ECLI:NL:RBLIM:2023:6908

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
10756532 \ CV EXPL 23-4495
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte wegens overlast

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Weller Wonen en [gedaagde], vertegenwoordigd door [naam onderbewindgestelde]. Weller Wonen vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte gelegen aan [adres]. De huurovereenkomst was op 10 november 2022 gesloten, maar [naam onderbewindgestelde] gedroeg zich niet als een goed huurder en veroorzaakte overlast voor de omwonenden. Ondanks een sommatiebrief van 13 juni 2023 heeft er geen gedragsverandering plaatsgevonden, wat Weller Wonen noopte tot het starten van een gerechtelijke procedure.

De kantonrechter oordeelde dat de overlast een tekortkoming vormde die de onmiddellijke ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter wees de vordering tot machtiging voor ontruiming af, omdat de wettelijke bevoegdheden van de deurwaarder voldoende waren. Tevens werd de vordering van Weller Wonen tot vergoeding van eventuele kosten afgewezen, omdat de hoogte en de zekerheid van deze kosten onduidelijk waren. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 460,13.

In de beslissing ontbond de kantonrechter de huurovereenkomst, veroordeelde [gedaagde] tot ontruiming binnen twee weken en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10756532 \ CV EXPL 23-4495
Vonnis van de kantonrechter van 22 november 2023
in de zaak van:
de stichting
STICHTING WELLER WONEN,
gevestigd te Heerlen,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.W. Janssen,
tegen:
[gedaagde] ,maat van de [naam maatschap] ,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[naam onderbewindgestelde],
zaakdoende op een geheim adres,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden verder genoemd Weller Wonen, [gedaagde] en [naam onderbewindgestelde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Weller Wonen vordert – zakelijk weergegeven -:
de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden,
[gedaagde] te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis Weller Wonen in het vrije bezit te stellen van het gehuurde, en wel door het gehuurde geheel ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten, behoorlijk schoongemaakt aan Weller Wonen op te leveren, zulks met machtiging van Weller Wonen bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze verlating en ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd houden zelf te bewerkstelligen op kosten van [gedaagde] ,
veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
2.2.
Op 10 november 2022 is tussen Weller Wonen en [naam onderbewindgestelde] een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woonruimte staande en gelegen te [plaats] aan het adres [adres] .
2.3.
[gedaagde] is de bewindvoerder en de mentor van [naam onderbewindgestelde] .
2.4.
Sinds het begin van de huurovereenkomst gedraagt [naam onderbewindgestelde] zich niet als een goed huurder. Zij maakt zich schuldig aan onvoorspelbaar bedreigend en/of intimiderend gedrag jegens de omwonenden.
Ondanks de sommatiebrief van 13 juni 2023 heeft [naam onderbewindgestelde] haar gedrag niet aangepast waardoor Weller Wonen zich gedwongen voelt om een gerechtelijke procedure tot ontbinding van de overeenkomst te starten.
2.5.
[gedaagde] betwist de vordering niet. [naam onderbewindgestelde] zal niet terugkeren in de woning. Zij is met een zorgmachtiging opgenomen in een instelling.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
3.2.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
3.3.
De door [naam onderbewindgestelde] veroorzaakte overlast vormt een tekortkoming die de onmiddellijke ontbinding van de huurovereenkomst en de veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt.
3.4.
De gevorderde machtiging om het toe te wijzen bevel tot ontruiming zo nodig af te dwingen zal worden afgewezen. De in de wet aan de deurwaarder verleende bevoegdheden tot reële executie (artikelen 555 e.v. Rv in verbinding met artikel 444 Rv) worden toereikend geacht, zodat Weller Wonen bij een afzonderlijke machtiging geen belang heeft.
3.5.
De kantonrechter zal de door Weller Wonen gevorderde veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de kosten die Weller Wonen eventueel moet maken ten gevolge van het toedoen of nalaten van [gedaagde] met betrekking tot het door Weller Wonen te ontruimen gehuurde afwijzen, omdat het immers onzeker is of zulke kosten gemaakt worden en evenmin of de hoogte ervan redelijk is, indien ze worden gemaakt.
3.6.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Weller Wonen worden begroot op:
  • dagvaarding € 133,13
  • griffierecht € 128,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 460,13

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] ,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] , om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Weller Wonen te stellen,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van Weller Wonen gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 460,13,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC