In deze tussenuitspraak beoordeelt de Rechtbank Limburg het beroep van eisers tegen het verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas, dat de Donkerhofsteeg in Tienray afsluit voor doorgaand gemotoriseerd verkeer. De rechtbank constateert dat het college in de aanvullende motivering heeft aangetoond dat er afstemming heeft plaatsgevonden met de politie, maar oordeelt dat het bestreden besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand is gekomen. De rechtbank stelt vast dat het college niet kan aantonen dat er daadwerkelijk overleg heeft plaatsgevonden met de korpschef, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank geeft het college de gelegenheid om het gebrek te herstellen en bepaalt een termijn van vier weken voor het indienen van bewijs van dit overleg. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.