Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
de rechtbank begrijpt: speeltuintje); daar waren we buiten bezig met koffie drinken. Toen kwam [verdachte] aan met zijn kinderen. Ze begonnen ons uit te schelden en zeiden lelijke dingen. Ik wist niet wat er aan de hand was. Ik vroeg wat er aan de hand was. Hij gaf ons geen ruimte om te praten. Ze hadden messen in hun handen en hebben geprobeerd om mij neer te steken. Twee keer is het niet gelukt, maar bij de derde keer raakte [verdachte] mij wel. Door mijn reactie kwam het mes tegen mijn pols.
(Noot verbalisant: wij zien dat aangever een afwerende beweging maakt met zijn armen boven zijn hoofd). Het was een vleesmes. Artsen zeiden dat een paar bloedvaten beschadigd waren en het letsel heftig was. Er zou sprake zijn van schade aan mijn spier/pees. Er was snel een operatie nodig om het te repareren.
(de rechtbank begrijpt: zenuw in de pols),de A. Radialis
(de rechtbank begrijpt: polsslagader/spaakbeenslagader)en de FPL en FDP
(de rechtbank begrijpt: pezen). [3] [slachtoffer] is vervolgens geopereerd en is van 19 tot en met 20 mei 2023 opgenomen geweest op de afdeling Plastische Chirurgie. [4] Uit de medische stukken die zijn gevoegd bij het verzoek tot schadevergoeding van [slachtoffer] blijkt dat hij na de operatie veelvuldig naar het ziekenhuis is gegaan en afspraken heeft gehad met de plastisch chirurg, ergotherapeut en dermatoloog. Zo blijkt uit het meest recente bezoek bij de plastisch chirurg van 13 september 2023 dat [slachtoffer] veel last heeft van zenuwpijn en last heeft van krachtsverlies in zijn arm. [5]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat een gedeelte van de straf groot
- stelt de volgende bijzondere voorwaarde, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
- verklaart deze bijzondere voorwaarde
- geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , geheel toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , van een bedrag van € 4.310,59, bestaande uit € 1.310,59 aan materiële en € 3.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 4.310,59, bestaande uit € 1.310,59 aan materiële en € 3.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op 53 dagen en verstaat dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd is voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;