ECLI:NL:RBLIM:2024:1255

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
03/196086-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting door onvoldoende bewijs

Op 18 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 maart 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie had vrijspraak bepleit voor enkele feiten, terwijl de verdediging vrijspraak voor alle ten laste gelegde feiten vroeg, vanwege het ontbreken van bewijs voor het daderschap van de verdachte.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De verdachte was in beeld gekomen omdat zijn gegevens waren gebruikt bij meerdere bestellingen, maar dit was niet voldoende om zijn daderschap vast te stellen. De rechtbank merkte op dat het onderzoek te summier was en dat er te veel vragen onbeantwoord waren gebleven. Er ontbraken verzend- of afhaalbewijzen en er was slechts onderzoek gedaan naar één IP-adres, dat niet naar de verdachte leidde.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat het bewijs niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, nu de verdachte was vrijgesproken. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/196086-23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1989,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B.H.M. Nijsten, advocaat kantoorhoudende te Cadier en Keer.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 4 maart 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[benadeelde partij] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord de heer J. Workum. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is – na wijziging – als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:zich in de periode van 16 oktober 2019 tot en met 12 maart 2020 meermalen heeft schuldig gemaakt aan identiteitsfraude. Subsidiair is een voltooide oplichting ten laste gelegd.
Feit 2:zich in de periode van 4 oktober 2021 tot en met 15 november 2021 meermalen heeft schuldig gemaakt aan identiteitsfraude;
Feit 3:zich in de periode van 27 maart 2020 tot en met 27 mei 2020 schuldig heeft gemaakt aan flessentrekkerij. Subsidiair is dit ten laste gelegd als oplichting;
Feit 4:zich in de periode van 7 april 2020 tot en met 7 november 2020 meermalen heeft schuldig gemaakt aan poging tot oplichting.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde. De verdachte wordt verweten dat hij misbruik heeft gemaakt van bedrijfsgegevens en/of Kamer van Koophandel gegevens en/of Btw-nummers. Met deze gegevens kan men zich niet schuldig maken aan identiteitsfraude als bedoeld in artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht. Persoonsgegevens hebben namelijk betrekking op identificeerbare natuurlijke personen en niet op rechtspersonen of een vennootschap onder firma.
Feit 1 subsidiair, feit 3 primair en feit 4 acht de officier van justitie wel bewezen. De verdachte kan worden aangewezen als de dader, omdat bij de bestelling van de goederen telkens gebruik is gemaakt van zijn e-mailadres, telefoonnummer en toenmalige woonadres. Deze gegevens, in samenhang bezien, maken dat de officier van justitie bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten. Van de verdachte mag daarnaast worden verwacht dat hij een verifieerbare en niet op voorhand onaannemelijke verklaring geeft hoe het kan dat telkens zijn gegevens gebruikt worden. Deze verklaring heeft de verdachte volgens de officier van justitie niet, althans onvoldoende, gegeven.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten wegens het ontbreken van bewijs voor daderschap. Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat op basis van het dossier onvoldoende kan worden vastgesteld dat de verdachte de persoon is geweest die de bestellingen heeft geplaatst. Op basis van alleen het e-mailadres – dat verdachte al jaren niet gebruikt – een telefoonnummer en het woonadres van de verdachte kan het daderschap van de verdachte niet worden vastgesteld. Het dossier geeft blijk van onvoldoende onderzoek, want bij meerdere bestellingen worden andere telefoonnummers en andere e-mailadressen gebruikt en daar is geen onderzoek naar gedaan. Ook een onderzoek naar IP-adressen heeft niet geleid naar de verdachte. Gelet op het voorgaande dient vrijspraak te volgen van alle ten laste gelegde feiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraakoverweging
T.a.v. feit 1 primair en feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte deze ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
T.a.v. feit 1 subsidiair, feit 3 primair en subsidiair en feit 4
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte deze ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
De verdachte is in beeld gekomen doordat zijn gegevens zijn gebruikt bij meerdere bestellingen, maar dit is onvoldoende bewijs om vast te stellen dat de verdachte de dader is van de ten laste gelegde feiten. Het onderzoek dat is verricht is te summier en er zijn te veel vragen onbeantwoord gebleven. Zo ontbreekt het aan verzend- of afhaalbewijzen van de bestellingen die wel zijn verzonden en is slechts onderzoek gedaan naar één IP-adres, dat bovendien niet naar de verdachte leidde. Daarnaast ziet de rechtbank dat op de facturen die zich in het dossier bevinden, de naam " [naam 2] " meerdere keren op andere wijze is geschreven. Ook zijn er bestellingen geplaatst met andere e-mailadressen dan het e-mailadres van de verdachte en wordt het telefoonnummer van de verdachte niet bij alle bestellingen gebruikt. Een onderzoek naar deze e-mailadressen en telefoonnummers ontbreekt. De rechtbank is hierdoor van oordeel dat op basis van het onderliggende dossier onvoldoende kan worden vastgesteld dat de verdachte de betreffende bestellingen heeft geplaatst, zodat hij ook van deze feiten moet worden vrijgesproken.
Gelet op voornoemde conclusie van de rechtbank behoeven de overige verweren van de verdediging geen bespreking.

4.De benadeelde partij

Nu de verdachte wordt vrijgesproken, kan de benadeelde partij [benadeelde partij] niet in haar vordering worden ontvangen.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
Benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
  • veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij] in de kosten van de verdachte, ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Osmić, voorzitter, mr. M.E.M.W. Nuijts en mr. J. Linders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 maart 2024.BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 16 oktober 2019 tot en met 12 maart 2020 te Ulestraten, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam en/of de Kamer van Koophandel gegevens van het bedrijf van [naam 3] , te weten [bedrijfsnaam 1] , heeft gebruikt door met die persoonsgegevens goederen te bestellen bij de [winkel 1] , althans een (web)winkel, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
T.a.v. feit 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 16 oktober 2019 tot en met 12 maart 2020 te Ulestraten, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (medewerkers van) [winkel 1] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een kappersstoel en/of tondeuse(s), door (telkens) die goederen te bestellen bij [winkel 1] op naam van [bedrijfsnaam 1] , terwijl hij niet bevoegd was om namens voornoemde [bedrijfsnaam 1] overeenkomsten aan te gaan;
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2021 tot en met 15 november 2021 te Ulestraten, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam en/of het adres en/of de Kamer van Koophandel gegevens en/of het BTW nummer van het bedrijf van [naam 4] , te weten [bedrijfsnaam 2] , heeft gebruikt door met die persoonsgegevens goederen te bestellen bij de webwinkels [winkel 2] en/of [winkel 3] en/of [winkel 4] , althans een webwinkel, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
T.a.v. feit 3 primair:
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2020 tot en met 27 mei 2021 te Ulestraten, gemeente Meerssen, althans in Nederland, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren, door:
- op 27 maart 2020 een heggenschaar ten name van [bedrijfsnaam 1] te kopen bij [bedrijfsnaam 3] en/of
- op 1 april 2020 diverse gereedschappen ten name van [bedrijfsnaam 1] te kopen bij [bedrijfsnaam 3]
- op 27 mei 2021 buitenlampen en/of sensorlampen en/of een Opple Highb G4 ten name van [naam 5] - van bedrijf [bedrijfsnaam 1] te kopen bij [bedrijfsnaam 4] ;
T.a.v. feit 3 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2020 tot en met 27 mei 2021 te Ulestraten, gemeente Meerssen, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [bedrijfsnaam 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een heggenschaar en/of diverse gereedschappen, en/of
- [bedrijfsnaam 4] . heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte vam buitenlampen en/of sensorlampen en/of een Opple Highb G4, door;
- op 27 maart 2020 een heggenschaar ten name van [bedrijfsnaam 1] te kopen bij [bedrijfsnaam 3] en bij de factuur onjuiste identiteits- en/of adresgegevens op te geven en/of
- op 1 april 2020 diverse gereedschappen te kopen bij [bedrijfsnaam 3] en bij de factuur onjuiste identiteits- en/of adresgegevens op te geven
- op 27 mei 2021 buitenlampen en/of sensorlampen en/of een Opple Highb G4 ten name van [naam 5] - van bedrijf [bedrijfsnaam 1] te kopen bij [bedrijfsnaam 4] en bij de factuur onjuiste identiteits- en/of adresgegevens op te geven;
T.a.v. feit 4:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 7 april 2020 tot en met 7 november te Ulestraten, gemeente Meerssen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [bedrijfsnaam 3] te bewegen tot de afgifte van gereedschappen en/of
- [bedrijfsnaam 5] te bewegen tot afgifte van 7 LED bouwlampen en/of LED High bay UFO en/of 14 LED wandlampen en/of 1 LED plafondlamp en/of een Wifi Smart schakelaar en/of een LED vloerlamp, althans verlichting en de daarbij behorende onderdelen, en/of
- [winkel 4] te bewegen tot afgifte van een speakerset en/of een luidsprekerkabel en/of een signaalkabel en/of een microfoonkabel en/of een USB, SD- en Bluetooth speler en/of tape, althans goederen voor de professionele licht- en geluidswereld,
immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-op 7 en 11 april 2020 (voornoemde) goederen besteld bij [bedrijfsnaam 3] ten name van [bedrijfsnaam 6] ter attentie van [naam 6] en/of [naam 7] en/of [naam 8] . Bij het invullen van de factuur heeft hij, verdachte, onjuiste identiteits- en/of adresgegevens opgegeven, en/of
- op 2 en 4 oktober 2021 (voornoemde) goederen besteld bij [bedrijfsnaam 5] namens [bedrijfsnaam 2] BV. Bij het invullen van de factuur heeft hij, verdachte, onjuiste identiteits- en/of adresgegevens opgegeven, en/of
- op 7 november 2021 (voornoemde) goederen besteld bij [winkel 4] BV namens [bedrijfsnaam 2] . Bij het invullen van de factuur heeft hij, verdachte, onjuiste identiteits- en/of adresgegevens opgegeven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;