ECLI:NL:RBLIM:2024:1584

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
C/03/315127 / HA ZA 23-101
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure met betrekking tot taxatie van woning

In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagde], heeft de Rechtbank Limburg op 6 maart 2024 een tussenuitspraak gedaan. De zaak betreft een geschil over de waarde van een woning, waarbij de rechtbank heeft besloten een deskundige te benoemen om de onderhandse verkoopwaarde van de woning te taxeren. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het deskundigenonderzoek en heeft de deskundige, Patrick van Holten van Aelmans Woningmakelaars, benoemd. De deskundige is belast met het beantwoorden van specifieke vragen over de waarde van de woning en moet binnen drie maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen.

De rechtbank heeft het voorschot voor de deskundige vastgesteld op € 1.000,00, inclusief btw, en heeft bepaald dat [gedaagde] de helft van dit bedrag moet overmaken. De rechtbank benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij de deskundige toegang moeten verlenen tot noodzakelijke plaatsen voor het onderzoek. De deskundige moet ook een concept van het rapport aan partijen toezenden, waarna zij de gelegenheid krijgen om opmerkingen te maken.

De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen, en de rechtbank heeft een datum vastgesteld voor de volgende rol. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.R.M. de Bruijn op 6 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/315127 / HA ZA 23-101
Vonnis van 6 maart 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. J.G. van Ek te Heerlen,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. N.P.H. Vissers te Roermond.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 november 2023,
- de akte van [eiseres] ,
- de akte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenonderzoek. Dit deskundigenonderzoek zal in dit vonnis worden bevolen.
2.2.
Mede gelet op het debat tussen partijen over het aantal te benoemen deskundigen, de persoon van de deskundige(n) en de aan de deskundige(n) te stellen vragen, zal de rechtbank de onder de beslissing vermelde deskundige benoemen. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd. Naar aanleiding van de akte van [gedaagde] merkt de rechtbank op dat de deskundige niet zal worden gevraagd de waarde van de woning te taxeren tegen de waarde op het moment van het wijzen van het tussenvonnis. Bij de verdeling zal worden uitgegaan van de waarde op het moment van verdeling en dat moment ligt op de datum van het eindvonnis. Middels de vraagstelling aan de deskundige is het moment tussen de waardebepaling en de verdelingsbeslissing zo kort mogelijk.
2.3.
De deskundige heeft het voorschot begroot op een bedrag van € 1.000,00 (inclusief btw). Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Zij hebben geen bezwaar gemaakt tegen de begroting van het voorschot. De rechtbank zal het voorschot vaststellen op een bedrag van € 1.000,00 (inclusief btw). In de vorige beslissing is al aangekondigd en toegelicht door welke partij het voorschot op de kosten van de deskundige moet worden betaald.
2.4.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.5.
Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.
2.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de volgende vragen:
1. Op welk bedrag taxeert u de onderhandse verkoopwaarde, vrij van huur en gebruik, van de woning met ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , thans kadastraal bekend als [kadasternummer] ?
2. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
Patrick van Holten (Aelmans Woningmakelaars),
Amerikaplein 78,
6269 DA Margraten,
telefoon: 043-3030117 / 06-57974581,
e-mailadres: margraten@aelmans.com,
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
het voorschot
3.4.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 1.000,00 (inclusief btw),
3.5.
bepaalt dat [gedaagde] de helft van het voorschot moet overmaken
binnen twee wekenna de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.6.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
3.7.
legt aan [eiseres] geen voorschot op,
het onderzoek
3.8.
bepaalt dat [eiseres] het procesdossier in afschrift aan de deskundige moet toesturen,
3.9.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.10.
wijst de deskundige erop dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl),
- de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht vermeldt of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid moet bieden dit onderzoek bij te wonen; als slechts één partij (althans niet alle partijen) bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- als partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.11.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken als de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten,
het schriftelijk rapport
3.12.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier over de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie,
3.13.
wijst de deskundige erop dat:
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.14.
bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.15.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
woensdag 2 oktober 2024,
3.16.
draagt de griffier op om de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
- als het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen van beide partijen op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het rapport: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen op een termijn van vier weken,
3.17.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op
6 maart 2024.