Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie,
- de brieven van 15 en 17 mei 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Samen in Bewind B.V. en een gedaagde partij, beide in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van hun respectieve onderbewindgestelden. De procedure volgde op een echtscheiding tussen de onderbewindgestelden, waarbij een convenant was opgesteld over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen tijdens de mondelinge behandeling overeenstemming hebben bereikt over de verdeling en afwikkeling van de schulden. De vorderingen van de gedaagde in reconventie zijn ingetrokken, waardoor de rechtbank zich alleen hoefde te buigen over de vorderingen van Samen in Bewind en de resterende vorderingen van de gedaagde.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de woning, die aan de gedaagde was toebedeeld onder opschortende voorwaarden, op basis van het voorkeursrecht aan de gemeente moet worden aangeboden. Indien de gemeente geen gebruik maakt van dit recht, zal de woning onderhands aan een derde worden verkocht. De rechtbank heeft diverse veroordelingen uitgesproken met betrekking tot de medewerking van de gedaagde aan de verkoop van de woning en de rol van de makelaar in dit proces. Tevens is bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.