Uitspraak
2.De beoordeling
- dagvaarding € 130,49
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 17 januari 2024, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt, gevestigd te Maastricht, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde Flanderijn, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand die door de gedaagde was erkend. De procedure omvatte een dagvaarding, een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 9 januari 2024.
De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand, die na de dagvaarding was toegenomen, de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming rechtvaardigde. De vordering werd toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en de sleutels af te geven aan de eisende partij. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente, een vergoeding gelijk aan de huurprijs voor elke ingegane maand na 1 november 2023, en buitengerechtelijke incassokosten. De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 1.304,49.
Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de gevolgen van huurachterstand en de mogelijkheden voor verhuurders om juridische stappen te ondernemen ter bescherming van hun belangen.