ECLI:NL:RBLIM:2024:3744

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
03/234170-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs met gebruik van ANOM-berichten

Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs, specifiek (met)amfetamine. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte ketels bouwde en repareerde voor de productie van (met)amfetamine, waarbij hij nauw contact had met anderen. De verdachte werd bijgestaan door mr. H.E.P. van Geelkerken, advocaat. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 11 juni 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschouwde de verdachte als de gebruiker van een ANOM-account, waaruit bleek dat hij betrokken was bij de productie van harddrugs. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering, waaronder ontsleutelde ANOM-berichten, voldoende was om de verdachte te identificeren en zijn rol als medepleger vast te stellen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 34 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, en een geldboete van € 20.000. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van drugshandel op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/234170-23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. H.E.P. van Geelkerken, advocaat, kantoorhoudende te Brunssum.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 11 juni 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is – na wijziging – als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet met anderen, voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van harddrugs en BMK in de periode van 5 september 2020 tot en met 7 juni 2021 (feit 1) en op 14 september 2023 (feit 2).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 ten laste gelegde feit bewezen. Uit het dossier blijkt voldoende dat de verdachte de gebruiker is geweest van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’. Dit blijkt zowel uit de inhoud van die berichten als uit de locaties van waaruit die berichten zijn verstuurd. Uit de berichten die zijn verstuurd en ontvangen via dit account blijkt dat de verdachte ketels die bestemd waren voor de productie van harddrugs bouwde, onderhield en repareerde, recepten en instructies aan de ontvanger doorgaf en olie vervoerde. Dat hij dit al deed op 5 september 2020, blijkt uit een foto van die datum waarop een persoon is te zien die een ketel last en die door twee verbalisanten wordt herkend als de verdachte. Ook feit 2 acht de officier van justitie bewezen. De verdachte wist dat de aangetroffen goederen zich in de door hem gehuurde loods bevonden en heeft daar verder geen verklaring voor gegeven. Hieruit concludeert de officier van justitie dat de verdachte wist dat deze goederen bestemd waren voor de productie van harddrugs. De rol die de verdachte vervulde, was essentieel en is voor beide feiten te kwalificeren als die van medepleger.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman betoogd dat de via het ANOM-platform verkregen locatiegegevens van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ onvoldoende nauwkeurig en betrouwbaar zijn en daarom niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd. De in het dossier weergegeven GPS-locaties bij het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ bevinden zich bovendien tientallen meters van de locaties af die gelinkt worden aan de verdachte. Bij de verdachte is geen telefoon met ANOM-account gevonden en in zijn huis en bedrijf zijn geen eindproducten, voorwerpen of gelden gevonden die wijzen op betrokkenheid bij de productie van harddrugs. Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman betoogd dat niet is bewezen dat de aangetroffen goederen in de loods te maken hebben met de productie van harddrugs, nu de politie slechts opmerkt dat de aangetroffen goederen mogelijk gebruikt zouden kunnen worden voor de productie van harddrugs, hetgeen niet uitsluit dat ook een gebruik ten behoeve van legale doeleinden tot de mogelijkheden behoort.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Ter bevordering van de leesbaarheid van dit vonnis, heeft de rechtbank de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in bijlage II.
Bewijsoverwegingen
Inleiding
Rond de zomer van 2020 en in de periode daarna hebben de Amerikaanse opsporings-autoriteiten een aantal keren datasets van volledig ontsleutelde telecommunicatiedata uit een netwerk van cryptotelefoons verstrekt aan de Nederlandse autoriteiten. De Amerikaanse autoriteiten hadden deze data verkregen middels het zogeheten ‘ANOM-platform’, waar de cryptotelefoons gebruik van maakten. Op 30 maart 2021 is vervolgens onder leiding van officieren van justitie van het Landelijk Parket het opsporingsonderzoek 26Eagles gestart naar criminele samenwerkingsverbanden die door gebruikmaking van het ANOM-platform zich schuldig maken aan het beramen of plegen van strafbare feiten, waaronder internationale drugshandel, witwassen, wapenhandel en corruptie. Uit analyse van de ontsleutelde cryptodata is een gebruiker naar voren gekomen met het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’. Deze persoon hield zich kennelijk bezig met de productie van en handel in harddrugs en voerde daartoe onder andere voorbereidingshandelingen uit. Een zoekslag ten aanzien van de chatconversaties van de gebruiker met het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ leverde ‘hits’ op met betrekking tot woorden als ‘poeder, ice, smelten, base, olie, ketel, vat, fosfor, zout’ en ‘koeler’.
Feit 1
Identificatie van de gebruiker van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’
De vraag die de rechtbank allereerst dient te beantwoorden, is of kan worden vastgesteld dat de verdachte de gebruiker is van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’. De rechtbank stelt voorop dat zij de identificatie door de politie van de verdachte als de gebruiker van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ betrouwbaar en bruikbaar acht. De rechtbank acht in dit verband met name van belang de bevindingen van de politie die aantonen dat de gebruiker van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ meermaals verbleef op het woonadres en de twee werklocaties van de verdachte, dat deze gebruiker evenals de verdachte beschikte over een Mercedes-Benz Vito uit 2006 op diesel én dat zelfs de professionele dagbesteding (lassen) en persoonlijke interesses (barbecueën) van deze ‘ [accountnaam 1] ’ overeenkomen met die van de verdachte. Gelet op deze feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat de verdachte de persoon is achter het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ en dat alle berichten van dit account aan hem zijn toe te schrijven.
Het verweer van de raadsman dat de GPS-locatiegegevens van het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd, wordt verworpen. Dat de GPS-locatiegegevens die zich in het dossier bevinden enige afstand weergeven ten opzichte van de locaties die aan de verdachte te linken zijn, maakt niet dat aan die weergave getwijfeld moet worden. Hiertoe overweegt de rechtbank dat de betrouwbaarheid van de ANOM GPS-gegevens in het dossier ondersteund wordt door de inhoud van de daarbij behorende chatgesprekken. In het bijzonder verwijst de rechtbank naar de chatberichten waarin ‘ [accountnaam 1] ’ schrijft ‘ik ben thuis’, terwijl daarbij het woonadres van de verdachte als GPS-locatie wordt geregistreerd. Ook bevinden zich in het dossier chatberichten waarin is te lezen dat ‘ [accountnaam 1] ’ aan het lassen is aan een ketel, terwijl de door de verdachte gehuurde loods als bijbehorende GPS-locatie verschijnt. Tot slot bevat het dossier berichten waarin ‘ [accountnaam 1] ’ schrijft dat hij aan het werk is en waarbij het bedrijf van de verdachte te zien is nabij de vastgestelde GPS-locatie. Uit niets blijkt dat een ander persoon op de relevante locaties woont én werkt, laat staan dezelfde bus, vaardigheden en hobby heeft. Alles overwegend, is de rechtbank van oordeel dat er geen reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de in de bewijsmiddelen opgenomen ANOM-data.
Medeplegen
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of het handelen van de verdachte als dat van een medepleger kan worden gekwalificeerd. Uit de chatberichten in het dossier volgt dat de verdachte voornamelijk en nauw contact had met de gebruiker van de ANOM-accounts ‘ [accountnaam 2] ’ en ‘ [accountnaam 3] ’ in het kader van een grootschalig productieproces van (met)amfetamine. De verdachte adviseerde in deze chats over de bouw van productieketels en deelde cruciale informatie, waaronder recepten en tips voor de bereiding van synthetische drugs, meer in het bijzonder, van (met)amfetamine. Daarnaast leverde de verdachte goederen en hardware aan anderen, bestemd voor de productie van harddrugs, waarbij hij doorgaans zelf de vergoeding voor zijn werk bepaalde. Op enig moment is de verdachte zelfs naar Nijmegen gereden om olie te brengen die door een ander getest kon worden. De verdachte zelf heeft ook getest met olie. Uit de chatberichten in het dossier blijkt dat de belangrijkste rol van de verdachte die van ‘ketelbouwer’ is geweest, waarmee wordt bedoeld dat hij de ketels bouwde waarin synthetische drugs worden gedistilleerd. Uit de hiervoor genoemde onderzoeksbevindingen blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende wat de rol van de verdachte is geweest. Centraal daarbij is zijn rol als ketelbouwer, waarmee de verdachte een onmisbare schakel vormde in het geheel. Immers kan harddrugs zonder ketels niet worden geproduceerd en blijkt uit de chatberichten duidelijk hoe belangrijk geschikte ketels zijn, hoe moeilijk de constructie daarvan is en hoe goed de verdachte ketels bouwen kan. De verdachte heeft daarbij steeds nauw en bewust contact gehad met anderen. De bijdrage van de verdachte is dan ook te kwalificeren als die van medepleger.
Pleegperiode
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring volgt dat de pleegperiode dient aan te vangen vanaf het eerste moment dat het ANOM-account ‘ [accountnaam 1] ’ in gebruik werd genomen, zijnde 23 maart 2021, tot aan het laatste verstuurde chatbericht van 7 juni 2021. De rechtbank acht de voorafgaande periode van 5 september 2020 tot 23 maart 2021 niet bewezen. Het enige bewijsmateriaal waarop de officier van justitie dit onderdeel van haar requisitoir baseert, zijn twee foto’s van een persoon die een ketel last en door twee verbalisanten is herkend als de verdachte. Deze foto’s komen uit een ander onderzoek naar een andere verdachte. De rechtbank heeft te weinig informatie over de context van dat onderzoek en die foto’s, om de periode van de productie door de verdachte alleen op basis daarvan te verlengen van tweeënhalve maand tot negen maanden. Daarom spreekt zij de verdachte vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Feit 2
De rechtbank acht ook het onder feit 2 ten laste gelegde bewezen. In de loods aan de [adres] te Heerlen, die de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde huurde, zijn op 14 september 2023 meerdere goederen aangetroffen die bestemd zijn voor het bouwen van ketels, twee gebouwde ketels en andere onderdelen bestemd voor de productie van harddrugs. Gezien de omstandigheden waaronder deze goederen zijn aangetroffen en gelet op het ten laste gelegde onder feit 1, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van redengevende feiten en omstandigheden die om een concrete, verifieerbare en niet op voorhand onaannemelijke verklaring van de verdachte vragen. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat deze goederen in zijn loods aanwezig waren, maar op alle overige vragen van de rechtbank beriep hij zich op zijn zwijgrecht. De verdachte geeft dus, kort gezegd, geen verifieerbare en aannemelijke verklaring. De conclusie van de rechtbank luidt dan ook dat het niet anders kan dan dat de verdachte deze goederen in zijn loods voorhanden heeft gehad om ketels te bouwen en te repareren, dat deze bestemd waren voor de productie van harddrugs, en dat hij deze productie met zijn handelen heeft voorbereid.
Conclusie
De rechtbank acht beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1:
in de periode van 23 maart 2021 tot en met 7 juni 2021, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (met)amfetamine, in elk geval hoeveelheden van een materiaal bevattende (met)amfetamine), althans synthetische drugs, zijnde (met)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- ( een) voorwerp (en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders op voornoemde tijdstip(pen) in voornoemde pleegplaats:
- via de versleutelde berichtenservice Anom aanwijzingen gegeven met betrekking tot het productieproces van (met)amfetamine, althans synthetische drugs, en/of BMK, en
- een of meerdere (onderdelen van) (een) productieopstelling(en) ten behoeve van de productie van (met)amfetamine, althans synthetische drugs, vervaardigd en gerepareerd en voorhanden gehad, waaronder: een of meerdere ketel(s) en een of meerdere stoomset(s) en een of meerdere roerwerk(en) en een of meerdere koeler(s) en een of meerdere brander(s) en een of meerdere pomp(en) en een of meerdere thermometer(s) en een of meerdere vat(en) en slangen en bakken;
T.a.v. feit 2:
op 14 september 2023 in Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (met)amfetamine, in elk geval een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende (met)amfetamine, althans synthetische drugs, zijnde (met)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- ( een) voorwerp (en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) op voornoemde datum in voornoemde pleegplaats:
- meerdere (onderdelen van) (een) productieopstelling(en) ten behoeve van de productie van (met)amfetamine, althans synthetische drugs, te weten: twee ketels en een manometer en flensringen en roerwerken en slangkoppelingen en een CO2-fles,
- en een hoeveelheid van een chemische stof, te weten: aceton, voorhanden gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1 en feit 2:
medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken of daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en/of voorwerpen, vervoermiddelen of stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de periode die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een proeftijd van 3 jaren. Ook moet aan de verdachte een geldboete worden opgelegd van € 30.000, -.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf in het bijzonder rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Tevens heeft de raadsman verwezen naar opgelegde straffen in vergelijkbare zaken.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van harddrugs. Hij produceerde, onderhield en repareerde ketels die bestemd waren voor gebruik in grote, professionele drugslaboratoria. De verdachte nam hiermee een sleutelpositie in de keten van de productie van harddrugs. Bij de verdachte konden de voor deze productie noodzakelijke ketels worden besteld die vervolgens naar wens en met de nodige adviezen van de verdachte werden gemaakt. De verdachte beschikte over de daarvoor benodigde expertise en hij wordt in een van de chatberichten in het dossier zelfs de ‘
El Chapo van de lassers’ genoemd.
De verdachte heeft zich begeven op het terrein van de productie en handel in harddrugs, waarmee hij een bijdrage heeft geleverd aan het criminele drugscircuit en de professiona-lisering van de handel in harddrugs. De productie van en handel in harddrugs gaan gepaard met vele vormen van ernstige criminaliteit en dit heeft een ontwrichtende werking op de samenleving. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs schadelijke gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid en tot ernstige verslavingsproblematiek kan leiden met alle gevolgen van dien. Ook gaat de productie van harddrugs gepaard met de illegale lozing van drugsafval, hetgeen grote schade aan het milieu toebrengt en tot hoge kosten leidt bij de sanering daarvan. Drugscriminaliteit leidt tot ondermijning, waarbij de grens tussen de onderwereld en de bovenwereld vervaagt doordat grote hoeveelheden crimineel geld via witwassen en legale bedrijven de maatschappij in worden gepompt. De verdachte heeft geen enkel oog gehad voor deze kwalijke gevolgen en is kennelijk puur gericht geweest op financieel voordeel voor zichzelf. Hij heeft daarbij zelfs de risico’s van dit handelen voor zijn florerende bedrijf, waarbinnen hij bovendien de verantwoordelijkheid droeg voor de inkomens van zijn werknemers met hun gezinnen, op de koop toe genomen. Door de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen is tot uiting gebracht dat tegen drugshandel, ook wanneer deze zich nog in de voorbereidende fase bevindt, hard dient te worden opgetreden.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd. De rechtbank weegt daarbij strafverzwarend mee dat de verdachte ook wat betreft zijn proceshouding op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor de door hem gepleegde strafbare feiten. Ter terechtzitting heeft de verdachte nauwelijks tot geen openheid van zaken verschaft, niet het achterste van zijn tong laten zien en voornamelijk gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. De rechtbank schat, gelet op het voorgaande, het recidiverisico hoog in.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar ziet, gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, geen aanleiding om hier in strafmatigende zin rekening mee te houden. Hij heeft de belangen van zijn bedrijf en zijn werknemers kennelijk welbewust op het spel gezet.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 34 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. De proeftijd zal daarbij 3 jaren bedragen. De rechtbank acht een voorwaardelijk strafdeel en een langere proeftijd noodzakelijk als ‘stok achter de deur’ om het recidiverisico zoveel mogelijk te beperken.
De rechtbank zal daarnaast een geldboete van € 20.000, - aan de verdachte opleggen. De rechtbank ziet reden om de verdachte in zijn vermogen te treffen, alleen al om de reden dat de door hem gepleegde strafbare feiten puur zien op winstbejag. Het is algemeen bekend dat met drugshandel grote geldbedragen worden verdiend. Personen met een cruciale rol als die van de verdachte worden hierbij goed betaald. Wie in zijn zakelijk en privéleven zoveel te verliezen heeft, neemt alleen grote risico’s tegen grote beloningen. Drugshandel, maar ook de voorbereidende rol daarin, kan en mag niet lonend zijn. Een geldboete is dan ook passend en geboden.
De rechtbank legt een lagere straf op aan de verdachte dan door de officier van justitie is geëist, nu de rechtbank een veel kortere pleegperiode bewezen heeft verklaard.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 135 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Trifunović, voorzitter, mr. M.E.M.W. Nuijts en
mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 juni 2024.
Buiten staat
Mr. Van de Pasch is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 september 2020 tot en met 7 juni 2021, in Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (met)amfetamine, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende (met)amfetamine, althans synthetische drugs, zijnde (met)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- ( een) voorwerp (en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) op voornoemde tijdstip(pen) in voornoemde pleegplaats(en):
- via de versleutelde berichtenservice Anom aanwijzingen gegeven met betrekking tot het productieproces van (met)amfetamine, althans synthetische drugs, en/of BMK, en/of
- een of meerdere (onderdelen van) (een) productieopstelling(en) ten behoeve van de productie van (met)amfetamine, althans synthetische drugs, en/of BMK, vervaardigd en/of gerepareerd, althans voorhanden gehad, waaronder: een of meerdere ketel(s) en/of een of meerdere stoomset(s) en/of een of meerdere roerwerk(en) en/of een of meerdere koeler(s) en/of een/of meerdere brander(s) en/of een of meerdere pomp(en) en/of een of meerdere thermometer(s) en/of een of meerdere vat(en) en/of slangen en/of bakken, en/of
- een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een chemische stof/grondstof, te weten BMK, voorhanden gehad;
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 14 september 2023 in Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (met)amfetamine, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende (met)amfetamine, althans synthetische drugs, zijnde (met)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- ( een) voorwerp (en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat dit/deze bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) op voornoemde datum in voornoemde pleegplaats(en):
- een of meerdere (onderdelen van) (een) productieopstelling(en) ten behoeve van de productie van (met)amfetamine, althans synthetische drugs, en/of BMK te weten: twee ketels en/of een manometer en/of flensringen en/of roerwerken en/of slangkoppelingen en/of een CO2-fles, en/of,
- een (grote) hoeveelheid van een chemische stof/grondstof, te weten: aceton,
voorhanden gehad.
BIJLAGE II: De bewijsmiddelen
Vanwege de omvang en het gebruik van afbeeldingen zijn de bewijsmiddelen niet gepubliceerd.