ECLI:NL:RBLIM:2024:1377

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
10925938 \ CV EXPL 24-771
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte

In deze zaak heeft de kantonrechter op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonpunt, gevestigd te Maastricht, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij, vertegenwoordigd door Agin Otten Gerechtsdeurwaarders, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte. De gedaagde partij had na verkregen uitstel niet meer geantwoord, waardoor de vordering van de eisende partij als niet weersproken werd beschouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is, gezien het feit dat deze onvoldoende was betwist.

De kantonrechter heeft de bestaande huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen en de sleutels ter beschikking van de eisende partij te stellen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.719,01, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 26 januari 2024, en een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 623,20 voor elke ingegane maand vanaf 1 februari 2024 tot de maand waarin de ontruiming plaatsvindt. De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 870,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10925938 \ CV EXPL 24-771
Vonnis van de kantonrechter van 20 maart 2024
in de zaak van:
de stichting STICHTING WOONPUNT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering van eisende partij staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 136,72
  • griffierecht € 496,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € ‭870,72‬‬‬

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] aan [adres] ,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 2.719,01, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 26 januari 2024 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 623,20 voor elke ingegane maand met ingang van 1 februari 2024 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € ‭870,72‬, ‬‬
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.