3.1.De voorzieningenrechter is van oordeel dat één verzoek deels niet-ontvankelijk is en dat zij geen van de overgebleven gevraagde voorlopige voorziening zal moeten treffen. Zij zal de verzoeken om een voorlopige voorziening daarom voor het overige afwijzen. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot haar oordelen is gekomen en welke gevolgen ze hebben. De voorzieningenrechter gaat echter eerst in op de huidige situatie, de doorlopen subsidieaanvraagprocedure, de verzoeken om een voorlopige voorziening, de connexiteit tussen verzoeken en besluiten en het spoedeisend belang van [verzoekster] .
4. [verzoekster] is een samenwerkingsverband van een tiental zorg- en welzijnsorganisaties: [namen zorg- en welzijnorganisaties] . Vanaf 2016 geeft [verzoekster] in Heerlen uitvoering aan maatschappelijke ondersteuning en welzijnswerk. Met ingang van 2016 geldt dat voor het stadsdeel Hoensbroek op basis van subsidieverlening, en met ingang van 2017 ook voor de andere drie stadsdelen van de gemeente, maar dan op basis van een overeenkomst van opdracht na aanbesteding van 2017 tot en met 2019 en verlengd van 2020 tot en met 2023.
De doorlopen subsidieaanvraagprocedure
5. Het college heeft ervoor gekozen om de uitvoering van al het maatschappelijk werk in de gemeente met ingang van 1 januari 2024 te bekostigen via subsidieverlening door middel van een subsidietender (de subsidietender Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerlen 2024-2027). In het subsidietenderdocument staat onder meer hoe een aanvraag wordt beoordeeld. Als een aanvraag voldoet aan de ‘formele’ criteria en er geen weigeringsgrond is, wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van de toetsingscriteria. De toetsingscriteria zijn in het subsidietenderdocument opgesomd met uitleg per toetsingscriterium. Verder zijn de per toetsingscriterium te behalen scores opgenomen met daarbij een toelichting per score. In het subsidietenderdocument staat dat de aanvraag met het hoogste cumulatieve aantal punten op alle toetsingscriteria wordt toegewezen. De beoordeling aan de hand van de toetsingscriteria wordt gemaakt door een deskundig beoordelingsteam. In het subsidietenderdocument staat welke expertise de beoordelaars hebben en dat een onafhankelijke voorzitter, de procesbegeleider, het beoordelingsteam aanstuurt.
6. [verzoekster] en [belanghebbende] hebben allebei een subsidieaanvraag gedaan. Zij hebben ook allebei aan de ‘formele’ criteria voor subsidieverlening voldaan en er zijn in beide gevallen geen weigeringsgronden die aan subsidieverlening in de weg staan. De beoordeling van de aanvragen aan de hand van de toetsingscriteria heeft voor [verzoekster] geresulteerd in (een gewogen score) van 52,5 punten en voor [belanghebbende] in (een gewogen) score van 85,5 punten. Het college heeft de aanvraag van [belanghebbende] daarom met het besluit van 14 november 2023 toegewezen en de aanvraag van [verzoekster] met een besluit van gelijke datum afgewezen.
De verzoeken om een voorlopige voorziening
7. [verzoekster] vraagt de voorzieningenrechter, samengevat:
het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen;
het toewijzende besluit te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
te bepalen dat (a) het college aan [verzoekster] voorlopig, tot zes weken na de beslissing op bezwaar, subsidie dient te verlenen voor het uitvoeren van de maatschappelijke ondersteuning en welzijnswerk in de gemeente Heerlen, althans te bepalen dat (b) het college ex artikel 160, eerste lid, sub d, van de Gemeentewet dient te besluiten de overeenkomst van opdracht met [verzoekster] voor die periode dient te verlengen;
het college te veroordelen in de proceskosten van [verzoekster] .
Connexiteit tussen verzoeken en besluiten
8. In artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: ‘Awb’) is bepaald dat, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
9. Uit de functie van artikel 8:81 van de Awb vloeit voort dat een verzoek om een voorlopige voorziening moet voldoen aan de vereisten van formele en materiële connexiteit.