Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 129,85
- griffierecht € 365,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Krijtland Wonen en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij, Stichting Krijtland Wonen, had de gedaagde aangeklaagd wegens huurachterstand en verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2023 was de gedaagde partij niet verschenen, en uit het antwoord van de gedaagde bleek dat de vordering van de eisende partij niet werd betwist. De huurachterstand was verder opgelopen en een getroffen betalingsregeling werd niet nagekomen. De gedaagde partij was onbereikbaar voor de eisende partij, wat leidde tot de conclusie dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde.
De kantonrechter heeft vervolgens de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld om een bedrag van € 1.730,32 aan huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de gedaagde partij verplicht om een vergoeding te betalen gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd. De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 892,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.