ECLI:NL:RBLIM:2023:6566

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
10646113 \ CV EXPL 23-3379
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van medische kosten en buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 8 november 2023, vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INFOMEDICS B.V. betaling van een bedrag van € 94,98 van de gedaagde partij, die wordt vertegenwoordigd door gemachtigde C.J.P. Thomissen. De eisende partij stelt dat de gedaagde partij een bedrag van € 69,20 verschuldigd is aan een zorgverlener, De Drietand, voor medische behandelingen die zijn uitgevoerd op verzoek van de gedaagde. Dit bedrag is gecedeerd aan de eisende partij. Daarnaast vordert de eisende partij € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente over een deel van de vordering, die tot 29 juni 2023 is berekend op € 1,14.

De gedaagde partij wordt vermoed een consument te zijn, wat betekent dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing zijn. De kantonrechter oordeelt echter dat er in deze zaak geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden. De gedaagde partij heeft na het verkrijgen van uitstel niet meer gereageerd op de vordering, waardoor deze als niet weersproken wordt beschouwd. De kantonrechter besluit de vordering van de eisende partij toe te wijzen, aangezien deze onvoldoende is betwist.

In de beslissing wordt de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag van € 94,98, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van de vordering, en wordt de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 274,84. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken door mr. E.V.L. Heuts.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10646113 \ CV EXPL 23-3379
Vonnis van de kantonrechter van 8 november 2023
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOMEDICS B.V.,m.h.o.d.n.
INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
gemachtigde Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde C.J.P. Thomissen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eisende partij vordert gedaagde partij te veroordelen tot betaling van € 94,98, vermeerderd met rente en proceskosten.
2.2.
Ter onderbouwing van haar vordering voert eisende partij (samengevat) het volgende aan.
De Drietand (hierna: de zorgverlener) heeft in opdracht en voor rekening van gedaagde partij medische behandelingen uitgevoerd. Hiervoor is gedaagde partij een bedrag van
€ 69,20 verschuldigd aan de zorgverlener. De vordering van de zorgverlener is gecedeerd aan eisende partij.
Voorts stelt eisende partij dat gedaagde partij aan haar een vergoeding van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is. Daarnaast maakt zij aanspraak op betaling van de wettelijke rente. Eisende partij berekent deze rente tot 29 juni 2023 op
€ 1,14. Op de vordering kan nog een bedrag van € 15,36 in mindering strekken.
2.3.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.5.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering van eisende partij staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.6.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 107,84
  • griffierecht € 128,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 274,84

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 94,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 53,84 vanaf 29 juni 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 274,84,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC