Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 5
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.Het geschilin de hoofdzaak2.1. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] was voorheen gehuwd met [naam dochter] , de dochter van [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] (hierna ook: ‘de dochter’). [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt dat er, staande dat huwelijk, tussen haar enerzijds en [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] en de dochter anderzijds overeenkomsten van geldlening tot stand zijn gekomen, met [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] als uitlener en [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] en de dochter als lener. Volgens [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] zijn [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] en de dochter voor de nakoming van de verplichtingen uit de geldleningen hoofdelijk verbonden. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] gehouden is tot nakoming van de geldleningsovereenkomsten, bestaande uit het terugbetaling van het geleende geld, maar dat hij daartoe ondanks sommatie niet toe over is gegaan. Zij vordert - samengevat - dat de rechtbank:
3.3. De beoordeling in het incident
4.De beslissing
20 december 2023,
20 december 2023voor opgave verhinderdata zijdens beide partijen voor een te bepalen mondelinge behandeling in de periode april 2024 tot en met september 2024.