In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde] over de verplichting tot ingebruikname van een restaurant in het Maankwartier te Heerlen. [eiseres] vordert dat [gedaagde] het gehuurde, dat bestemd is voor de exploitatie van een Grieks restaurant, daadwerkelijk in gebruik neemt. De achtergrond van de zaak is dat [gedaagde] de huurovereenkomst is aangegaan met [naam 1] op 30 mei 2016, maar tot op heden niet aan zijn exploitatieverplichting heeft voldaan. Ondanks herhaalde toezeggingen heeft [gedaagde] het restaurant niet geopend, wat heeft geleid tot een procedure van [eiseres] tegen [gedaagde]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de vordering, omdat leegstand negatieve gevolgen heeft voor de verhuurbaarheid van het Maankwartier. De rechter oordeelt dat [gedaagde] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de exploitatie niet rendabel zou zijn en dat hij zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst moet nakomen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot het in gebruik nemen van het restaurant binnen twee weken, op straffe van een dwangsom. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.