ECLI:NL:RBLIM:2023:7187

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
C/03/315127 / HA ZA 23-101
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van een woning tussen deelgenoten met betrekking tot een geldlening en renovatiekosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure over de verdeling van een woning tussen twee deelgenoten, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. De procedure betreft een geschil over de toedeling van de woning, die beide partijen gezamenlijk bezitten, en de gevolgen van een geldlening die door de ouders van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is verstrekt voor de uitkoop van de voormalige echtgenoot van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] recht heeft op toedeling van de woning, ondanks het verzet van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. De rechtbank oordeelt dat de vordering uit de geldlening niet is verjaard, omdat deze pas recent opeisbaar is geworden. Daarnaast is er een geschil over de kosten van renovatiewerkzaamheden die door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn uitgevoerd, welke kosten [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet hoeft te vergoeden. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere uitlatingen van partijen over een mogelijke deskundigenrapportage.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/315127 / HA ZA 23-101
Vonnis van 22 november 2023
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.G. van Ek te Heerlen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. N.P.H. Vissers te Roermond.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 5,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 10,
  • de brief van de rechtbank van 17 mei 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de akte overlegging bescheiden t.b.v. comparitie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met producties 15 tot en met 17,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 september 2023,
  • de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling door mr. Vissers voorgedragen spreekaantekeningen tevens houdende een akte tot vermeerdering en wijziging van eis in reconventie, met productie 18.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft geen producties genummerd 11 tot en met 14 overgelegd.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is de dochter van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam vader] , hierna: ‘ [naam vader] ’. Laatstgenoemde is in 2004 overleden.
2.2.
In 1996 hebben [naam vader] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , de toenmalige echtgenoot van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ( [naam] , hierna: ‘ [naam] ’) en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gezamenlijk het volgende onroerend goed gekocht en geleverd gekregen: een woning met ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , thans kadastraal bekend als [kadasternummer] . Ieder werd voor 1/4e deel gerechtigd tot het onroerend goed. Dit onroerend goed zal hierna ‘de woning’ worden genoemd. In de akte van levering (productie 1 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ) is opgenomen dat de deelgenoot die voornemens is over te gaan tot vervreemding van diens aandeel onder welke titel dan ook, gehouden is dit aandeel aan de andere deelgenoten aan te bieden.
2.3.
Na de echtscheiding van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam] in 2003, is het aandeel in de woning van [naam] toegedeeld aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
2.4.
Op of omstreeks 13 juni 2003 hebben [naam vader] , [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een schriftelijke akte ondertekend. De inhoud daarvan luidt als volgt:
‘Ondergetekenden, pappa en mamma [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (
lees: [naam vader] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , toevoeging rechtbank), verklaren hierbij aan hun dochter [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (
lees: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , toevoeging rechtbank) te hebben geleend een bedrag van E. 13600 ten behoeve van de uitkoop van [naam] uit de echtelijke woning.
Dit bedrag wordt verhoogd met de kosten, zoals die in de betrokken afrekening van notaris [naam notaris] etc. dd 13 juni 2003 worden vermeld, te weten E 2570 en de kosten van taxatie ten behoeve van deze 2e hypotheek door GNM makelaardij, zijnde E 729.
De totale lening wordt daardoor groot E 16899.
Omdat deze lening voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] renteloos is gehouden, zal op korte termijn een notarieel vast te leggen wijziging in de eigendomsverhouding dienen te worden gerealiseerd, rekening houdend met zowel het hierboven genoemde bedrag incl de door ons te betalen rente alsmede andere kosten die tot dat moment door de ouders zijn gedragen en de gevolgen van e.e.a. op fiscaal gebied. Daarna dient deze onderhandse lening als vervallen te worden beschouwd.’
2.5.
Als gevolg van het overlijden van [naam vader] in 2004 is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hem opgevolgd als deelgenoot in de woning. Aldus zijn [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ieder voor de helft gerechtigd geworden in de woning.
2.6.
In 2005 zijn [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij SNS Bank een geldlening aangegaan. Ter verzekering van terugbetaling van het geleende bedrag is aan SNS Bank een hypotheekrecht op de woning verleend. De aflossingsvrije hypothecaire schuld bedraagt
€ 230.000,00.
2.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bewonen thans ieder een deel van de woning. In opdracht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn er in 2023 in het door haar bewoonde deel van de woning renovatiewerkzaamheden uitgevoerd. De kosten daarvan hebben (ten minste)
€ 10.834,14 bedragen.
2.8.
In opdracht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft [naam taxateur] , verbonden aan Hypodomus Maastricht, de woning getaxeerd. De marktwaarde per 10 augustus 2023 is getaxeerd op € 485.000,00. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft het taxatierapport overgelegd als productie 15. De kosten voor het opstellen van het rapport bedroegen € 800,00. Deze zijn bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in rekening gebracht. De factuur is door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegd als productie 18.

3.Het geschil in conventie en reconventie

3.1.
Samengevat vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in conventie
a. a) veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om:
- aan een door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan te wijzen makelaar opdracht te verstrekken tot taxatie en verkoop van de woning, bij gebreke waarvan het vonnis van de rechtbank in de plaats treedt van de toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
- een koopovereenkomst te tekenen als er een door de makelaar als redelijk geacht bod is gedaan en vervolgens mee te werken aan notariële levering van de woning aan de koper, bij gebreke waarvan het vonnis van de rechtbank in de plaats treedt van de toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
- de woning verkoopklaar en schoon te maken conform advies van de makelaar, op straffe van een dwangsom,
- kandidaat-kopers en/of de makelaar toe te laten tot de woning, op straffe van een dwangsom,
- de woning voorafgaand aan eigendomsoverdracht te ontruimen, op straffe van een dwangsom,
b) dat de rechtbank bepaalt dat van de overwaarde van de woning aan ieder van partijen de helft toekomt en dat de kosten van de makelaar en de notariële levering ten laste komen van partijen gezamenlijk,
c) veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten.
3.2.
Samengevat vordert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , na wijziging van eis, in reconventie dat de rechtbank:
1. de woning toedeelt aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijk voor de aan de woning verbonden hypothecaire lening en aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de helft van de overwaarde uitkeert,
2. bepaalt dat een door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , althans door partijen, althans door de rechtbank aan te wijzen taxateur de verkoopprijs van de woning bindend vaststelt,
3. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , op straffe van een dwangsom, veroordeelt om mee te werken aan alles wat nodig is om vordering 1 en 2 uit te voeren, bij gebreke waarvan het vonnis van de rechtbank in de plaats treedt van de toestemming van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
4. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt de woning voorafgaand aan eigendomsoverdracht aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te ontruimen, op straffe van een dwangsom,
5. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 16.899,00 te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente,
6. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 10.834,14 te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente,
7. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 800,00 te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente,
8. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt in de proceskosten.
3.3.
Partijen voeren verweer tegen de vordering van de ander. Op hun stellingen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en reconventie

4.1.
Vanwege de verwevenheid van een deel van de vorderingen in conventie en reconventie, zullen deze gezamenlijk besproken worden.
Verdeling woning
4.2.
Beide partijen wensen te komen tot verdeling van de woning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] staat daarbij verdeling middels verkoop aan een derde voor terwijl [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toedeling aan zichzelf wenst. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft, in de dagvaarding, als argument aangevoerd dat partijen al lange tijd in onmin leven en - naar de rechtbank begrijpt - dat het daarom aangewezen is dat zij niet meer gezamenlijk in de woning wonen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wijst op de voorkeursrecht dat in de akte van levering is opgenomen (zie 2.2.) .Verder stelt zij, onder meer, dat zij ‘op haar oude dag’ niet uit haar geliefde woning wenst te vertrekken. Volgens haar zal zij elders niet meer kunnen aarden. Ook zou er voor haar geen andere passende woning beschikbaar zijn, onder meer rekening houdend met de gewenste korte afstand tot haar netwerk, bestaande uit haar partner en haar zoon. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aangegeven ook dierbare herinneringen aan de woning te hebben.
4.3.
De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de gelegenheid stellen om de woning toegedeeld te krijgen. Dat zij daarop recht heeft volgt uit de tussen partijen geldende afspraak over het voorkeursrecht. Ook overigens heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij toedeling van de woning aan haar terwijl er inmiddels geen discussie meer over bestaat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geacht moet worden deze toedeling - met bijbehorende uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van haar aandeel in de overwaarde - te financieren. Dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ook dierbare herinneringen heeft aan de woning, wil de rechtbank zonder meer aannemen. Gegeven het feit dat zij geen toedeling aan zichzelf wenst, kan dat echter geen rol spelen in de afweging. Het kan geen reden zijn om de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gewenste toedeling aan haar van de hand te wijzen.
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat aan ieder de helft van de overwaarde op de woning toekomt, zijnde de overwaarde het verschil tussen de waarde van de woning en de hoogte van de hypothecaire schuld (zie 2.6.). Vast staat dat, anders dan in de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is vermeld, aan de hypothecaire schuld, geen beleggings- en/of spaarpolis gekoppeld, zodat daar in de beslissing geen rekening mee hoeft te worden gehouden. Partijen zijn het niet eens over de in de verdeling te betrekken waarde van de woning. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gaat, aan de hand van het taxatierapport van Hypodomus Maastricht (zie 2.8.) uit van een waarde van € 485.000,00 terwijl [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat de woning méér waard is. In het midden kan blijven of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dit standpunt voldoende heeft onderbouwd omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet vordert dat de woning tegen de reeds getaxeerde waarde aan haar wordt toegedeeld maar, blijkens vordering 2 in reconventie, tegen een door een andere taxateur vast te stellen waarde ( [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft het over een verkoopprijs, maar dat zal een verschrijving zijn omdat verdelen niet verkopen is). De rechtbank acht het vanwege de noodzakelijke objectiviteit van de taxateur niet passend dat, zoals primair is gevorderd, deze taxatie geschiedt door een door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan te wijzen taxateur. De kans dat partijen erin slagen om, zoals subsidiair gevorderd, samen een taxateur aanwijzen acht de rechtbank, gelet op verhouding tussen partijen, niet groot. Aanwijzing van een taxateur door de rechtbank - de meest subsidiair gevorderde variant - kan in beginsel alleen in het kader van deze procedure middels een deskundigenbenoeming, na het daartoe voorgeschreven overleg met partijen. De rechtbank is daarom voornemens een deskundige te benoemen die de rechtbank voorlicht over de waarde van de woning. De rechtbank gaat daarbij uit van benoeming van één deskundige, en wel woningmakelaar/-taxateur. Deze zal worden gevraagd op welke waarde deze de woning taxeert. Partijen kunnen zich nog uitlaten over de vraag of een deskundige moet worden benoemd, het aantal en de perso(o)n(en) van de eventueel te benoemen deskundige(n) en de aan deze(n) te stellen vragen.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van het geding aanleiding om het voorschot op de kosten van de deskundige(n) gelijkelijk over partijen te verdelen. Omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met een toevoeging procedeert, zal echter aan haar geen voorschot worden opgelegd. Derhalve zal alleen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar helft van het voorschot moeten betalen.
Mochten partijen middels nader overleg tot overeenstemming kunnen komen over de in de verdeling te betrekken waarde van de woning of over de persoon van een taxateur die de waarde tussen hen bindend vaststelt, kunnen zij dat de rechtbank laten weten. Dan zal er geen deskundige worden benoemd. In het eerste geval zal de overeengekomen waarde in de verdelingsbeslissing worden verwerkt. In het tweede geval zal de rechtbank bepalen dat de betreffende taxateur de waarde bindend vaststelt en hoeft er geen onderzoek meer plaats te vinden binnen het kader van de procedure. In beide gevallen ligt er sneller een eindbeslissing en worden de kosten beperkt. Dit laatste is ook het geval als partijen samen een taxateur aanwijzen, omdat een deskundigenbericht in de regel nu eenmaal duurder is dan een taxatie buiten het kader van een procedure.
4.5.
Aan de hand van de vast te stellen waarde zal de rechtbank de verdeling vaststellen aldus dat de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt toegedeeld onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door de SNS Bank wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijk voor de hypothecaire lening ( [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet zelf ontslaan, zoals is gevorderd) en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de helft van de overwaarde uitkeert. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal een termijn van een week worden gegeven om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te melden of zij de woning tegen de vastgestelde waarde wil overnemen (behalve als partijen het alsnog eens worden over de waarde; dan hoeft dat niet) en zo ja, een termijn van vier maanden om aan de voorwaarden te voldoen. Na ommekomst van die termijn zonder dat aan beide voorwaarden is voldaan, zal de woning moeten worden verkocht aan een derde. Voor dat geval zal de rechtbank in het eindvonnis, in de woorden van partijen, een spoorboekje maken.
Geldlening
4.6.
Onder verwijzing naar de op of omstreeks 13 juni 2003 opgemaakte akte (zie 2.4.) stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 16.899,00 van haar en [naam vader] heeft geleend en dit bedrag nog moet terugbetalen.
4.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist niet dat zij het in hoofdsom gevorderde bedrag heeft geleend. Zij redeneert, sterker nog, vanuit de aanname dat de gestelde lening tot stand is gekomen. Daarmee is in lijn dat, als erkend, vaststaat dat het geld was bedoeld om [naam] uit te kopen en dat dit ook is gebeurd. Middels aanwending van het geld om de toedeling van het aandeel van [naam] in de woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] af te handelen, is het geld immers aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ter beschikking gesteld. Verder gelet op de daarmee ook weer in overeenstemming zijnde inhoud van de akte en gezien het bepaalde in artikel 157 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (‘Rv’), wordt het bestaan van de lening aangenomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt weliswaar ook dat zij het geld ‘niet persoonlijk heeft geleend’ maar zonder verdere toelichting - die ontbreekt - kan dat aan deze conclusie niet afdoen. Als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft bedoeld aan te geven dat zij het geld niet in handen heeft gekregen, lijkt dat te kloppen, maar dat betekent niet dat zij het niet heeft geleend.
4.8.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gesteld dat de vordering tot nakoming van de geldleningsovereenkomst is verjaard. Zij stelt daartoe dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ‘in de afgelopen 20 jaar geen aanspraak heeft gemaakt op het bedrag van 16.899.- Euro’ (conclusie van antwoord in reconventie) en dat de vordering volgens haar na vijf jaar verjaart (mondelinge behandeling). Het beroep op verjaring is, ook desgevraagd, niet nader geduid.
Het gaat in dit geval om een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen. Op grond van artikel 3:307 lid 1 Burgerlijk Wetboek (‘BW’) verjaart een dergelijke rechtsvordering in beginsel door verloop van vijf jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft over de opeisbaarheid van de vordering enkel (bloot) gesteld dat daarvan nog geen sprake was toen in 2005 de hypothecaire lening is aangegaan. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft aangevoerd dat de vordering opeisbaar is geworden toen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] middels de dagvaarding in deze procedure kenbaar heeft gemaakt niet meer in de woning te willen wonen. Dat leidt volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot opeisbaarheid omdat de lening is 2003 aangegaan om de voortzetting van de bewoning door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toen mogelijk te maken. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dit niet weersproken, zodat de rechtbank dit als juist moet aannemen. Dat betekent dat er nog geen vijf jaar na opeisbaarheid zijn verstreken en de vordering dus niet is verjaard op grond van artikel 3:307 lid 1 BW.
Voor zover uit de geldlening een verbintenis tot nakoming van onbepaalde tijd zou voorvloeien - daar is verder niets over gesteld - volgt uit artikel 3:307 lid 2 BW dat de termijn van vijf jaar gaat lopen nadat de schuldeiser - hier [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - tot opeising is overgegaan en in ieder geval twintig jaar nadat opeising mogelijk was. Niet gesteld of gebleken is van een opeising op een termijn van langer dan vijf jaar geleden en ten tijde van het indienen van de vordering in reconventie waren er (net) nog geen twintig jaar verstreken na juni 2003, zodat verjaring op grond van artikel 3:307 lid 2 BW evenmin kan worden aangenomen.
Het beroep op verjaring slaagt dus niet.
4.9.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft nog aangevoerd dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na ongeveer twintig jaar aanspraak maakt op nakoming van de geldleningsovereenkomst. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft echter alleen gewezen op het tijdsverloop en dat maakt niet dat kan worden geconcludeerd dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat alsnog nakoming wordt gevorderd. Voor zover [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich zou hebben willen beroepen op rechtsverwerking geldt hetzelfde. Enkel tijdsverloop kan daartoe niet leiden.
4.10.
In de omstandigheid dat niet is weersproken dat de aanspraak [naam vader] op grond van de geldlening volledig op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is overgegaan, is de slotsom dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan aanspreken op nakoming van de geldleningsovereenkomst. De volgende vraag is die of de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gevorderde (wettelijke) rente ook toewijsbaar is. De tekst van de op of omstreeks 13 juni 2003 opgemaakte akte vermeldt dat de lening renteloos is, maar daarbij wordt de koppeling gelegd met de wijziging van de eigendomsverhoudingen. Die wijziging van eigendomsverhoudingen is niet tot stand gekomen. De akte biedt geen voorziening voor dat geval. Daarmee kan uit de tekst van de akte niet worden afgeleid dat partijen voor dat geval alsnog een rentevergoeding zijn overeengekomen. Ook zijn er geen andere feiten en omstandigheden gesteld of gebleken waaruit kan worden afgeleid dat er een rentevergoeding overeen is gekomen, laat staan welke. Dat is verzuim is ingetreden is niet gesteld - opeisbaarheid is daarvoor niet voldoende - zodat dat de wettelijke rente ook niet op grond van artikel 6:119 lid 1 BW kan worden toegewezen. De vordering die strekt tot vergoeding van rente zal dus worden afgewezen.
Kosten renovatie
4.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de kosten moet vergoeden die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gemaakt ten behoeve van de renovatie in 2023. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou daardoor ongerechtvaardigd zijn verrijkt althans het zou in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid als deze kosten niet voor rekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zouden komen.
4.12.
Vast staat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zonder overleg met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft besloten tot uitvoering van de renovatiewerkzaamheden. Gesteld noch gebleken is verder dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een dergelijke renovatie ook zou hebben uitgevoerd als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat niet had gedaan of dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot het uitvoeren van de renovatie verplicht was. Daarom is geen sprake van ‘besparing’ van kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en kan alleen al om die reden van ongerechtvaardigde verrijking geen sprake zijn. Concrete feiten en/of omstandigheden op grond waarvan het niet (mee)betalen door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gekozen renovatie in strijd zou zijn met de eisen van redelijkheid en billijkheid, heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet gesteld. De slotsom is dat de vordering bij gebreke van een deugdelijke grondslag moet worden afgewezen. Derhalve wordt niet toegekomen aan de vraag op grond waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aannam het volledige bedrag aan renovatiekosten bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te kunnen leggen, terwijl zij zelf voor de helft gerechtigd is tot de woning.
Kosten taxateur
4.13.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de kosten van de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ingeschakelde taxateur betaalt. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verwijst daartoe naar artikel 6:96 lid 2 sub b BW. Het betreft dus volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] miskent daarbij dat artikel 6:96 lid 2 sub b BW geen zelfstandige grondslag bevat voor een vergoedingsplicht maar veronderstelt dat er een wettelijke verplichting tot schadevergoeding bestaat. Over die verplichting en de grondslag daarvan heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niets gesteld, zodat zij niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De vordering zal worden afgewezen.
Artikel 155 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
4.14.
De rechter ten overstaan van wie de mondelinge behandeling is gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen. Partijen zijn daarover bericht bij de brief van de griffier van
23 oktober 2023, waarbij hen een termijn van twee weken is verleend om een mondelinge behandeling te verzoeken ten overstaan van de vonnis wijzend rechter. Geen van partijen heeft een dergelijk verzoek gedaan.
Tot slot
4.15.
De zaak zal worden verwezen naar de rol voor uitlating aan de zijde van beide partijen over een mogelijke deskundigenbericht. De rechtbank vraagt daarbij aandacht voor hetgeen is opgemerkt in de laatste alinea van rechtsoverweging 4.4. Daarover kunnen partijen zich bij gelegenheid van de te nemen aktes uiteraard ook uitlaten. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
20 december 2023voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op
22 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: BdB