Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
2.De feiten
4.De beoordeling
ondeskundigeverbouwingen door de exploitant (de kantonrechter: hiervan kan ook sprake zijn indien destijds wel een vergunning is verleend en toestemming is gegeven door de moeder van [eiser] ; het gaat immers om de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden), te weten:
de bovenliggende muur is niet opgevangen (…). Dit verklaart de verzakkingen en scheurvorming in de muren van het trappenhuis en de bovengelegen appartementen (gedocumenteerd in de fotorapportage).” Ten aanzien van doorbraak A (aldus bij die de toiletten) is aangegeven dat hiervoor een vergunning is verleend en dat “
Deze situatie en dus ook bijbehorende kosten waren niet bekend ten tijde van de oplevering in 2016 en ook niet bij het begroten van de herstelkosten en zijn daarom niet opgenomen in het overzicht van de kosten die ten laste van Inbev zijn gebracht.” [eiser] heeft op (het einde van) de mondelinge behandeling aangegeven dat de vordering uitsluitend ziet op doorbraak A en niet B en C. De kantonrechter begrijpt dit laatste evenwel zo, dat de doorbraak als gedocumenteerd in producties 3 en 6 (in de keuken) níet de doorbraak is waarvan hier thans kosten zijn gevorderd, maar wel van een doorbraak waarvan geen foto’s zijn ingebracht, sterker die ten tijde van de oplevering “niet bekend” zou zijn geweest (terwijl [eiser] in het begin van de mondelinge behandeling heeft beaamd wel bekend te zijn met doorbraak A). [eiser] volgende, betekent dit dat die doorbraak dan ook niet besproken kan zijn bij de oplevering. Zoals hierna bij de bespreking van de posten zal worden overwogen, is hoe dan ook niet onderbouwd dat de doorbraak (welke dan ook) ondeskundig is gebeurd (hiervoor is ook geen bewijs aangeboden), terwijl de kosten (van bijvoorbeeld het plaatsen van een stalen constructie) ook niet zijn onderbouwd. Maar in feite komt de kantonrechter aan de inhoudelijke beoordeling van die post niet (eens) meer toe omdat [eiser] in de dagvaarding heeft nagelaten de feiten duidelijk te maken waarop de vordering ziet; zo niet dat [eiser] zijn standpunt ineens heeft gewijzigd naar aanleiding van het (te slagen) verweer van Inbev dat die doorbraak (zoals die is gepresenteerd in de stukken) eenvoudigweg niet ziet op strikt het gehuurde. Zo heeft de kantonrechter [eiser] op de mondelinge behandeling uitdrukkelijk de vraag voorgelegd in hoeverre de illegale doorbraak tussen de panden aan Inbev is toe te rekenen en niet veeleer aan de exploitant ook die het naastgelegen pand direct huurde. Bij de bespreking van de posten, heeft de kantonrechter (volledigheidshalve) toch de foto’s meegenomen. Zo kan de kantonrechter uit punt 24 van de pleitnota niet opmaken dat juist die kosten thans wel worden gevorderd. In de brief van 14 juli 2017 van [eiser] aan Inbev maakt [eiser] melding van het verwijderen van draagmuren juist zonder vergunning.
ontvangen, bij Inbev ligt en niet bij [eiser] . De kantonrechter heeft hiervoor reeds overwogen dat in deze niet wordt uitgegaan van dit bewijsvermoeden. Het is hoe dan ook [eiser] die zich beroept op het rechtsgevolg van een niet correcte oplevering c.q. dat sprake is van schade. Het is daarmee aan [eiser] om te stellen en onderbouwen dat bij het
eindesprake is van gebreken en schade. Het is voorts niet aan de kantonrechter om zelf in de producties op te zoek te gaan de onderliggende motivering, temeer nu in dit geval meerdere stukken zijn ingebracht die hierop betrekking kunnen hebben.
productie 3, het 61 pagina’s tellende “Oplevering Restaurant [adres 1] , [plaats] ”, een fotorapportage van de punten 1 tot en met 16 en afsluitend een uitvoerige opsomming van
begroteherstelwerkzaamheden en begrote kosten. De situatie in 2014 is hier op zich niet bepalend (maar kan in zoverre wel meespelen omdat het pand nadien niet meer is geëxploiteerd). Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] aangegeven dat die foto’s dateren van 2016. Bij akte zijn foto’s ingebracht die zouden zien op 2014.
productie 6, het 46 pagina’s tellende Oplevering Horecalokaliteit [adres 1] – [adres 2] , [plaats] , zijnde een fotorapportage van de punten 1 tot en met 17 met hier en daar een toelichting. Ook onder punt 49 van de dagvaarding is verwezen naar productie 6.
1.plat dak boven keuken € 9.545,00
waarschijnlijkzijn deze ondeugdelijk uitgevoerd. Het raam boven het dak is verwijderd en vervangen door houten planken. Het kozijn moet worden hersteld en afgewerkt. De elektrische bedrading moet goed worden bevestigd. Het ventilatiekanaal vanuit het restaurant is aan beide zijden dichtgemaakt. Die moet weer functioneel worden gemaakt. De mechanische installatie is verwijderd. Om dit te kunnen vaststellen moet de provisorische bekleding van de wand in het restaurant worden verwijderd. Een nieuwe mechanische installatie moet worden aangebracht conform de oorspronkelijke toestand. Op het plat dak is door de exploitant een airconditioner geplaatst. Deze zal door een onderhoudsbedrijf moeten worden gecontroleerd. Gezien de gebrekkige bedrijfsvoering en de structurele tekorten is waarschijnlijk sprake van flink achterstallig onderhoud. De exploitant heeft het verloop van de riolering gewijzigd en een verzamelbak gemaakt ter hoogte van het raamkozijn, dat hierdoor structureel nat is. Aangetaste delen kozijn moeten worden hersteld. In het restaurant is de muur onder het plat dak vochtig, waarschijnlijk door lekkage ten gevolge van door exploitant ondeugdelijk uitgevoerde reparaties aan het dak.
Verder onderzoek is nodig om de oorzaak van de lekkage vast te stellen, aldus de toelichting van [eiser] zelf of van aannemer [naam aannemer] op basis van uitsluitend die foto’s.
2.wanden en plafonds restaurant herstellen € 15.450,00
3.vloeren € 6.400,00
4.ramen, deuren en kozijnen € 4.750,00
5.keuken: wanden en tegelwerk € 5.450,00
6.doorgebroken muur keuken € 3.290,00
waarschijnlijkniet is opgevangen, dat op de bovenliggende verdiepingen scheuren zijn ontstaan in de wanden en de betegeling. De doorbraak dient
door een constructeur te worden onderzocht. Ter onderbouwing van gemaakte kosten is verwezen naar een factuur van [naam aannemer] ten aanzien van herstellen scheuren stucwerk als bedoeld onder 1.2 en de factuur van [naam schilder] als bedoeld onder 2.4. De kantonrechter kan uit die stukken niet opmaken dat in ieder geval kosten zijn gemaakt voor het aanbrengen van een balk (of dat naar de noodzaak onderzoek is verricht). Ook anderszins is niet onderbouwd dat die doorbraak ondeskundig is gebeurd en dat de kosten daarmee voor rekening van Inbev zouden moeten komen. [eiser] heeft desgevraagd ook niet duidelijk kunnen maken waarom die beweerde doorbraak aan Inbev is toe te rekenen, nu de exploitant ook het naastgelegen pand en de bovenliggende appartementen van [eiser] huurde. Op de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat deze kosten aldus ook niet worden gevorderd, maar wel van een doorbraak tussen het restaurant en de gang naar de keuken. Elke onderbouwing van een ondeskundige onderbouwing en gemaakte kosten ontbreekt volledig. Op de facturen wordt verwezen naar foto’s op pagina 29 en 30 van het opleverrapport, dat ziet op de doorbraak in de keuken.
7.leidingwerk, afvoeren, riolering € 5.800,00
8.cv-installatie € 3.650,00
gecontroleerddient te worden door een erkend installateur en weer werkzaam dient te worden gemaakt of indien nodig vervangen.