Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 129,85
- griffierecht € 487,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Weller Wonen en een gedaagde partij, die in huurachterstand verkeerde. De procedure begon met een dagvaarding, gevolgd door een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 24 oktober 2023. Tijdens de behandeling bleek dat de vordering van de eisende partij niet werd betwist door de gedaagde. De kantonrechter oordeelde dat de ontstane huurachterstand de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde rechtvaardigde. De gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op € 1.080,85 werden begroot.
In de beslissing ontbond de kantonrechter de huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde en veroordeelde de gedaagde om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Daarnaast moest de gedaagde een bedrag van € 3.511,20 aan huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een vergoeding gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat het gehuurde niet was ontruimd. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.