Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de mondelinge behandeling van 17 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Bij die gelegenheid zijn door [eiser] spreekaantekeningen ingebracht.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een fysiotherapeut in dienst bij Fysio Zuyd Groep, en zijn werkgever, Fysio Zuyd Groep. [Eiser] heeft Fysio Zuyd Groep verzocht om de naam, adres en woonplaats (NAW-gegevens) van een patiënt te verstrekken, zodat hij deze patiënt aansprakelijk kan stellen voor de schade die hij heeft geleden na een ongeval tijdens de behandeling van de patiënt. De patiënt had op 24 februari 2022 een metalen staaf met gewichten naar beneden getrokken, waardoor [eiser] letsel opliep en arbeidsongeschikt raakte.
Fysio Zuyd Groep heeft geweigerd om de NAW-gegevens te verstrekken, zich beroepend op de geheimhoudingsplicht en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde gegevens, gezien zijn schade en de vergevorderde leeftijd van de patiënt. De rechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van [eiser] zwaarder weegt dan het geheimhoudingsbelang van Fysio Zuyd Groep.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de NAW-gegevens geen medische gegevens in strikte zin zijn en dat het belang van [eiser] om zijn schade te verhalen gerechtvaardigd is. Daarom heeft de rechter Fysio Zuyd Groep veroordeeld om de NAW-gegevens binnen 24 uur na betekening van het vonnis aan [eiser] te verstrekken, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 50.000,00. Tevens is Fysio Zuyd Groep veroordeeld in de proceskosten van [eiser].