isolatie van wanden (bullet point 3, e-mail 2 maart 2021) aan de normen van deugdelijk aanneemwerk en is daarbij sprake van een voldoende vochtwerende constructie?
4. Indien sprake is van de gestelde gebreken, als hiervoor genoemd: op welke wijze dient het herstel redelijkerwijs plaats te vinden en wat zijn de redelijke kosten voor herstel? Specifiek ten aanzien van gebrek 11 wordt u gevraagd om aan te geven of eventueel noodzakelijk herstel alleen mogelijk is door vervanging van de trap of dat een andere wijze van herstel ook voldoet. Gaarne uw bevindingen nader onderbouwen met bijvoorbeeld offertes, prijslijsten e.d.
5. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
4.36.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt in de wet dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) door de eisende partij in conventie moet worden betaald. Dit voorschot moet daarom door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden betaald.
4.37.
In het eindvonnis zal de rechtbank beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
4.38.
De rechtbank gaat ervan uit dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de persoon die als deskundige gaat optreden. Voor zover partijen daarover geen overeenstemming kunnen bereiken en om die reden iedere partij een deskundige voorstelt, moeten partijen gemotiveerd aangeven waarom zij de voorkeur geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige en waarom de door de wederpartij voorgestelde deskundige niet voor benoeming in aanmerking mag komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onpartijdigheid van de deskundige. Die zwaarwegende redenen moeten worden onderbouwd. De rechtbank zal dan, na weging van de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, een door partijen aangedragen deskundige of een eigen deskundige benoemen.
4.39.
De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat partijen zich hierover bij akte kunnen uitlaten. Partijen moeten de concept-akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar elkaar toesturen, zodat zij in hun definitieve akte op de akte van de wederpartij kunnen reageren.
4.40.
De rechtbank zal, in afwachting van de uitkomst van het definitieve deskundigen-rapport, zoals hiervoor overwogen, iedere verdere beslissing in conventie aanhouden. Ook wat betreft de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nader te bewijzen stelling - bijvoorbeeld door het horen van getuigen - dat tussen partijen inzake de eikenhoutentrap definitief een breedte van die trap van 90 cm is overeengekomen.
verder in reconventie
4.41.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert betaling van de nog openstaande (meerwerk) posten. De totale vordering bedraagt, na verminderingen van eis, volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] € 16.180,51. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft die vordering onderbouwd met de bij eis in reconventie onder randnummer 17 gestelde openstaande posten, met uitzondering van de post f. (stucwanden zetten / factuur 9421). Die vordering f. heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de mondelinge behandeling ingetrokken (spreekaantekening, randnr. 6.25). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de (resterende) posten opgesomd bij de factuur ‘
openstaande posten’ (productie 10, conclusie van eis in reconventie). Die eindafrekening is, voor zover nog relevant, gegrond op de navolgende, naar de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten onrechte niet betaalde facturen:
a.
Factuur 1621 (montage kozijnen) ad € 9.800,00
b.
Factuur 18421 (meerwerk / montagekosten diverse) ad € 4.605,00 (productie 14 eis in reconventie):
- plaatsen trap beneden verdieping eiken 1.800
- kantlijsten trap beneden verdieping eiken 390
- montage kantlijsten 360
- montage vensterbanken 470
- montage keukenfronten 370
- meerwerk spots en stopcontacten 790
- nis zolder 370
- afvoerkosten 55
c.
Factuur 4921 (meerwerk / trap naar de 1e verdieping 50%) ad € 3.900,00 (van in totaal € 7800,-)
d.
Factuur 4821 (hardstenen dorpels) ad € 1.520,00 (levering opgeschort)
e.
Factuur 1921 ad € 450,00 MDF lakplaat en deur.
4.42.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening gebrachte aanneemsom exclusief meerwerk van € 40.827,- vanuit het bouwdepot heeft voldaan en dat hij ook € 3.900,- voor de eikentrap heeft voldaan (randnr. 5 dagvaarding). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist - samengevat - tot ander meerwerk opdracht te hebben gegeven, dan wel daarvoor door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te zijn gewaarschuwd, en betwist gelet hierop de (aanvullende) meerwerkkosten verschuldigd te zijn.
4.43.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op de mondelinge behandeling erkend - ter correctie van de conclusie van antwoord van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als vermeld bij randnummer 31- dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de bovenstaande bedragen van in totaal € 44.727,00 heeft voldaan (randnr. 1.3 pleitaantekeningen). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] desalniettemin nog altijd niet aan zijn betalingsverplichting als vermeld in de voornoemde factuur ‘openstaande posten’ heeft voldaan. De rechtbank overweegt dienaangaande het navolgende.
ad a) factuur 1621 (montage kozijnen) ad € 9.800,00
4.44.
Partijen zijn bij aannemingsovereenkomst overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de te leveren kozijnen zou monteren (bullet point 1, e-mail 2 maart 2021). Dit aanneemwerk kan dus niet op goede grond (nogmaals) als meerwerk in rekening worden gebracht. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , die de tussen partijen overeengekomen aanneemsom volledig heeft voldaan, heeft dan ook terecht aangevoerd die factuur niet verschuldigd te zijn. De uit hoofde van de factuur 1621 gevorderde betaling van € 9.800,00 zal gelet hierop als ongegrond worden afgewezen.
ad b) factuur 18421
-
plaatsen trap beneden verdieping eiken 1.800
4.45.
Doordat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake is van meerwerk en, voor zover daarvan al sprake is, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet uitdrukkelijk heeft gewaarschuwd voor de gestelde kostenverhogende werkzaamheden, dient de gevorderde betaling van € 1.800,00 eveneens te worden afgewezen (art. 7:755 BW).
- kantlijsten trap beneden verdieping eiken 390
- montage kantlijsten 360
4.46.
Kennelijk heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de onderhavige bijkomende werkzaamheden uitgevoerd om de trap passend te maken. Die kosten, die niet voortvloeien uit de aannemingsovereenkomst, zijn toewijsbaar als meerwerk, nu het passend maken door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is besproken, tenzij, zoals [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie heeft gesteld, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf debet is aan die verkeerde maatvoering. De uitkomst van de bewijsopdracht in conventie is dan ook relevant voor het uiteindelijke oordeel of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] die bijkomende kosten alsnog - al dan niet - [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verschuldigd is. Iedere verdere beslissing daarover zal, in afwachting van het eventueel in conventie nader te leveren bewijs door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dan ook worden aangehouden.
-
montage vensterbanken 470
- montage keukenfronten 370
4.47.
De gevorderde kosten zullen worden afgewezen, aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor die aanvullende kosten niet heeft gewaarschuwd. Dit had in het licht van artikel 7:755 BW wel gemoeten, temeer nu op de mondelinge behandeling is gebleken dat de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitgevoerde montage slechts een tijdelijke, niet permanente montage betrof en voor de opdrachtgever niet duidelijk behoefde te zijn daarvoor kosten verschuldigd te zijn.
-
meerwerk spots en stopcontacten 790
- nis zolder 370
4.48.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op de mondelinge behandeling gesteld dat hij dit werk - dat niet de aannemingsovereenkomst betreft - in opdracht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (mevrouw [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] ) heeft uitgevoerd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft die stelling onvoldoende onderbouwd weersproken. De gevorderde meerwerkkosten van € 1.160,00 in totaal, waarvan de omvang niet is bestreden, en welke de rechtbank niet voorshands onredelijk voorkomen, zullen dan ook bij eindvonnis worden toegewezen.
ad b) - afvoerkosten 55
4.49.
De gestelde afvoerkosten zijn niet met feiten onderbouwd en gemotiveerd betwist en zullen daarom worden afgewezen.
ad c) factuur 4921 (meerwerk / trap naar de 1e verdieping) € 3.900,00 (50% van € 7800,-)
4.50.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft niet betwist dat hij die € 3.900,00 nog verschuldigd is aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Hij heeft de betaling van die factuur opgeschort vanwege - kort gezegd - oplevergebreken. Opschorting na de omzettingsverklaring van 22 juni 2022 vergt echter een nadere, rechtens relevante onderbouwing en die is onvoldoende gegeven. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moet aan de betalingsverplichting uit hoofde van de meerwerkafspraak, die nog immer tussen partijen geldt, voldoen, temeer nu hij niet langer nakoming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] maar betaling van een vervangende schadevergoeding vordert. De gevorderde betaling van € 3.900,00 zal dan ook bij eindvonnis worden toegewezen.
ad d) factuur 4821 (hardstenen dorpels) ad € 1.520,00 (levering opgeschort)
4.51.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft erkend dat niet is betaald omdat niet is geleverd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat de dorpels op afroep leverbaar zijn. Gelet hierop dient [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de nog openstaande factuur van € 1.520,00 te voldoen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsnog levert. Bij de beslissing in het eindvonnis zal dit bedrag dan ook worden toegewezen en deze voorwaarde nader worden bepaald.
ad e) factuur 1921 ad € 450,00 MDF lakplaat en deur
4.52.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat dit werk als meerwerk is aangebracht en verricht door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft vervolgens niet nader onderbouwd dat hij aan de voorwaarden van artikel 7:755 BW, waaronder je dit werk als meerwerk kunt claimen, heeft voldaan. De gevorderde betaling van € 450,00 zal dan ook bij eindvonnis worden afgewezen.
4.53.
De rechtbank zal om proceseconomische redenen de beslissing in reconventie gelijktijdig geven met het eindvonnis in conventie. In afwachting van de eindbeslissing in conventie zal iedere verdere beslissing in reconventie worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 1 november 2023om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht,
5.2.
bepaalt dat partijen elkaar uiterlijk een week vóór de genoemde roldatum de concept-akte moeten toesturen, zodat zij ieder in hun eigen akte nog kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij,
5.3.
draagt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op te bewijzen dat partijen een breedte maatvoering van 90 cm van de eikenhouten trap van de begane grond naar de eerste verdieping zijn overeengekomen (rov. 4.33.1),
5.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 1 november 2023voor uitlating door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.5.
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , indien hij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.6.
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , indien hij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari 2024 tot en met mei 2024 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.7.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van
mr. B.R.M. de Bruijn in het gerechtsgebouw te Maastricht aan St. Annadal 1,
5.8.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
in conventie en reconventie
5.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken.
CM