3.3.Eiser heeft het college, nadat het niet was gelukt om met derde-partij afspraken te maken, gevraagd om handhavend op te treden tegen het slaan van de klokken om 07:00 uur. Eiser heeft gezondheidsproblemen en stelt mede gelet daarop overlast van de klokken in de ochtend te ondervinden.
Wat is het toetsingskader?
4. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
5. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de Terpkerk een inrichting type A of type B is, als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit). Voor installaties en toestellen in een inrichting type A of type B (in dit geval: de klokken van de kerk) gelden volgens het Activiteitenbesluit maximaal toegestane geluidsniveaus, om geluidhinder te voorkomen.Daar zijn wel een aantal uitzonderingen op.Een van die uitzonderingen is het geluid ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging. Dit geluid wordt bij het vaststellen van het geluidsniveau buiten beschouwing gelaten.
De standpunten van partijen
6. Het college heeft zich in de beslissing op bezwaar, onder overneming van het advies van de bezwaaradviescommissie, op het standpunt gesteld dat er sprake is van het slaan van klokken ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging. Het slaan van het Angelus dient namelijk als oproep tot het bidden van het Angelus, zoals dit al decennialang gebeurt. Dat betekent dat er niet op grond van het Activiteitenbesluit kan worden gehandhaafd. Verder stelt het college dat er geen sprake is van excessief klokgelui en dat het college daaraan geen beperkingen kan stellen zonder in strijd te komen met de vrijheid van godsdienst van artikel 6 van de Grondwet.
7. Eiser voert aan dat het slaan van de klokken niet oproept tot het Angelus gebed, omdat de klokken worden geslagen door derde-partij. Zij is geen kerkelijk genootschap, heeft geen religieuze doelstelling en slaat alleen de klokken op deze manier uit traditie, niet wegens geloofsuiting. Het college heeft volgens eiser daarom ten onrechte het standpunt ingenomen dat het slaan van de klokken een religieuze functie heeft en dat het daarom niet kan worden beperkt. Voor zover het klokgelui wel een religieuze functie heeft, vindt eiser het nog steeds excessief gelet op onder meer het vroege tijdstip en de duur en onregelmatigheid van het luiden. Ook in dat geval zou het college het klokgelui moeten reguleren, aldus eiser.
Is het klokgelui ten behoeve van het oproepen tot het belijden van een godsdienst of levensovertuiging?
8. De rechtbank is van oordeel dat derde-partij de klokken niet slaat ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat derde-partij geen religieuze doelstelling heeft. Derde-partij heeft als doel de in Urmond aanwezige monumenten te behoeden voor verval en ondergang, en mede door het bevorderen van een passende bestemming daarvoor, in stand te houden. Van een belang bij of intentie tot het oproepen van bewoners van Urmond tot het bidden van het Angelus is de rechtbank in het geheel niet gebleken. Ter zitting heeft derde-partij desgevraagd ook bevestigd dat de zij geen religieuze doelstelling heeft, maar wel een traditie in ere wil houden nu uit een enquête is gebleken dat de bewoners van Urmond dat ook graag zouden willen. Dat sluit aan bij hetgeen in de diverse stukken in het dossier wordt vermeld en door derde-partij ter zitting is verteld. Namelijk dat er sprake is van een kenmerkend dorpsgeluid, dat in het verleden ook tot doel had om te dienen als morgenklok voor diegenen die zelf geen klok of horloge hadden, en dat derde-partij wil behouden. Het enkele gegeven dat het in dit geval gaat om een
katholieketraditie maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat hier sprake is van een oproep tot het belijden van een godsdienst. Daarvoor is de intentie van derde-partij doorslaggevend, en die is daarop niet gericht. Dat heeft het college miskend.