ECLI:NL:RBLIM:2023:6644

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
C/03/321553 / HA ZA 23-380
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident van PACE B.V. tegen SABIC PETROCHEMICALS B.V. inzake vrijwaringsincident

Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Limburg een vonnis gewezen in een incident tussen PACE B.V. en SABIC PETROCHEMICALS B.V. In deze zaak vorderde PACE B.V. in de hoofdzaak dat SABIC PETROCHEMICALS B.V. werd veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. SABIC PETROCHEMICALS B.V. heeft in het incident verzocht om [naam] en MS Consult B.V. in vrijwaring te dagvaarden. PACE B.V. refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank, maar betwistte de termijn voor de conclusie van antwoord in de hoofdzaak gelijk te stellen aan die in de vrijwaringsprocedure. De rechtbank oordeelde dat de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring tijdig was en dat er voldoende gronden waren voor de oproeping. De rechtbank wees de vordering tot oproeping in vrijwaring toe en compenseerde de proceskosten in het incident, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De hoofdzaak werd verwezen naar de meervoudige kamer van de sector civiel voor verdere behandeling. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 8 november 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/321553 / HA ZA 23-380
Vonnis in incident van 8 november 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PACE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. F.A.E. Diderich,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SABIC PETROCHEMICALS B.V.,
gevestigd te Sittard,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. L.A. van Driel,
Partijen zullen hierna Pace B.V. en Sabic Petrochemicals B.V. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties 1 tot en met 75,
  • de brief van advocaat mr. L.A. van Driel voornoemd zijdens Sabic Petrochemicals B.V. van 26 september 2023,
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, met producties 1 tot en met 9,
  • de conclusie van antwoord in vrijwaringsincident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De vorderingen in de hoofdzaak

2.1.
Pace B.V. vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Sabic Petrochemicals B.V. veroordeelt om aan Pace B.V. te betalen een bedrag van € 692.778,24 incl. btw, althans € 572.544,00 excl. btw, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf 60 dagen vanaf het begin van de eerstvolgende maand nadat de betreffende factuur aan Sabic Petrochemicals B.V. is gezonden, althans vanaf 3 juni 2022, althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf veertien dagen na de betekening van het te dezer zake te wijzen vonnis tot de dag der volledige voldoening;
II. Sabic Petrochemicals B.V. veroordeelt om aan Pace B.V. te betalen een bedrag van € 722.370,00 incl. btw, althans € 597.000,00 excl. btw, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf 60 dagen vanaf het begin van de eerstvolgende maand nadat de betreffende factuur aan Sabic Petrochemicals B.V. is gezonden, althans vanaf 3 juni 2022, althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf veertien dagen na de betekening van het te dezer zake te wijzen vonnis tot de dag der volledige voldoening;
III. Sabic Petrochemicals B.V. veroordeelt om aan Pace B.V. te betalen een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke kosten conform het besluit buitengerechtelijke incassokosten in verband met de verstuurde sommaties, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022, althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf veertien dagen na de betekening van het te dezer zake te wijzen vonnis tot de dag der volledige voldoening;
IV. Een en ander onder veroordeling van Sabic Petrochemicals B.V. in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten alsmede de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de betekening van het te dezer zake te wijzen vonnis tot de dag der volledige voldoening.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Sabic Petrochemicals B.V. vordert in het incident dat haar wordt toegestaan [naam] en MS Consult B.V., wonende en gevestigd te [woonplaats] aan de [adres] , in vrijwaring te dagvaarden tegen een door de rechtbank te bepalen terechtzitting op een termijn van minimaal zes weken teneinde op de eis tot vrijwaring te antwoorden, waarna verder kan worden geprocedeerd in de hoofdzaak. Sabic Petrochemicals B.V. verzoekt een termijn voor de conclusie van antwoord in de hoofdzaak te bepalen gelijk aan de conclusie van antwoord in de vrijwaringsprocedure. Een en ander met veroordeling van Pace B.V. in de kosten van het incident indien zij zich tegen toewijzing zou verweren.
3.2.
Ten aanzien van de vordering om [naam] en MS Consult B.V. in vrijwaring op te roepen, refereert Pace B.V. zich aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Pace B.V. kan zich echter niet vinden in het verzoek van Sabic Petrochemicals B.V. om de termijn voor de conclusie van antwoord in de hoofdzaak gelijk te bepalen aan de conclusie van antwoord in de vrijwaringsprocedure. Pace B.V. stelt namelijk dat Sabic Petrochemicals B.V. al een (aanvullende) termijn heeft gehad, doordat Pace B.V. tegen een ruime termijn heeft gedagvaard en Sabic Petrochemicals B.V. tevens tot het laatste moment heeft gewacht met het zuiveren van het verstek. Bovendien vindt Pace B.V. dat het door Sabic Petrochemicals B.V. aangedragen doel van het gelijkstellen van de termijnen daarmee niet worden bereikt; Sabic Petrochemicals B.V. kan bij het gelijktijdig aflopen van die termijn de eventuele nieuwe informatie van de waarborg niet in haar conclusie in de hoofdzaak opnemen.
3.4.
Daarnaast verzoekt Pace B.V. de rechtbank – om verdere vertraging in de hoofdzaak te voorkomen – om op grond van artikel 232 lid 2 Rv het (tussen)vonnis in incident in verkorte vorm te wijzen.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
De incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring is tijdig en vóór alle weren genomen.
4.2.
De rechtbank ziet geen aanleiding om op grond van artikel 232 lid 2 Rv het (tussen)vonnis in het incident in verkorte vorm te wijzen.
4.3.
Voor toewijzing van een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring is vereist dat eiser in het incident (de gewaarborgde) zich met redenen omkleed beroept op een rechtsverhouding met een derde (de waarborg) die meebrengt dat de waarborg verplicht is om de nadelige gevolgen van een eventuele veroordelende beslissing tegen de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Sabic Petrochemicals B.V. voldoende gesteld en onderbouwd dat tussen Sabic Petrochemicals B.V. enerzijds en [naam] en MS Consult B.V. anderzijds een rechtsverhouding bestaat die voor [naam] en MS Consult B.V. een verplichting tot vrijwaring kan meebrengen, zodat aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring is voldaan. Daarom zal de door Sabic Petrochemicals B.V. ingediende incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring worden toegewezen.
4.5.
De rechtbank kan zich niet vinden in het verzoek van Sabic Petrochemicals B.V. om de termijn voor het indienen van de conclusie van antwoord in de hoofdzaak gelijk te bepalen aan de termijn voor de conclusie van antwoord in de vrijwaringsprocedure. Wat er ook van zij van het door Sabic Petrochemicals B.V. aangedragen doel van het gelijkstellen van de termijnen, namelijk het afwachten van nieuwe informatie van de in vrijwaring op te roepen partij(en); dat doel wordt niet bereikt door het gelijktijdig nemen van de conclusie van antwoord door Sabic Petrochemicals B.V. en de in vrijwaring op te roepen partij(en). Daarbij komt dat Sabic Petrochemicals B.V. niet gehouden is om van de toestemming tot vrijwaring gebruik te maken, wat ook een reden is om in dit stadium de loop van de procedure in de hoofdzaak niet zonder meer te koppelen aan die in de vrijwaringszaak.
4.6.
De rechtbank kan zich vinden in het verzoek van Sabic Petrochemicals B.V. om de hoofdzaak, gezien de omvang en complexiteit van de zaak, door een meervoudige kamer te laten behandelen. Met inachtneming van artikel 15 Rv verwijst de rechter de zaak daarom, voor de hoofdzaak, naar de meervoudige kamer van de sector civiel van deze rechtbank voor verdere behandeling en afdoening als hierna in de beslissing is bepaald.
4.7.
In het gegeven dat Pace B.V. zich in het incident heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, ziet deze aanleiding om de proceskosten in het incident te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
staat toe dat [naam] , wonende te [woonplaats] aan de [adres] en MS Consult B.V. gevestigd te [woonplaats] aan de [adres] door Sabic Petrochemicals B.V. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van
20 december 2023,
5.2.
compenseert de proceskosten in het incident in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
5.4.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de meervoudige kamer van de sector civiel van deze rechtbank,
5.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
20 december 2023voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.