Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de eiser, [eiser], een schadevergoeding van de gedaagde, Limburgse Koelindustrie Liko B.V., naar aanleiding van een langdurige arbeidsongeschiktheid en het niet meewerken aan een vaststellingsovereenkomst. De eiser is sinds 1 juni 2002 in dienst bij Liko en was laatstelijk werkzaam als Hoofd Service en Nieuwbouwzaken. Na langdurige arbeidsongeschiktheid, die begon op 24 september 2020, heeft het UWV een WGA-uitkering toegekend aan de eiser. De eiser heeft Liko verzocht om mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een transitievergoeding, maar Liko heeft hier niet op gereageerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser recht heeft op de gevorderde schadevergoeding van € 53.765,39 bruto, evenals op de niet-genoten verlofuren en ADV-uren. De kantonrechter oordeelt dat Liko, op grond van goed werkgeverschap, had moeten instemmen met het voorstel van de eiser tot beëindiging van het slapende dienstverband. De rechter wijst de vordering tot betaling van de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toe, en Liko wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en Liko moet binnen 10 dagen na betekening van het vonnis aan de eiser de schadevergoeding betalen, evenals een specificatie van de schadevergoeding.