Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 130,48
- griffierecht € 365,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V. en een gedaagde. VGZ vorderde betaling van een bedrag van € 2.081,07, bestaande uit een achterstand op een zorgverzekeringsovereenkomst, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkende de vordering, maar gaf aan dat de achterstand was ontstaan door persoonlijke problemen en dat hij een betalingsregeling had getroffen met de deurwaarder. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van VGZ toewijsbaar was, aangezien de gedaagde geen zelfstandig verweer had gevoerd tegen de gevorderde bedragen. De kantonrechter wees de vordering toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en VGZ heeft recht op nakosten indien de gedaagde niet tijdig aan het vonnis voldoet.