ECLI:NL:RBLIM:2024:1119
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming bij huurachterstand van een alleenstaande moeder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Heemwonen en een alleenstaande moeder, gedaagde, die een woning huurt. De gedaagde had te maken met een huurachterstand door een opschorting van haar bijstandsuitkering door de gemeente Kerkrade. Heemwonen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege deze huurachterstand. De gedaagde had een betalingsregeling voorgesteld, maar deze was door Heemwonen afgewezen.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden van de gedaagde, waaronder haar afhankelijkheid van bijstandsuitkering en haar bereidheid om een betalingsregeling te treffen. De rechter oordeelde dat Heemwonen onvoldoende had gedaan om de huurachterstand vroegtijdig te beperken en dat de gedaagde inmiddels weer in staat was om de lopende huur te betalen. Gezien het woonbelang van de gedaagde en de beperkte huurachterstand, heeft de kantonrechter de vorderingen van Heemwonen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming afgewezen.
Wel heeft de kantonrechter de huurachterstand van € 2.135,54 toegewezen, met wettelijke rente vanaf 8 augustus 2023. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.