Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 129,85
- griffierecht € 487,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter op 20 december 2023, heeft de Stichting Woonpunt een vordering ingediend tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure omvatte een dagvaarding, een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 14 december 2023. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist door de gedaagde. De gedaagde had een achterstand in de huurbetalingen, maar tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de gedaagde partij de lopende huur inmiddels betaalde en een betalingsregeling had getroffen voor de achterstand.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat, ondanks de betalingsregeling, de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is vanwege de eerdere huurschuld. De gedaagde partij is veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen en de sleutels af te geven aan de eisende partij. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten, alsook een vergoeding voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd. De kosten van de procedure zijn begroot op € 1.144,85, die ook door de gedaagde partij moeten worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.