ECLI:NL:RBLIM:2024:389

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
ROE 23 / 3051
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op bezwaarschrift

Op 29 januari 2024 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. De eiser had op 24 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het (beweerdelijk) niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaarschrift, dat op 10 mei 2023 was ingediend. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders, heeft een verweerschrift ingediend en daarbij een kopie van de beslissing op bezwaar van 22 juni 2023 gevoegd.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat dit beroep niet-ontvankelijk is indien er al een besluit op het bezwaar is genomen voordat het beroep is ingediend. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder op 22 juni 2023 al had beslist op het bezwaarschrift van eiser, wat betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.H. Broier, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2024. Een afschrift van de uitspraak is op dezelfde dag aan de partijen verzonden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Bestuursrecht
Zaaknummer: ROE 23 / 3051

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 januari 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 24 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het (beweerdelijk) niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaarschrift van 10 mei 2023.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Bij het verweerschrift heeft verweerder een kopie gevoegd van de beslissing op bezwaar van 22 juni 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld (artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb). Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen (artikel 6:12, tweede lid, van de Awb).
3. Artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb en artikel 6:12, tweede lid, van de Awb hebben ten doel een belanghebbende een rechtsmiddel te bieden om te doen vaststellen dat een bestuursorgaan ten onrechte heeft stilgezeten.
4. Het met toepassing van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb instellen van beroep tegen het uitblijven van een beslissing is primair te zien als een procedureel middel om een bestuursorgaan tot besluitvorming te bewegen. Gelet op deze beperkte strekking kan op grond van deze bepaling geen rechtsmiddel meer worden aangewend indien eenmaal een voor bezwaar (en beroep) vatbaar besluit is genomen.
5. De rechtbank stelt vast dat verweerder op 22 juni 2023 op het bezwaarschrift van eiser heeft beslist. Dit betekent dat voordat eiser het beroep heeft ingediend al een besluit op zijn bezwaar is genomen. Gelet op wat in rechtsoverwegingen 3 en 4 is overwogen, is het beroep daarom niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.H. Broier, rechter, in aanwezigheid van J.B.J.C.L. Caelers-Sijbers, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 januari 2024
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 29 januari 2024
AC

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.