ECLI:NL:RBLIM:2024:3321

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
C/03/330623 / KG ZA 24-155
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake aandelenoverdracht tussen Darie Beheer B.V. en [naam] Beheer B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Darie Beheer B.V. en [naam] Beheer B.V. over de overdracht van aandelen in Green XL Pond Products BV (GXPP). Darie Beheer vorderde dat [gedaagde] zou worden veroordeeld om de aandelen in eigendom te aanvaarden en medewerking te verlenen aan de overdracht, tegen betaling van een koopsom van € 175.000,-. De rechtbank oordeelde dat er voldoende aannemelijk was dat een overeenkomst tot stand was gekomen, ondanks de betwisting van [gedaagde] over de handtekening en de essentialia van de overeenkomst. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van Darie Beheer in conventie toewijsbaar waren, omdat het spoedeisend belang was aangetoond en de kans van slagen in een bodemprocedure voldoende aannemelijk was. De rechtbank heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 2.500,- per dag bij niet-nakoming, met een maximum van € 75.000,-. In reconventie vorderde [gedaagde] ook medewerking van Darie Beheer aan de aandelenoverdracht, wat door de rechtbank werd toegewezen, met eenzelfde dwangsom. De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/330623 / KG ZA 24-155
Vonnis in kort geding van 12 juni 2024
in de zaak van
DARIE BEHEER B.V.,
te Venlo,
eisende partij,
hierna te noemen: Darie Beheer,
advocaat: mr. R.M. de Hair,
tegen
[naam] BEHEER B.V.,
te Weert,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. A.P.C. Houben en mr. M.A. Vles.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 16;
  • de akte overlegging producties 1 tot en met 4 tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie zijdens [gedaagde] ;
  • de akte overlegging producties 17 tot en met 23 zijdens Darie Beheer;
  • de akte overlegging productie 24 zijdens Darie Beheer;
  • de mondelinge behandeling van 16 mei 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Darie Beheer en [naam] Beheer zijn de aandeelhouders van Green XL Pond Products BV (GXPP). GXPP is een groothandel in verschillende producten, waaronder vijverproducten.
2.2.
Enig aandeelhouder en bestuurder van Darie Beheer is [eiser] ( [eiser] ). Enig aandeelhouder en bestuurder van [naam] Beheer is [gedaagde] ( [gedaagde] ).
2.3.
Partijen hebben begin 2024 onderhandeld over verkoop van de door Darie Beheer gehouden aandelen in GXPP (de Aandelen) aan [naam] Beheer. Op 6 februari 2024 hebben partijen overeenstemming bereikt over verkoop van de Aandelen door Darie Beheer aan [naam] Beheer.
2.4.
Door Darie Beheer is een ondertekende overeenkomst overgelegd van 6 februari 2024 (de Overeenkomst) waarin – GXPP als Pond products is geduid en – is bepaald (inclusief eventuele typfouten):
“Overeenkomst tussen
[gedaagde] en [eiser]
Nederweert 6-2-2024
  • [gedaagde] zal het aandelen paket van Pond products overnemen van [eiser] voor € 175.000,00
  • Pond Products wordt na betaling met terugwerkende kracht per 1 januari eigendom van [gedaagde]
  • Producten worden gesplitst Vijver producten blijven in Pond Products rest zal naar Darie BV gaan. Voorraden worden gesplitst alles voor de vijver blijft in Pond Products rest zal naar Darie bv gaan.
  • Hier zullen geen naheffingen naar elkaar worden gedaan.
  • Pond Products blijft gevestigd op Platinastraat 2c, en Darie B.v. zal zich vestigen voorlopig op Platinastraat 6e, te huur van Platinastraat 6E zal per 1 maart overgaan naar Darie BV
  • Inboedel kantoor zal meegenomen worden door Darie BV incl Computers
  • Energie zal per 1 maart gesplitst worden
Nader formaliteit zal in een overeenkomst worden opgesteld.
2.5.
Nadien zijn de voorraden overgedragen aan Darie BV met uitzondering van de vijverproducten, is Darie Beheer uitgeschreven als bestuurder van GXPP en hebben partijen afspraken gemaakt met de verhuurder over het bedrijfspand.
2.6.
Partijen hebben nadien over een weer schriftelijke voorstellen gewisseld om tot integrale overeenstemming te komen op alle af te wikkelen punten maar het is niet gelukt om aanvullende afspraken te maken. Overdracht van de Aandelen heeft niet plaatsgevonden.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Darie Beheer vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] zal veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de door Darie Beheer in GXPP gehouden aandelen in eigendom te aanvaarden en medewerking te verlenen aan de overdracht en levering van de aandelen conform de akte van notariskantoor Rivierdael met kenmerk [aktenummer] , tegen betaling aan Darie Beheer van de bedongen koopsom van € 175.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der algehele voldoening, althans een zodanige veroordeling als de voorzieningenrechter vermeent te behoren teneinde nakoming van de gemaakte afspraken tussen partijen te bewerkstelligen;
II. [gedaagde] zal veroordelen om aan Darie Beheer een dwangsom te betalen van € 2.500,- voor iedere dag dat zij niet aan de veroordeling onder 1 voldoet, met een maximum van € 75.000,-;
III. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Zij betwist dat sprake is van een spoedeisend belang en stelt dat het geschil zich niet leent voor behandeling in kort geding. Verder betwist zij dat de Overeenkomst tot stand is gekomen en dat handtekening daaronder door [gedaagde] is gezet. [gedaagde] is bovendien geen partij bij de Overeenkomst en over de essentialia van een aandelenoverdracht hebben partijen geen overeenstemming bereikt. Voor zover de Overeenkomst wel tot stand is gekomen heeft zij een beroep gedaan op vernietiging op grond van een wilsgebrek.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna nader ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert – samengevat – dat voor zover de vorderingen van Darie Beheer in conventie worden toegewezen, de voorzieningenrechter voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Darie Beheer zal veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis ook haar medewerking aan de aandelenoverdracht te verlenen en Darie Beheer te veroordelen om ervoor zorg te dragen dat de intellectuele eigendom in de vorm van het (beeld-)merk aldaar ingeschreven bij het Benelux merkenregister onder [depotnummer] gelijktijdig met voormelde aandelenoverdracht door Darie Beheer aan de GXPP wordt overgedragen onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag dat Darie Beheer daarmee in gebreke blijft;
II. Darie Beheer zal veroordelen tot het betalen aan GXPP van de door Darie Beheer meegenomen inventaris ten bedrage van € 40.000,-;
III. Darie Beheer zal veroordelen aan GXPP te betalen de waarde van de airco-activiteiten, indicatief begroot op € 100.000,- althans de door een deskundige te bepalen waarde, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen waarde;
IV. Darie Beheer te veroordelen in de proceskosten.
3.5.
Darie Beheer voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Spoedeisend belang
4.1.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt het spoedeisend belang uit de aard van de vorderingen. Een nakomingsvordering tot overdracht van aandelen zoals hier aan de orde leent zich – anders dan [gedaagde] stelt – naar het oordeel van de voorzieningenrechter in beginsel ook voor behandeling in kort geding. Redenen of omstandigheden die dat oordeel in dit geval anders maken zijn door [gedaagde] niet gesteld, zodat deze verweren worden gepasseerd.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt bij de verdere beoordeling voorop dat voor toewijzing van de vordering voldoende aannemelijk dient te worden dat de (nakomings)vorderingen in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt daarbij dat in deze kortgedingprocedure in beginsel geen plaats is voor bewijslevering.
Is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen?
4.2.
De kern van het geschil tussen partijen is de vraag of de Overeenkomst tot stand is gekomen en zo ja, of daarmee overeenstemming is bereikt over de essentialia van de aandelenoverdracht of slechts een intentie tot verkoop van de Aandelen. Tot slot ligt ter beantwoording voor de vraag of voldoende aannemelijk is gemaakt dat de vernietigingsvordering slaagt.
4.3.
De voorzieningenrechter acht voldoende aannemelijk dat de Overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. De betwisting van de handtekening door [gedaagde] maakt die beoordeling in het kader van dit kort geding niet anders. Nu partijen het erover eens zijn dat zij op 6 februari 2024 over overdracht van de Aandelen hebben onderhandeld, de inhoud van de Overeenkomst in de nadien volgende correspondentiewisseling tussen partijen bevestiging vindt en partijen voorts feitelijk – deels – uitvoering aan de daarin vastgelegde afspraken hebben gegeven (gelet op onder meer de overdracht van de voorraden en het uitschrijven van Darie Beheer als bestuurder van GXPP door [gedaagde] ), is de voorzieningenrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat de Overeenkomst tot stand is gekomen.
4.4.
De voorzieningenrechter neemt daarbij in acht dat [gedaagde] ter zitting heeft bevestigd dat hij zelf zijn boekhouder opdracht heeft gegeven om de tussen partijen gesloten overeenkomst nader uit te werken. Vervolgens heeft hij het door de boekhouder opgestelde concept, dat in hoofdlijnen de uitgangspunten van de Overeenkomst volgt, met Darie Beheer gedeeld. Daarin ziet de voorzieningenrechter niet enkel een bevestiging van de tussen partijen bereikte overeenstemming zoals vastgelegd in de Overeenkomst maar ook bevestiging van de partijbedoeling om een Overeenkomst aan te gaan tussen Darie Beheer enerzijds en [gedaagde] anderzijds, waarbij [gedaagde] en [eiser] enkel als ultimate beneficial owner (UBO) van die vennootschappen de overeenstemming hebben onderschreven.
4.5.
Anders dan [gedaagde] stelt is met het sluiten van de Overeenkomst geen sprake van een intentieovereenkomst maar van een overeenkomst tot overdracht van de Aandelen, nu de essentialia van de aandelenoverdracht daarin voldoende zijn bepaald. Immers is de koopprijs bepaald alsmede dat eigendomsoverdracht plaatsvindt met terugwerkende kracht per 1 januari 2024. Dat het partijen daarnaast nog voor ogen stond om nadere formaliteiten in een overeenkomst vast te leggen – hetgeen niet is gelukt – maakt, anders dan [gedaagde] aanvoert, niet dat in de Overeenkomst essentialia van de aandelenoverdracht ontbreken.
Het beroep op vernietiging wegens wilsgebreken
4.6.
[gedaagde] heeft een beroep gedaan op vernietiging van de Overeenkomst op grond van een wilsgebrek. Volgens [gedaagde] is sprake van dwaling (artikel 6:228 BW), bedrog of misbruik van omstandigheden (artikel 3:44 BW). De voorzieningenrechter overweegt dat feiten of omstandigheden die aannemelijk maken dat bij [gedaagde] ten tijde van het aangaan van de Overeenkomst een onjuiste voorstelling van zaken bestond in de zin van artikel 6:228 BW, evenwel niet zijn aangevoerd. Het feit dat zij als aandeelhouder en bestuurder van GXPP van de hoed en de rand wist, wijst bovendien eerder op het tegendeel. Evenmin heeft [gedaagde] onderbouwd welke opzettelijk gedane onjuiste mededeling of verzwijging door Darie Beheer zou zijn gedaan, van welke kunstgreep sprake is dan wel van welke bijzondere omstandigheid sprake was waarvan Darie Beheer vervolgens misbruik heeft gemaakt in de zin van artikel 3:44 BW. De voorzieningenrechter overweegt dat de feitelijkheden waar [gedaagde] wel naar wijst bovendien bij beide partijen bekend waren. Zij waren immers beiden betrokken bij de totstandkoming en ondertekening van de distributieovereenkomst en uit de aandeelhoudershovereenkomst blijkt dat juist [gedaagde] penvoerder is voor de financiën en de administratie. Dat sprake was van een wilsgebrek – en op grond daarvan de vernietigingsvordering in een bodemprocedure kans van slagen heeft – is naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook onvoldoende aannemelijk geworden, zodat ook dit verweer wordt gepasseerd.
Conclusie
4.7.
De vorderingen van Darie Beheer in conventie zullen op grond van het voorgaande worden toegewezen, met inachtneming van het navolgende. Ter zitting is de inhoud van de door Darie Beheer als productie 14 bij dagvaarding overgelegde conceptakte besproken. Darie Beheer heeft ter zitting ingestemd met doorhaling van het bepaalde in artikel 12 van deze concept leveringsakte, nu het opnemen van die bepaling in een notariële leveringsakte zou leiden tot dwingende bewijskracht tussen partijen op punten waarvan zij in deze procedure juist met elkaar over van mening verschillen.
4.8.
Darie Beheer heeft tot slot gevorderd [gedaagde] op straffe van een dwangsom te veroordelen om medewerking te verlenen aan de overdracht en levering van de aandelen conform de akte van notariskantoor Rivierdael met kenmerk [aktenummer] , tegen betaling aan Darie Beheer van de bedongen koopsom van € 175.000,-. [gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de gevorderde dwangsom onder verwijzing naar artikel 611a lid 1 Rv, omdat het betalen van een geldsom onderdeel is van de veroordeling.
4.9.
Volgens het bepaalde artikel 611a lid 1 Rv kan een dwangsom niet worden opgelegd in geval van een hoofdveroordeling tot betaling van een geldsom. Hoofdverplichting van [gedaagde] is evenwel de verlangde medewerking aan de overdracht van de Aandelen en het verlijden van de leveringsakte, zodat de daaraan verbonden dwangsom zal worden toegewezen.
4.10.
Tegen de hoogte van de dwangsom is geen verweer gevoerd. De dwangsom komt de voorzieningenrechter niet onevenredig voor en zal daarom worden toegewezen.
Proceskosten
4.11.
[gedaagde] zal als de – grotendeels – in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld, die aan de zijde van Darie Beheer worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
6.617,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
7.586,22
in (voorwaardelijke) reconventie
4.12.
Nu de voorwaarde voor de reconventionele vordering is vervuld, komt de voorzieningenrechter toe aan beoordeling van de vorderingen in reconventie.
4.13.
[gedaagde] vordert dat Darie Beheer eveneens wordt veroordeeld tot medewerking aan de aandelenoverdracht op straffe van een dwangsom. Daarnaast vordert [gedaagde] overdracht van intellectueel eigendom (beeldmerk) door Darie Beheer aan GXPP, betaling door Darie Beheer aan GXPP van een bedrag van € 40.000,- voor de overgenomen inventaris en € 100.000,- en de airco-activiteiten.
Medewerking aan de aandelenoverdracht
4.14.
Darie Beheer heeft zich niet verzet tegen een veroordeling tot medewerking aan de aandelenoverdracht en ter mondelinge behandeling aangegeven zich daarin te kunnen vinden. Deze vordering zal dan ook worden toegewezen. De voorzieningenrechter zal de door [gedaagde] gevorderde dwangsom evenwel maximeren tot € 75.000,-.
Vordering overdracht beeldmerk
4.15.
Tussen [gedaagde] en Darie Beheer is een aandeelhoudersovereenkomst van kracht waarin onder meer is bepaald dat beeldmerken eigendom van GXPP zijn en zo nodig op eerste verzoek aan GXPP dienen te worden overgedragen zonder recht op vergoeding. [gedaagde] vordert op grond van die bepaling overdracht van het beeldmerk door Darie Beheer.
4.16.
Nog daargelaten dat een dergelijke vordering toekomt aan GXPP – die geen partij is in dit kort geding – is door Darie Beheer onbetwist gesteld dat niet zij, maar Darie BV (evenmin partij in dit kort geding) houder is van het beeldmerk hetgeen ook blijkt uit de overgelegde bescheiden ter zake. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
Betaling koopsom inventaris en airco-activiteiten
4.17.
De voorzieningenrechter komt eveneens tot afwijzing van het onder II en III in reconventie gevorderde en legt hierna uit waarom.
4.18.
[gedaagde] wijst erop dat door partijen in de Overeenkomst geen afspraken zijn gemaakt over betaling van een koopsom voor de door Darie Beheer overgenomen inventaris en aircoactiviteiten. Die waarde is door de advocaat van [gedaagde] indicatief begroot op respectievelijk € 40.000,- en € 100.000,-. De voorzieningenrechter stelt evenwel vast dat niet is gesteld, noch is gebleken dát partijen overeenstemming hebben bereikt over een te betalen vergoeding voor inventaris en aircoactiviteiten. Dat is bovendien door Darie Beheer betwist, nu zij stelt dat dit is verdisconteerd in de tussen partijen overeengekomen koopsom voor de Aandelen. Zij verwijst in dat kader onder meer naar de in opdracht van [gedaagde] opgestelde conceptovereenkomst. In artikel 6 lid 2 van dit concept is nu juist opgenomen dat de per overnamedatum aanwezige voorraad en de overige producten om niet werden overgedragen aan de verkoper. Nu in de stellingen van [gedaagde] reeds ligt besloten dat een koopsom ter zake tussen partijen niet is overeengekomen ligt deze vordering als onvoldoende aannemelijk voor afwijzing gereed.
Proceskosten
4.19.
[gedaagde] zal als de – grotendeels – in het ongelijk gestelde partij worden veroordeel in de proceskosten en nakosten in reconventie, die aan de zijde van Darie Beheer worden begroot op:
- salaris advocaat
357,50
(factor 0,5 × 715,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
496,50

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de door Darie Beheer in GXPP gehouden aandelen in eigendom te aanvaarden en medewerking te verlenen aan de overdracht en levering van de aandelen conform de akte van notariskantoor Rivierdael met kenmerk [aktenummer] , met uitzondering van artikel 12 (welk artikel 12 zal worden doorgehaald), tegen betaling aan Darie Beheer van de koopsom van € 175.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Darie Beheer een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere dag dat zij niet aan de veroordeling tot het verlenen van medewerking aan de overdracht en levering van de aandelen voldoet, tot een maximum van € 75.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 7.586,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in reconventie
5.4.
veroordeelt Darie Beheer om binnen twee weken na betekening van dit vonnis haar medewerking aan de aandelenoverdracht te verlenen onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag dat Darie Beheer daarmee in gebreke blijft tot een maximum van € 75.000,00 is bereikt;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 496,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op
12 juni 2024
MS