Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de producties van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 25 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [gedaagden]
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Platinum Group AG, eiseres, en de gedaagden, die een appartement bewoonden dat door Platinum was gekocht. Platinum vorderde ontruiming van het appartement, stellende dat de gedaagden zonder huur te betalen het appartement bewoonden. De kantonrechter oordeelde dat Platinum in strijd met artikel 111 lid 3 Rv had gehandeld door het werkelijke geschil niet volledig zichtbaar te maken in de dagvaarding. De essentialia van de huurkoopovereenkomst, waar de gedaagden zich op beriepen, vereisten nader onderzoek, wat niet mogelijk was in een kort geding. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van Platinum moesten worden afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat er geen huurkoopovereenkomst was en dat de gedaagden in verzuim waren. Platinum werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die op € 814,00 werden vastgesteld.