ECLI:NL:RBLIM:2024:1132

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
10847745 \ CV EXPL 23-5617
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van verstek in een civiele procedure wegens niet indienen van originele dagvaarding

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is de eisende partij, BASIC-FIT NEDERLAND B.V., opgeroepen om gedaagde te laten verschijnen. De gedaagde partij is echter niet verschenen op de zitting die gepland was op 20 december 2023. De kantonrechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld om het verzuim van het ontbreken van een originele dagvaarding te herstellen, maar dit is niet gebeurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat volgens artikel 125 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) het geding aanhangig is vanaf de dag van dagvaarding, en dat het exploot van dagvaarding uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, ingediend moet worden. Aangezien de eisende partij geen herstelexploot heeft uitgebracht, heeft de kantonrechter besloten het gevraagde verstek te weigeren. Het vonnis is uitgesproken op 6 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10847745 \ CV EXPL 23-5617
Vonnis van de kantonrechter van 6 maart 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BASIC-FIT NEDERLAND B.V., H.O.D.N. BASIC-FIT MAASTRICHT GEUSSELT,
te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna te noemen: Basic-Fit,
gemachtigde: Snijder Incasso en Gerechtsdw. Beverwijk,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de (kopie van de) dagvaarding van 11 december 2023,
- de brieven van 20 december 2023, 24 januari 2024 en 8 februari 2024 aan eisende partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Bij dagvaarding van 11 december 2023 is gedaagde opgeroepen te verschijnen ter terechtzitting van deze rechtbank, kamer voor kantonzaken, op 20 december 2023.
2.2.
Gedaagde is niet ter terechtzitting verschenen.
2.3.
De kantonrechter heeft eiseres bij brieven van 20 december 2023 en 24 januari 2024 in de gelegenheid gesteld om op de rolzitting van 10 januari 2024 en 7 februari 2024 het geconstateerde verzuim, namelijk het ontbreken van een originele dagvaarding, te herstellen. Eiseres heeft de originele dagvaarding niet overgelegd.
2.4.
Op grond van artikel 125 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is het geding aanhangig vanaf de dag der dagvaarding. Artikel 125 lid 2 Rv bepaalt dat het exploot van dagvaarding door eiser ter griffie wordt ingediend uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, voorafgaande aan de in de dagvaarding vermelde roldatum. De aanhangigheid van het geding vervalt, zo is bepaald in artikel 125 lid 4 Rv, indien het exploot van dagvaarding niet uiterlijk op het in het tweede lid vermelde tijdstip ter griffie is ingediend, tenzij binnen twee weken na de in de dagvaarding genoemde roldatum een herstelexploot is uitgebracht.
2.5.
Eiseres heeft geen herstelexploot uitgebracht, zodat het gevraagde verstek moet worden geweigerd.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
weigert het gevraagde verstek en verstaat dat de instantie is geëindigd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2024.
RJ