ECLI:NL:RBLIM:2023:6378

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
10668810 CV EXPL 23-3960
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing huurachterstand bedrijfsruimte in verstek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 6 september 2023, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende een huurachterstand van een bedrijfsruimte. De eisende partij, vertegenwoordigd door de stichting STICHTING VASTGOED BEHEER OFM, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, BIG BAZAR B.V., die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding, waarna de gedaagde partij verstek is verleend.

De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. Daarom is de vordering toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld om een bedrag van € 43.406,89 te betalen aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de verzuimdata tot de dag van volledige betaling. Daarnaast is de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.307,14.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisende partij het vonnis kan laten uitvoeren, ook als de gedaagde partij in beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.V.L. Heuts.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats: Roermond
Zaaknummer: 10668810 CV EXPL 23-3960
Vonnis van de kantonrechter van 6 september 2023
in de zaak van:
de stichting
STICHTING VASTGOED BEHEER OFM NAMENS [de commanditaire vennootschap]
gevestigd te Amsterdam
gemachtigde mr. H.P. Visser
eisende partij,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIG BAZAR B.V.
gevestigd Diemermere 1
1112 TA Diemen
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde partij verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering komt de kantonrechter onrechtmatig noch ongegrond voor, zodat deze behoort te worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding: € 129,14
  • griffierecht: € 1.384,00
  • salaris gemachtigde:
Totaal € 2.307,14

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 43.406,89, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de respectievelijke verzuimdata tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij, tot op heden begroot op € 2.307,14,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.