Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 130,48
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 1 november 2023, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stichting Humankind, gevestigd te Vught, en een gedaagde partij die niet zelf aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2023, maar vertegenwoordigd werd door haar gemachtigde, mr. J.G. van Ek. De procedure is gestart met een dagvaarding en het antwoord van de gedaagde partij. Tijdens de behandeling bleek dat de vordering van de eisende partij, Stichting Humankind, niet werd betwist door de gedaagde partij. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering moet worden toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente over een bedrag van € 7.503,09 vanaf 26 juni 2023, in verband met de 'rente op rente' regel zoals bedoeld in artikel 6:119 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij heeft onvoldoende onderbouwd wat betreft de opbouw van de reeds vervallen rente van € 165,55.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op een totaal van € 1.304,48. Dit bedrag omvat onder andere de kosten van de dagvaarding, griffierecht en het salaris van de gemachtigde. De gedaagde partij is veroordeeld om aan de eisende partij een totaalbedrag van € 7.668,64 te betalen, bestaande uit de hoofdsom, reeds vervallen rente en incassokosten, met wettelijke rente over het bedrag van € 7.503,09 tot de dag van volledige betaling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.