ECLI:NL:RBLIM:2024:2118

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
10715231 CV EXPL 23-4093
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor diergeneeskundige behandeling en geschil over zorgplicht

In deze zaak vordert [handelsnaam], vertegenwoordigd door LikiFin (incasso), betaling van een bedrag van € 487,17 van [gedaagde] voor niet-betaalde kosten van diergeneeskundige behandelingen voor [naam hond]. De partijen zijn een overeenkomst aangegaan voor een spoedoperatie van [naam hond], waarbij [gedaagde] een deel van de kosten heeft voldaan en een betalingsregeling is afgesproken voor het resterende bedrag. Na de behandeling zijn complicaties opgetreden, waarna [gedaagde] naar een andere dierenarts is gegaan en de openstaande bedragen niet heeft betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [handelsnaam] haar zorgplicht niet heeft geschonden en dat [gedaagde] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer dat er fouten zijn gemaakt tijdens de behandeling. De rechter oordeelt dat de vordering van [handelsnaam] grotendeels wordt toegewezen, inclusief de wettelijke rente en een deel van de buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10715231 CV EXPL 23-4093
Vonnis van de kantonrechter van 24 april 2024
in de zaak van:
[eiseres] , h.o.d.n. [handelsnaam],
te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: LikiFin (incasso),
tegen:
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [handelsnaam] ’ en ‘ [gedaagde] ’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 31 augustus 2023 met producties;
  • het antwoord van [gedaagde] op de rolzitting van 25 oktober 2023 met productie;
  • de conclusie van repliek met producties;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde] op de conclusie van repliek.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat een vonnis zal worden gewezen.

2.Waar de zaak over gaat en wat de rechter beslist

2.1.
[handelsnaam] en [gedaagde] zijn op 19 december 2022 een overeenkomst aangegaan voor diergeneeskundige behandelingen voor [naam hond] (de hond van [gedaagde] ). [naam hond] moest met spoed worden behandeld. [handelsnaam] heeft [gedaagde] uitgelegd wat de spoedingreep inhield en welke risico’s en financiële gevolgen daarmee gepaard gaan. De operatie kostte € 899,60. [gedaagde] heeft € 500,00 daarvan al betaald. [handelsnaam] en [gedaagde] hebben een betalingsregeling afgesproken waarbij [gedaagde] het restant van € 399,60 zou aflossen (productie 3 bij dagvaarding). Op 1 april 2023 diende het volledige bedrag te zijn betaald. Op 21 december 2022 heeft [handelsnaam] in navolging van de behandeling de wond van [naam hond] nagekeken en zijn er injecties met antibiotica ingediend. Dit kostte € 20,60. Enkele dagen later zijn complicaties opgetreden bij [naam hond] waarna [gedaagde] naar een andere dierenarts is gegaan. [gedaagde] heeft het openstaande bedrag van € 399,60 en de kosten van de injecties van € 20,60 niet betaald.
2.2.
[handelsnaam] vordert een bedrag van € 487,17 (bestaande uit een hoofdsom van € 420,20, de wettelijke rente van € 3,94 en de buitengerechtelijke kosten van € 63,03), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 20 augustus 2023 tot aan de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure. [gedaagde] is het hier niet mee eens. De vordering van [handelsnaam] wordt grotendeels toegewezen. Hierna wordt dit toegelicht.

3.De beoordeling

[gedaagde] voert niet genoeg aan om vorderingen af te wijzen
3.1.
[handelsnaam] legt aan de vordering ten grondslag dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] medische behandelingen heeft verricht bij [naam hond] . Voor de operatie had [naam hond] al extreem overgewicht en at ze al drie dagen niet, waardoor ze volgens [handelsnaam] in slechte staat was aangeboden. Voor de operatie is met [gedaagde] besproken dat de operatie risicovol was en dat er complicaties konden ontstaan door het overgewicht van [naam hond] . [handelsnaam] heeft naast de behandelende arts een andere ervaren dierenarts opgeroepen in verband met het vergrote risico door het overgewicht. Daarnaast hebben de artsen extra dik hechtmateriaal gebruikt om inscheuring van de wond te voorkomen. Na de operatie is er door [handelsnaam] gewezen op het risico dat bij (een te grote) fysieke inspanning de gehechte wond weer open kon gaan of kon inscheuren.
3.2.
Volgens [gedaagde] zijn er fouten gemaakt tijdens de operatie waardoor de wond is opengescheurd. [gedaagde] is met [naam hond] naar een andere dierenarts gegaan die volgens haar heeft bevestigd dat [handelsnaam] fouten heeft gemaakt tijdens de operatie.
De kantonrechter leidt uit het verweer van [gedaagde] af, dat zij vindt dat zij niet hoeft te betalen omdat [handelsnaam] tekort is geschoten in de nakoming van diens uit de behandelingsovereenkomst voortvloeiende zorgplicht. De stelling dat een geleverde prestatie niet goed is, is echter niet voldoende om van de eigen betalingsverplichting af te komen. Daarvoor is vereist dat de overeenkomst wordt ontbonden (of vernietigd). Het is ook mogelijk dat een beroep wordt gedaan op verrekening met een eigen vordering of op opschorting van de eigen verplichting. [gedaagde] zegt met andere woorden niet wat het
(rechts-)gevolg van de tekortkoming van [handelsnaam] zou moeten zijn. Daarom kan hetgeen [gedaagde] naar voren brengt niet leiden tot afwijzing van de vorderingen van [handelsnaam] .
[handelsnaam] is niet tekort geschoten in haar zorgplicht
3.3.
Zelfs als wordt aangenomen dat [gedaagde] wel een beroep doet opschorting (‘ik betaal pas als jij eerst nakomt’), verrekening (‘ik heb ook een vordering op jou’) of ontbinding kan dat haar niet helpen. Voor opschorting en ontbinding is vereist dat [handelsnaam] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Datzelfde geldt voor een schadevordering van [gedaagde] die voor verrekening in aanmerking zou kunnen komen. Ter beoordeling van de vraag of er sprake is geweest van een tekortkoming aan de zijde van [handelsnaam] , dient als maatstaf niet of de behandeling van [naam hond] beter had gekund, maar of [handelsnaam] als redelijk handelend en redelijk bekwaam dierenarts heeft gehandeld ten aanzien van [naam hond] . [handelsnaam] heeft gemotiveerd betwist dat er, gelet op de klachten en gekozen behandeling die is uitgevoerd door twee dierenartsen en waarbij extra dik hechtmateriaal is gebruikt, sprake is geweest van een foute behandeling. [gedaagde] heeft hiertegenover niet voldoende onderbouwd dat [handelsnaam] niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam dierenarts mocht worden verwacht. Ze heeft wel gesteld dat de opvolgend dierenarts heeft gezegd dat er door [handelsnaam] slecht werk zou zijn verricht, maar zij heeft geen verklaring van die dierenarts overgelegd. Zij heeft ook geen andere stukken overgelegd waaruit zou kunnen blijken dat [handelsnaam] haar werk niet goed zou hebben gedaan. Dit volgt ook niet uit de overgelegde brief die [gedaagde] heeft gestuurd aan Stichting Hulp aan dieren in nood. Gelet op dat alles treft het verweer van [gedaagde] dat [handelsnaam] haar werk niet goed zou hebben verricht geen doel. Het verweer van [gedaagde] zal dan ook als onvoldoende onderbouwd worden verworpen.
3.4.
Dit betekent dat [gedaagde] niet bevoegd is om haar betalingsverplichtingen tegenover [handelsnaam] op te schorten, te ontbinden of te verrekenen.
3.5.
Gelet op het voorgaande wordt de gevorderde hoofdsom van € 420,20 van [handelsnaam] toegewezen.
De wettelijke rente
3.6.
Gelet op het feit dat [gedaagde] in verzuim is met het betalen van de facturen, zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen.
De buitengerechtelijke incassokosten
3.7.
[handelsnaam] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is
.De door [handelsnaam] verzonden aanmaning voldoet niet aan de in artikel 6:96 lid 6 Burgerlijk Wetboek gestelde eisen, nu daarin een lager bedrag is genoemd dan het bedrag waarop het Besluit in dit geval recht geeft. Door deze afwijking is [gedaagde] echter niet in haar belangen geschaad. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden daarom slechts toegewezen tot het in de aanmaning vermelde bedrag van € 53,97.
Proceskosten
3.8.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten van [handelsnaam] worden veroordeeld.
3.9.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de kant van [handelsnaam] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
110,55
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
- nakosten
164,00
41,00
(2,00 punten × € 82,00)
(0,5 punt × € 82,00)
Totaal
443,55.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.10.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Dit betekent dat deze uitspraak geldt, totdat in een eventueel hoger beroep anders is beslist.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [handelsnaam] te betalen een bedrag van € 420,20 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf 20 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [handelsnaam] te betalen de wettelijke rente van € 3,94 berekend tot 20 augustus 2023;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten aan [handelsnaam] van € 53,97;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van [handelsnaam] tot dit vonnis vastgesteld op € 443,55 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Swildens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024.