Uitspraak
[handelsnaam],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
29 november 2023 om 10.00 uur,
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is op 15 november 2023 een vonnis gewezen in een huurkoopgeschil tussen [eiser] en [gedaagde]. De procedure is gestart met een (tussen)vonnis op 6 september 2023, waarin de kantonrechter de overeenkomst tussen partijen heeft gekwalificeerd als een huurkoopovereenkomst onder de Twhoz. Beide partijen hebben zich vervolgens geconformeerd aan het oordeel van de kantonrechter om de hoofdzaak te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis overwogen dat het incident, dat voortvloeit uit het niet nakomen van verplichtingen uit een huurovereenkomst, ook moet worden verwezen. [eiser] heeft zijn vorderingen onder I ingetrokken en de vorderingen ten aanzien van achterstallige betalingen beperkt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat hij niet bevoegd is om te beslissen in het incident, omdat de vordering gegrond is op een rechtstitel met een belang van meer dan € 25.000,00, en dat de rechter die in de hoofdzaak beslist ook in het incident dient te beslissen.
De kantonrechter heeft de zaak in de staat en stand waarin deze zich bevindt verwezen naar de rolzitting van de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, met de mededeling dat partijen niet hoeven te verschijnen. Tevens is bepaald dat [eiser] en [gedaagde] na verwijzing griffierechten verschuldigd zijn, die binnen vier weken na de roldatum moeten worden voldaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.P.J. Quaedackers op 15 november 2023.