ECLI:NL:RBLIM:2023:7017

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
C/03/321544 / FA RK 23-3240
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voornamen van een minderjarige in verband met verslechterde relatie met peettantes

Op 6 oktober 2023 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van de voornamen van een minderjarige. De ouders van de minderjarige hebben verzocht om de derde en vierde voornaam van hun kind te wijzigen, omdat deze afgeleid zijn van de namen van peettantes met wie de relatie ernstig is verslechterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders, als wettelijke vertegenwoordigers, een voldoende zwaarwichtig belang hebben aangetoond voor deze wijziging. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats], heeft momenteel de voornamen [naam 1] en [naam 2]. De ouders willen deze vervangen door [naam 3] en [naam 4], waarbij [naam 3] de peetoom is en [naam 4] een goede vriendin van de ouders. De rechtbank oordeelt dat de ouders hinder ondervinden van de huidige voornamen en dat de wijziging in het belang van de minderjarige is. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en gelast dat de wijziging van de voornamen wordt doorgevoerd in de akte van geboorte van de minderjarige. De griffier zal de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen op de hoogte stellen, maar pas na drie maanden, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 6 oktober 2023
Zaaknummer: C/03/321544 / FA RK 23-3240
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven in de zaak van:
[verzoeker]en
[verzoekster] ,
verzoekers, verder te noemen: de ouders,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. C. Simmelink, kantoorhoudend in Maarssen, gemeente Stichtse Vecht.

1.Het verloop van de procedure

Op 22 augustus 2023 is bij de griffie een verzoekschrift met bijlagen van de ouders ingekomen.

2.De feiten

Uit de moeder is, voor zover in deze zaak van belang, op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats] geboren de minderjarige [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ). De vader heeft [minderjarige] erkend en de ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [minderjarige] .
De geboorteakte van [minderjarige] komt voor in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, aktenummer 1A2029 van het jaar 2020.

3.Het verzoek

De ouders verzoeken de voornamen van [minderjarige] te wijzigen, in die zin dat de derde en vierde voornaam ( [naam 1] en [naam 2] ) worden vervangen door de voornamen [naam 3] en [naam 4] , zodat [minderjarige] zal komen te heten: [minderjarige] .

4.De beoordeling

4.1.
Artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (verder te noemen: BW) geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging te gelasten van zijn voornamen. De ouders hebben in hun hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordigers van [minderjarige] het verzoek ingediend.
4.2.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW moet voor een wijziging van de voornamen een voldoende zwaarwichtig belang bestaan. Verder moet het verzoek worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW. Beoordeeld moet worden of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat de ouders met de door hun gegeven toelichting voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij in het dagelijks leven hinder en ongemak ervaren van de door hen gekozen derde en vierde voornaam van [minderjarige] . [minderjarige] draagt als derde en vierde voornaam de namen van zijn peettantes: [naam 1] en [naam 2] . Vanaf drie maanden na de geboorte van [minderjarige] is de band tussen de ouders en de peettantes echter verslechterd. Er is nu nauwelijks tot geen contact meer. Gelet hierop voelt het voor de ouders niet goed als zij steeds geconfronteerd worden met de voornamen van [minderjarige] .
De ouders willen daarom dat de derde en vierde voornaam van [minderjarige] worden vervangen door de voornamen [naam 3] en [naam 4] . [naam 3] is de peetoom van [minderjarige] , met wie [minderjarige] een goede band en regelmatig contact heeft. De ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen worden vernoemd naar hun peetouders. [naam 4] is een goede vriendin van de ouders, die een grote rol speelt in het leven van [minderjarige] en de ouders.
4.4.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het zwaarwichtig belang bij de verzochte voornaamswijziging voldoende is komen vast te staan. Verder is niet gebleken van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW tegen de gewenste voornamen. Dat betekent dat het verzoek tot wijziging van de voornaam zal worden toegewezen, in die zin dat de derde en vierde voornaam van [minderjarige] ( [naam 1] en [naam 2] ) worden vervangen door: [naam 3] en [naam 4] .
4.5.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen in wiens registers de geboorteakte van [minderjarige] voorkomt.

5.De beslissing

De rechtbank:
gelast de wijziging van de voornamen van [minderjarige] , geboren op
[geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats] , in die zin dat de derde voornaam ( [naam 1] ) en de vierde voornaam ( [naam 2] ) worden vervangen door [naam 3] en [naam 4] , zodat de volledige naam komt te luiden: ‘ [minderjarige] ’;
bepaalt dat de griffier op grond van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, dit met het oog op het bepaalde in artikel 1:20 lid 1 en onder a, BW juncto artikel 1:20a lid 1 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.J.M. Verhey, griffier op
6 oktober 2023.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.