ECLI:NL:RBLIM:2023:6907

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
10721435 \ CV EXPL 23-4166
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Maasvallei Maastricht en een gedaagde huurder. De eisende partij, vertegenwoordigd door de gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders Eindhoven, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 2.711,32 tot en met november 2023. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, heeft niet gereageerd op de vordering en is niet verschenen bij de mondelinge behandeling op 14 november 2023.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist en dat de slechte betaaldiscipline van de gedaagde huurder de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en de huurachterstand, inclusief wettelijke rente en incassokosten, te betalen. De totale kosten aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 1.081,48.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de uitspraak, ook al kan deze nog worden aangevochten. Dit vonnis benadrukt de gevolgen van huurachterstand en de rechten van verhuurders om hun eigendommen te beschermen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10721435 \ CV EXPL 23-4166
Vonnis van de kantonrechter van 22 november 2023
in de zaak van:
WONINGSTICHTING MAASVALLEI MAASTRICHT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders Eindhoven,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord van gedaagde partij
- een brief d.d. 10 november 2023 van de gemachtigde van eiseres met een actueel overzicht van de huurachterstand
- de mondelinge behandeling op 14 november 2023
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet wordt betwist. Gedaagde is vervolgens zonder bericht van verhindering niet verschenen bij de mondelinge behandeling. De slechte betaaldiscipline van gedaagde als huurder en de inmiddels ontstane huurachterstand (€ 2.711,32 tot en met november 2023) rechtvaardigen de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Ook de gevorderde reeds vervallen wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen, nu daartegen geen verweer werd gevoerd.
2.2.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 130,48
  • griffierecht € 487,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € ‭1.081,48‬‬‬

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] ,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 3.001,21 aan huurachterstand tot en met september 2023, reeds vervallen rente en incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 2.062,98 vanaf 15 september 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen aan huur dan wel een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 698,34 voor elke ingegane maand met ingang van 1 oktober 2023 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € ‭1.081,48‬, ‬‬
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.