ECLI:NL:RBLIM:2024:2550

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
10781229 \ CV EXPL 23-4760
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Weller Wonen en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij, Weller Wonen, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van achterstallige huur, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde had een huurachterstand laten ontstaan en was niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand op het moment van dagvaarden € 1.982,87 bedroeg, en dat deze achterstand op 25 maart 2024 was opgelopen tot € 3.745,16. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand, die net geen drie maanden bedroeg, voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente over de hoofdsom en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10781229 \ CV EXPL 23-4760
Vonnis van de kantonrechter van 1 mei 2024
in de zaak van
STICHTING WELLER WONEN,
gevestigd te Heerlen,
eisende partij,
hierna te noemen: Weller Wonen,
gemachtigde: Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 12
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 4
- het bericht van mr. T.R.S. Franssen van 25 januari 2024 waarin mr. Franssen voornoemd zich heeft onttrokken als gemachtigde van [gedaagde]
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het door Weller Wonen op 25 maart 2024 overgelegde actuele huuroverzicht en een afschrift van het tussen partijen gewezen kort geding vonnis van 28 februari 2024
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 april 2024, waar [gedaagde] niet is verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Weller Wonen en [gedaagde] hebben een schriftelijke huurovereenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde] per 19 juli 2022 van Weller Wonen huurt de woonruimte aan de [adres] te [woonplaats] , tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van laatstelijk € 666,23 per maand.
2.2.
[gedaagde] heeft een achterstand laten ontstaan in de tijdige en volledige betaling van de verschuldigde huurpenningen.
2.3.
Weller Wonen heeft na het aanhangig maken van deze bodemprocedure een kort geding tegen [gedaagde] aanhangig gemaakt waarbij op 28 februari 2024 vonnis is gewezen. In dit kort geding vonnis is de gevorderde ontruiming toegewezen. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld om te betalen aan Weller Wonen:
€ 3.981,56 aan achterstallige huur tot en met februari 2024,
€ 666,23 per maand vanaf 1 maart 2024 voor iedere maand of gedeelte van een maand tot de daadwerkelijke ontruiming heeft plaatsgevonden.
[gedaagde] is tevens veroordeeld in de proceskosten, alsmede de wettelijke rente over de proceskosten.
2.4.
De ontruiming van het gehuurde heeft plaatsgevonden op 3 april 2024.

3.Het geschil

3.1.
Weller Wonen vordert - samengevat en na wijziging van eis ter mondelinge behandeling – ontbinding van de huurovereenkomst, de betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente over de hoofdsom en de proceskosten in deze procedure. Voor de rest is de vordering verminderd, aangezien die punten al in het kort geding vonnis zijn toegewezen.
3.2.
Weller Wonen legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en zich niet als goed huurder heeft gedragen. Daartoe voert Weller Wonen aan dat [gedaagde] overlast veroorzaakt en huur onbetaald laat.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet ontvankelijkheid verklaren van Weller Wonen in haar vordering, althans Weller Wonen haar vordering te ontzeggen als zijnde ongegrond en/of onbewezen, met veroordeling van Weller Wonen in proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Huurachterstand
4.1.
[gedaagde] erkent dat sprake is van een huurachterstand, maar betwist de hoogte ervan. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat reeds betalingen hebben plaatsgevonden.
4.2.
Bij gebreke van betaalbewijzen is niet komen vast te staan dat [gedaagde] betalingen op de huurachterstand heeft verricht. Gelet hierop staat vast dat de huurachterstand op het moment van dagvaarden € 1.982,87 bedroeg en dat was een achterstand van net geen drie maanden. Dat wil echter niet zeggen dat zolang de huurachterstand minder dan drie maanden huur bedraagt, ontbinding nimmer gerechtvaardigd is. Of ontbinding gerechtvaardigd is, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle (kenbare) omstandigheden van het geval.
4.3.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft Weller Wonen een overzicht overgelegd van de actuele huurachterstand. Volgens het overzicht bedraagt de huurachterstand op 25 maart 2024 € 3.745,16. Nu [gedaagde] niet ter mondelinge behandeling is verschenen en aldus geen verweer heeft gevoerd tegen de hoogte van voormelde huurachterstand, is de huurachterstand ter hoogte van € 3.745,16 op 25 maart 2024 vast komen te staan.
4.4.
Nu de huurachterstand op het moment van dagvaarden nét geen drie maanden bedraagt en [gedaagde] de huurachterstand nadien aanzienlijk verder heeft laten oplopen acht de kantonrechter ontbinding van huurovereenkomst in dit geval gerechtvaardigd.
4.5.
Nu de huurachterstand op zichzelf al voldoende reden vormt om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan, zal de kantonrechter een overweging met betrekking tot de door Weller Wonen gestelde overlast door [gedaagde] achterwege laten.
4.6.
Op grond van het vorenoverwogene zal de kantonrechter overgaan tot ontbinding van de bestaande huurovereenkomst tussen partijen.
Bik, rente en proceskosten
4.7.
Eisende partij maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.8.
De wettelijke rente zal worden toegewezen over € 1.982,87 (hoofdsom bij dagvaarding) vanaf 25 oktober 2023 (datum dagvaarding), tot de dag der algehele voldoening.
4.9.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Weller Wonen worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
129,85
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
164,00
(2,00 punten × € 82,00)
- nakosten
41,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
699,85

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] ,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 359,89 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente over
€ 1.982,87 vanaf
25 oktober 2023, tot de dag der algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 699,85, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2024.
SH