ECLI:NL:RBLIM:2024:3449
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over ontruiming wegens overlast door huurder
In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft de kantonrechter op 14 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder, aangeduid als [eiser], en de Stichting Weller Wonen, de verhuurder. De huurder had eerder een vonnis gekregen waarbij hij bij verstek was veroordeeld om zijn woning te ontruimen vanwege ernstige overlast en een geweldsincident. De huurder vorderde in deze procedure schorsing van de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis, met het argument dat er sprake was van een kennelijke misslag en een noodtoestand, aangezien hij niet over een stabiele woonomgeving beschikte en zijn psychische gezondheid in het geding was.
De kantonrechter oordeelde dat de belangenafweging in het nadeel van de huurder uitviel. De rechter stelde vast dat de overlast en het geweldsincident voldoende waren onderbouwd en dat de eerdere beslissing om verstek te verlenen aan de huurder terecht was. De kantonrechter concludeerde dat de huurder niet had aangetoond dat zijn belangen zwaarder wogen dan die van de verhuurder, die verantwoordelijk was voor de veiligheid en het woongenot van andere huurders. De vorderingen van de huurder werden afgewezen, en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de verhuurder.