Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
17 mei 2024van de rechtbank Limburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),
verblijvende in [verblijfplaats] ,
1.Procesverloop
- het uittreksel Justitiële Documentatie van 17 april 2024;
- het zorgplan van 6 mei 2024;
- de zorgkaart van 9 mei 2024;
- de medische verklaring van 10 mei 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 13 mei 2024;
- de huisregels Forensische Psychiatrische Kliniek;
- het informatierapport Wvggz met politiegegevens;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz.
- betrokkene;
- de advocaat van betrokkene mr. K.D. Regter;
- de psychiater [naam psychiater 1] .
2.De standpunten van partijen
3.Beoordeling
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
.
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
4.Beslissing
[betrokkene] ,
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie, zijnde een instelling als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid of 3.3 eerste lid van de Wet forensische zorg;