ECLI:NL:RBLIM:2023:7496

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
10757698 \ CV EXPL 23-4513
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter op 20 december 2023, heeft de Stichting Woonpunt een vordering ingediend tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure omvatte een dagvaarding, een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 14 december 2023. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist door de gedaagde. De gedaagde had een achterstand in de huurbetalingen, maar tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de gedaagde partij de lopende huur inmiddels betaalde en een betalingsregeling had getroffen voor de achterstand.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat, ondanks de betalingsregeling, de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is vanwege de eerdere huurschuld. De gedaagde partij is veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen en de sleutels af te geven aan de eisende partij. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten, alsook een vergoeding voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd. De kosten van de procedure zijn begroot op € 1.144,85, die ook door de gedaagde partij moeten worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10757698 \ CV EXPL 23-4513
Vonnis van de kantonrechter van 20 december 2023
in de zaak van:
STICHTING WOONPUNT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord van gedaagde partij
- de mondelinge behandeling op 14 december 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet wordt betwist. De ontstane achterstand rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2023 kwam naar voren dat gedaagde partij de lopende huur betaalt en inmiddels op de ontstane huurschuld heeft afgelost. Eisende partij heeft daarop aangegeven dat zolang gedaagde partij zich aan de betalingsregeling houdt, zij niet zal overgaan tot ontruiming door middel van dit vonnis.
2.3.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 129,85
  • griffierecht € 487,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € ‭1.144,85‬‬‬‬

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] ,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 3.889,92 (bestaande uit een bedrag van € 3.398,94 aan huurachterstand tot en met oktober 2023 en een bedrag van € 490,98 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 591,20 voor elke ingegane maand met ingang van 1 november 2023 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € ‭1.144,85‬, ‬‬‬
3.6.
verstaat dat na dagvaarding door gedaagde partij betaalde bedragen in mindering worden gebracht op de hiervoor genoemde bedragen conform het bepaalde in art. 6:44 BW,
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.